ECLI:NL:RBGEL:2018:3430

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 augustus 2018
Publicatiedatum
1 augustus 2018
Zaaknummer
05/740337-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot doodslag met mes in 's-Heerenberg

Op 2 augustus 2018 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 36-jarige man, die werd beschuldigd van poging tot doodslag. De verdachte heeft op 30 juli 2017 in 's-Heerenberg, tijdens een conflict met de aangeefster, meerdere keren met een mes in haar lichaam gestoken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeefster, die onder het bloed voor de deur lag, ernstige verwondingen had opgelopen, waaronder steekwonden in de borst en een klaplong. De verdachte werd later die dag aangehouden en heeft tijdens het proces zijn betrokkenheid ontkend, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangeefster en getuigen betrouwbaar waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf, waarbij werd overwogen dat de verwondingen potentieel dodelijk waren en dat de verdachte geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij toegewezen, die schadevergoeding eiste voor de opgelopen letsels.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/740337-17
Datum uitspraak : 2 augustus 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte 1] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] ,
thans gedetineerd te P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid te Arnhem.
Raadsman: mr. T.J.F. Wassenaar, advocaat te 's-Hertogenbosch.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 9 november 2017, 19 januari 2018, 13 april 2018, 24 mei 2018 en 19 juli 2018.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 30 juli 2017, te 's-Heerenberg, in de gemeente
Montferland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[benadeelde] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, - die [benadeelde] meermalen, in ieder geval éénmaal, met een mes, in ieder geval
met een dergelijk scherp (steek)voorwerp, in de arm(en) en/of be(e)n(en)
en/of in de buik en/of de borst en/of in de rug, in ieder geval in het lichaam heeft gestoken/geprikt/gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid;
subsidiair
hij op of omstreeks 30 juli 2017, te 's-Heerenberg, in de gemeente
Montferland, aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten
meerdere steekwonden en/of 2 klaplongen, heeft toegebracht door - die [benadeelde] meermalen, in ieder geval éénmaal, met een mes, in ieder geval
met een dergelijk scherp (steek)voorwerp, in de arm(en) en/of be(e)n(en)
en/of in de buik en/of de borst en/of in de rug, in ieder geval in het lichaam
te steken/prikken/snijden;
meer subsidiair
hij op of omstreeks 30 juli 2017, te 's-Heerenberg, in de gemeente
Montferland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, - die [benadeelde] meermalen, in ieder geval éénmaal, met een mes, in ieder geval
met een dergelijk scherp (steek)voorwerp, in de arm(en) be(e)n(en) en/of in de
buik en/of de borst en/of in de rug, in ieder geval in het lichaam heeft
gestoken/geprikt/gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 30 juli 2017 om 06.45 uur kreeg de politie melding van een conflict in de woning aan de [adres 2] in ’s-Heerenberg (naar later bleek de woning van [betrokkene] , rechtbank). Toen de politieagenten ter plaatse kwam zagen zij bloedspetters op de deur. Zij hebben gebeld een aangeklopt, maar de deur werd niet geopend.
Zij hoorden gekreun en zagen toen een vrouw ( [benadeelde] , hierna: aangeefster) voor de deur van nr. 27 liggen. Zij zat onder het bloed en er stak een voorwerp uit haar rug dat leek op een mes waarvan het handvat miste. Toen haar gevraagd werd wie dat gedaan had, zei zij: “ [verdachte 1] , [verdachte 1] ”.
Aangeefster is direct bij aankomst in het ziekenhuis geopereerd. [2] Aangeefster had diverse steekwonden, waaronder minimaal 2 diepe steekwonden in de borstkas, met een dubbelzijdige klaplong als gevolg. Verder had zij steekwonden in haar borstkas, buik en schouder. Aan de linkerzijde van de borstkas was de wond minimaal 10 cm diep, aan de rechterzijde was de wond minimaal 2 cm diep. De wonden in de buik waren niet dieper dan 3 cm.
Diepe letsels in de borst zijn potentieel dodelijk. Een dubbele klaplong, waarvan sprake was bij het slachtoffer, is potentieel dodelijk. Steekwonden in de borstkas zijn potentieel dodelijk. Het slachtoffer zal geruime tijd nodig hebben om te revalideren van haar verwondingen. Niet uitgesloten is dat de longcapaciteit niet geheel zal herstellen. Tevens zullen de littekens van de verwondingen en operaties levenslang zichtbaar blijven. [3]
Verdachte is later op de dag aangehouden toen hij de woning van [naam 1] uit liep. [4]
Hij heeft erkend dat hij op 30 juli 2017 in de woning van [betrokkene] was en dat daar een confrontatie met aangeefster heeft plaatsgevonden. [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot doodslag.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte op 30 juli 2017 in de woning van [betrokkene] werd aangevallen door aangeefster, die met een mes op hem af kwam, en dat hij zich hiertegen heeft verweerd. Volgens de verdediging zijnde verklaringen van aangeefster en van [betrokkene] onvoldoende betrouwbaar om tot bewijs te kunnen dienen. Aangeefster heeft verklaard dat [betrokkene] niet in de woning was toen zij werd gestoken, terwijl [betrokkene] stelt dat hij er wel was en heeft gezien dat aangeefster werd gestoken. Daarnaast hebben aangeefster en [betrokkene] verschillend verklaard over het moment waarop verdachte het mes heeft gepakt en heeft [betrokkene] tegenstrijdig verklaard over het type mes dat verdachte heeft gepakt. Tot slot heeft aangeefster in haar verklaringen van 30 juli en 1 augustus 2017 helemaal niets verklaard over een aan het steekincident voorafgaande vechtpartij. Zij verklaart daar pas op 21 augustus 2017 voor het eerst over, waarna haar verklaring bij de rechter-commissaris nog verder wordt uitgebreid.
Verdachte ontkent dat hij op 30 juli 2017 contact heeft gehad met [naam 2] , [naam 1] en zijn moeder. Daarnaast ontkent hij aangeefster op 30 juli 2017 WhatsApp-berichten te hebben gestuurd.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster verklaart dat zij op 30 juli 2017 met [betrokkene] in diens huis op de bank zat,. toen zij hoorde dat de achterdeur met een flinke ruk open ging. Zij zag dat verdachte binnen kwam. Hij begon direct hard te schreeuwen en schold haar uit voor hoer en kutwijf. Verdachte verweet aangeefster dat [naam 3] en [betrokkene] wel met haar mochten neuken en verdachte niet.
Hij heeft eerst haar een paar klappen gegeven en daarna [betrokkene] . [betrokkene] en verdachte hebben nog gevochten. Verdachte sloeg [betrokkene] keihard en toen is [betrokkene] de tuin in gerend. Daarna gaf verdachte haar een paar vuistslagen in het gezicht. Aangeefster heeft tegen verdachte gezegd dat zij aangifte ging doen. Op dat moment sloeg verdachte helemaal door.
Aangeefster zag hem naar een keukenlade lopen. Hij pakte een mes uit de lade. Zij zag dat verdachte met het mes in zijn hand op haar af kwam lopen. Hij haalde met het mes in zijn rechterhand uit naar haar buik. Zij weet dat zij in haar onderbuik is gestoken en aan beide zijkanten van haar voorzijde. Zij is twee keer geraakt in haar bovenrug.
Zij rende naar de deur die bij de gang uitkomt en maakte die open. Terwijl zij daarmee bezig was, voelde zij dat zij in haar rug werd gestoken en dat zij vanaf dat moment weinig zuurstof kreeg.
Zij is toen op haar rug neergevallen en zag dat verdachte zich over haar heen boog. Zij zag dat hij haar weer in haar buik stak. Zij pakte het hand waarin hij het mes hield met beide handen vast en hield hem zo tegen. Vervolgens hoorde zij [betrokkene] weer, die was blijkbaar weer in huis, en verdachte raakte afgeleid. Zij heeft verdachte toen een trap op zijn kaak gegeven en vervolgens zag zij kans om, liggend op haar buik, naar buiten te kruipen.
Zij is naar het huis van de buren gerend en heeft heel lang op de bel gedrukt. Er kwam niemand.
Ze was bang dat verdachte weer zou komen en besloot te gaan liggen zodat hij haar niet zou vinden. Zij had geen kracht meer om naar een ander huis te lopen en kon ook niet meer blijven staan. Toen de relatie met [naam 2] over was, gaf het contact met verdachte haar een raar gevoel. Zij appten en toen wilde hij ineens alles van haar weten. Hij gaf aan dat hij wist waar haar auto stond en stuurde zelfs foto’s van haar auto toen die bij [naam 3] stond. [6]
Aangeefster heeft deze verklaring op 21 augustus 2018 bij de politie afgelegd. De rechtbank constateert dat deze verklaring op cruciale onderdelen overeenkomt met de verklaringen die zij op 30 juli 2017 en 1 augustus 2017 bij de politie en op 20 februari 2018 bij de rechter-commissaris heeft afgelegd, namelijk dat verdachte naar binnen kwam in de woning van [betrokkene] , boos op haar was, een mes heeft gepakt en haar meermalen heeft gestoken. Dat in de eerste twee verklaringen minder op details wordt ingegaan en niet wordt gesproken over de aan het incident voorafgaande vechtpartij is te verklaren door het gegeven dat aangeefster tijdens het afleggen van deze verklaringen in het ziekenhuis lag en net was geopereerd.
De rechtbank constateert verder dat de verklaringen van aangeefster passen bij de verwondingen die bij haar zijn aangetroffen. De rechtbank is dan ook – anders dan de raadsman - van oordeel dat de verklaringen van aangeefster betrouwbaar zijn. Bovendien blijkt uit de weergegeven verklaringen dat getuige [betrokkene] wel bij het incident aanwezig was.
Getuige [betrokkene] verklaart dat verdachte via de achterdeur naar binnen liep en [betrokkene] twee keer op zijn wang sloeg terwijl hij op de bank zat. Vervolgens sloeg hij aangeefster drie keer met zijn vuist. De ruzie ging verder in de gang. Toen liep verdachte terug naar de keuken en pakte een mes. Hij is met dat mes naar aangeefster gelopen. [betrokkene] zag dat verdachte aangeefster twee keer met het mes doorboorde. Hij zag het mes uit haar rug komen. Hij zat nog steeds op de bank en zag het mes door aangeefster heen komen.
Aangeefster heeft de voordeur opengemaakt. Verdachte maakte bewegingen met het mes in zijn hand naar aangeefster. Aangeefster stond met haar rug naar verdachte toe.
[betrokkene] is tegen verdachte gaan schreeuwen en deze kwam toen op [betrokkene] af. Aangeefster kon toen vluchten.
Verdachte heeft direct met het mes gestoken. Verdachte heeft onderhands twee keer in haar borst gestoken en later, toen zij naar buiten liep en met haar rug naar verdachte toe was gekeerd, bovenhands. [betrokkene] heeft toen alleen de beweging gezien.
[betrokkene] heeft op geen enkel moment een mes bij aangeefster in haar handen gezien.
Aangeefster heeft niets gedaan waardoor verdachte zich bedreigd heeft kunnen voelen. Er is een woordenwisseling geweest, verder niets.
Aangeefster heeft verdachte niet geslagen of geduwd. [betrokkene] heeft aangeefster horen zeggen dat zij naar de politie zou gaan om de app/sms-berichten te laten zien.
[betrokkene] heeft aangeefster op de grond zien liggen. Zij viel door de steken in haar buik/longen/borst. [7]
Getuige [betrokkene] heeft deze verklaring op 20 februari 2018 bij de rechter-commissaris afgelegd. De rechtbank constateert dat deze verklaring overeenkomt met de twee verklaringen die hij op 30 juli 2017 bij de politie heeft afgelegd op de belangrijkste onderdelen, namelijk dat verdachte naar binnen kwam, boos op aangeefster was, een mes heeft gepakt en aangeefster meermalen heeft gestoken. Dat in zijn verklaringen achtereenvolgens wordt gesproken over een pizzames, een vleesmes en een taartmes, doet daaraan niet af.
De verklaringen van getuige [betrokkene] zijn eenduidig en consistent op de cruciale punten. Zij worden daarnaast ondersteund door de verklaringen van aangeefster en de verwondingen die bij haar zijn aangetroffen. De rechtbank is dan ook – anders dan de raadsman – van oordeel dat de verklaringen betrouwbaar zijn.
Verbalisanten zijn in hun zoektocht naar ‘ [verdachte 1] ’ naar de woning van de moeder van verdachte gereden. Moeder vertelde dat haar zoon die ochtend bij haar aan de deur was geweest. Hij had tegen haar gezegd dat hij de honden nog één keer kwam knuffelen om zich daarna aan te geven bij de politie. Hij was overstuur en had gezegd dat hij iets heel stoms had gedaan. Hij had een meisje in de schouder gestoken met een mes na een uit de hand gelopen ruzie. [8]
Getuige [naam 2] , de ex-vriend van aangeefster en vriend van verdachte, heeft verklaard dat hij in de ochtend van het incident door verdachte werd gebeld en dat deze vertelde dat hij iets doms had gedaan. Verdachte vertelde dat hij aangeefster één keer had gestoken.
Verdachte vertelde hem dat hij afscheid had genomen van zijn moeder en dat hij niet meer wilde leven.
Verdachte heeft gezegd dat hij aangeefster voor [naam 2] in de gaten heeft gehouden. Hij had haar achtervolgd. [9]
Getuige [naam 1] , bevriend met verdachte en met [naam 2] , heeft verklaard dat Rik hem op 30 juli 2017 huilend belde over wat er was gebeurd. [naam 1] kwam rond 10.30 uur thuis en toen zat verdachte in zijn woning. Hij vertelde dat hij door het slaapkamerraam binnen was gekomen. Verdachte was duidelijk in de war. Hij sprak van alles door elkaar heen.
Eerst zei hij dat hij niet wist wat er gebeurd was, maar later zei hij dat hij haar één keer had gestoken. Verdachte vertelde hem dat [naam 3] met aangeefster bezig was en dat [naam 3] hem had lopen naaien en dat hij verhaal is gaan halen. [10]
[naam 3] heeft verklaard dat aangeefster allerlei berichten van verdachte kreeg. Verdachte wilde een relatie met haar hebben. Aangeefster wilde niets met verdachte te maken hebben. Zij werd gestalkt door verdachte. Op 30 juli 2017 rond 5.00 uur kreeg [naam 3] facebookberichten van verdachte. [11] Verdachte vroeg hem waar dat blonde kankersletje was gebleven, hij had haar auto voor [naam 3] ’s woning zien staan. Hij bedoelde aangeefster. Verdachte zei dat hij wel wist dat [naam 3] met aangeefster naar bed ging en dat deze met aangeefster had liggen neuken toen zij met Kroessie liep. [12]
Van de telefoon van getuige [naam 3] zijn screenshots in het dossier gevoegd, waarop de berichten van verdachte te lezen zijn. [13] Verdachte heeft ontkend dat hij deze berichten heeft geschreven. Gelet op de inhoud van de berichten is de rechtbank echter van oordeel dat kan worden vastgesteld dat verdachte deze berichten heeft verstuurd. Uit deze berichten blijkt ook dat verdachte wist dat aangeefster die ochtend bij [betrokkene] was. [14]
Volgens aangeefster heeft verdachte haar een groot aantal WhatsApp-berichten gestuurd, waaronder: [15]
Nr. 73, inkomend op 26-7-2017, 0:23:04 van: [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“Het houd gewoon niet op, eerst al die kut ongeluk waar me lichaam constant in strijd is en dan nu de breuk van jullie waar ik tussen in sta. En echt gevoel krijg dat ik moet kiezen. En ik kon niet eens fatsoenlijk na denken sinds het ongeluk zonder gigantisch zeurende kop pijn sinds paar weken geleden”
(…)
Nr. 112, inkomend op 30-7-2017, 0:31:07 van: [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“Wat ben je doen”
Nr. 113, inkomend op 30-7-2017, 0:31:19 van [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“Volgens mij zag ik je rijden”
Nr. 114, inkomend op 30-7-2017, 0:36:31 van [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“Jij bent niet bij vuurwerk geweest he”
Nr. 115, inkomend op 30-7-2017, 0:41:41 van [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“Nu weet ik het zeker dat je al tijdje met een ander zit te kutteb”
(…)
Nr. 129, inkomend op 30-7-2017, 5:28:02 van [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“En hoe is het bij je neukertje”.
(…)
Nr. 131, inkomend op 30-7-2017, 5:30:12 van [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“Wist al lang hoe je was en heb alles op alles gezet om te zorgen dat je niet meer met hem loopt egoïstisch lelijke kanker slet wat er rond loopt!”
Nr. 132, inkomend op 30-7-2017, 5:30:43 van [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“Kom je nog wel tegen”
Nr. 133, inkomend op 30-7-2017, 5:33:46 van [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“Beetje stoken tussen kameraden vieze domme kk lelijke goedkope tyfus hoer wat er rond loopt”
(…)
Nr. 135, inkomend op 30-7-2017, 5:35:05 van [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“Jij komt wel aan de beurt”
Nr. 138, inkomend op 30-7-2017, 5:37:13 van [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“En je weet wat er met de vorige stinkwijf is gebeurd”
Nr. 140, inkomend op 30-7-2017, 5:39:33 van [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“Mij intresseerd jou niet en nu mij jou ook niet dankzei dat kankerhoerige gedrag heb ik hoop gezeik gehad omdat jij de vieze slet uit hangt tyfus hoer!!”
(…)
Nr. 148, inkomend op 30-7-2017, 5:45:56 van [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“Kom je nog wel tegen en dan zullen we het wel zien als je nog zon grote mond heb”
Nr. 150, inkomend op 30-7-2017, 5:47:45 van [telefoonnummer] @s.whatsapp.net I’m a Dancer
“Ik hou je in de gaten”
Verdachte heeft ontkend dat hij aangeefster deze berichten heeft gestuurd. De rechtbank is echter ook ten aanzien van deze berichten van oordeel dat vastgesteld kan worden dat verdachte deze heeft verzonden. Uit de inhoud van de berichten van 25 en 26 juli 2017 blijkt immers dat verdachte deze berichten moet hebben geschreven. Verdachte heeft verklaard dat hij in december 2016 een auto ongeluk heeft gehad waarbij hij een whiplash heeft opgelopen. Tijdens het verhoor bij de politie was hij daarvoor onder behandeling. [16]
Bovendien noemt aangeefster de persoon die dit telefoonnummer gebruikt “ [verdachte 1] ” in het bericht van 25 juli 2017 om 21:58:18. [17]
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte aangeefster in de ochtend van 30 juli 2017 een aantal keren heeft geappt. Uit de inhoud van de berichten valt af te leiden dat verdachte kwaad op haar was. Vervolgens is verdachte naar de woning van [betrokkene] gereden en heeft daar de confrontatie met aangeefster gezocht. Tijdens de ruzie die ontstond is verdachte naar de keuken gelopen om een mes te pakken en heeft hij aangeefster meermalen met dat mes gestoken.
Uit de genoemde letselrapportage blijkt dat de verwondingen van aangeefster potentieel dodelijk waren. De rechtbank overweegt dat uit de gedragingen van verdachte blijkt dat het daadwerkelijk zijn bedoeling was (vol opzet) om aangeefster van het leven te beroven. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte kwaad was op aangeefster en hij haar daarom meerdere keren heeft gestoken. Nadat zij op de grond viel, is hij doorgegaan met steken. Toen het haar lukte om op te staan en te vluchten, heeft hij haar in haar rug gestoken. Dit laatste is kennelijk met zo’n kracht gebeurd, dat het heft van het mes is afgebroken en het lemmet in de rug van aangeefster is achtergebleven.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot doodslag.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met voorbedachten rade heeft gehandeld en zal hem daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks30 juli 2017, te 's-Heerenberg, in de gemeente
Montferland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[benadeelde] opzettelijk
en met voorbedachten radevan het leven te beroven, - die [benadeelde] meermalen
, in ieder geval éénmaal,met een mes
, in ieder geval
met een dergelijk scherp (steek)voorwerp, in de arm(en) en/of be(e)n(en)
en/ofin de buik en
/ofde borst en
/ofin de rug
, in ieder geval in het lichaamheeft gestoken
/geprikt/gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Poging tot doodslag.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat aangeefster met een mes op hem af kwam en dat hij haar hand met daarin het mes heeft vastgepakt en in haar richting heeft gedraaid, waardoor zij in haar borst werd gestoken. Tijdens de daarop volgende worsteling heeft aangeefster het mes laten vallen en is zij vervolgens op het mes gevallen, waardoor zij in haar schouder werd gestoken.
De raadsman heeft een beroep gedaan op noodweerexces en heeft aangevoerd dat verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Voor noodweerexces, zijnde een verontschuldigbare overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, geldt dat daar slechts sprake kan zijn indien de verdachte de hem verweten gedraging heeft verricht in een situatie waarin en op een tijdstip waarop voor hem de noodzaak bestond tot verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding, maar daarbij als onmiddellijk gevolg van een hevige door die aanranding veroorzaakte gemoedsbeweging verder gaat dan geboden was. Op geen enkele wijze, noch uit verklaringen van aangeefster, noch uit verklaringen van [betrokkene] en ook overigens is niet aannemelijk geworden dat er sprake was van een ogenblikkelijk wederrechtelijke aanranding jegens verdachte waardoor hij zich moest verdedigen. Er was met andere woorden geen sprake van een noodweersituatie en verdachte komt dan ook geen beroep op noodweer en daarmee ook niet op noodweerexces toe.
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met de gezondheidsproblemen van de moeder van verdachte.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 23 september 2017;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 12 juli 2018;
- een multidisciplinair rapport van [naam 4] , psycholoog, en [naam 5] , psychiater, gedateerd 1 mei 2018.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan poging tot doodslag, door het slachtoffer meermalen met een mes te steken. De verwondingen die hij haar heeft toegebracht waren dusdanig ernstig dat zij daaraan had kunnen overlijden. De omstandigheid dat zij tijdig werd gevonden door de politie en in het ziekenhuis direct kon worden geopereerd is een gelukkige, die echter geenszins aan verdachte te danken is.
Dat het gebeuren zowel lichamelijk als psychisch een grote impact op het slachtoffer heeft gehad, is ook tijdens de behandeling ter terechtzitting gebleken. Het slachtoffer heeft daar een verklaring voorgelezen waaruit onder meer blijkt dat zij verbijsterd is dat het juist verdachte is geweest die haar dit heeft aangedaan; iemand die zij beschouwde als een echte vriend, die zij volledig vertrouwde en bij wie zij zich veilig voelde. Daarnaast doet het haar verdriet dat verdachte geen spijt heeft betuigd en niet heeft verteld hoe het echt is gegaan.
Verdachte heeft doelbewust niet meegewerkt aan een onderzoek naar zijn geestvermogens in het Pieter Baan Centrum. De deskundigen hebben daardoor geen conclusies kunnen trekken. Bij het summiere onderzoek dat zij hebben kunnen uitvoeren, zijn geen aanwijzingen voor een stoornis bij verdachte gevonden. Daar komt bij dat verdachte geen inzicht heeft gegeven in wat er die ochtend precies is voorgevallen, behoudens zijn (onaannemelijke) stelling dat hij werd aangevallen door het slachtoffer. Hij heeft ontkend dat hij zijn vrienden en zijn moeder heeft gesproken en hij heeft ontkend dat hij het slachtoffer die ochtend boze berichten heeft gestuurd.
Verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen en de rechtbank rekent hem dit zwaar aan.
Verdachte heeft het slachtoffer levensgevaarlijk verwond en haar vervolgens voor dood achtergelaten.
Gelet op uitspraken in vergelijkbare gevallen had de rechtbank als het slachtoffer was komen te overlijden12 jaar gevangenisstraf opgelegd voor doodslag. Omdat in het onderhavige geval een poging tot doodslag bewezen is verklaard, zal de rechtbank één derde van deze straf aftrekken en vindt een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar in deze zaak passend en geboden.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [benadeelde] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 20.619,36 aan materiële schade en een bedrag van € 25.000,- aan immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering, gelet op het beroep van verdachte op noodweerexces. De afzonderlijke posten zijn door de verdediging niet betwist.
Beoordeling door de rechtbank
Materiële schade:
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen tot een bedrag van
€ 17.734,36 materiële schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen en bestaat uit:
  • Reis- en parkeerkosten € 650,46
  • Telefoonkosten € 50,-
  • Kosten eigen risico (2x) € 770,-
  • Litteken crème (2x) € 15,50
  • Kleding € 150,-
  • Kleding ziekenhuis € 50,-
  • Ziekenhuisdaggeldvergoeding € 270,-
  • Sport abonnement € 92,80
  • Studievertraging (10 maanden) € 14.041,60
  • Huishoudelijke hulp € 1.644,-
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 1 januari 2018.
Wat betreft de gevorderde toekomstige kosten, het eigen risico van de ziektekostenverzekering over 2019 en de laserbehandelingen zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering. Deze kosten zijn nog niet gemaakt en om de vraag te beantwoorden of zij voor vergoeding in aanmerking komen, zal nader onderzoek, juridisch debat tussen partijen en eventueel bewijslevering moeten plaatsvinden. Dit levert een onevenredige belasting van het onderhavige strafproces op.
Immateriële schade:
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen tot het gevorderde bedrag immateriële schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen.
De gevorderde wettelijke rente over € 20.000,- is toewijsbaar vanaf 30 juli 2017.
De gevorderde wettelijke rente over € 5.000,- is toewijsbaar vanaf 24 augustus 2017.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 36f, 45 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde feit, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) jaren;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] .
veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde], van een bedrag van
€ 42.734,36(tweeënveertigduizendzevenhonderdvierendertig euro en zesendertig eurocent),
vermeerderd met de wettelijke rente over € € 17.734,36 vanaf 1 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening,
vermeerderd met de wettelijke rente over € 20.000,- vanaf 30 juli 2017 tot aan de dag der algehele voldoening,
vermeerderd met de wettelijke rente over € 5.000,- vanaf 24 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening
en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 verklaart de
benadeelde partij [benadeelde] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde] , een bedrag
te betalen van € 42.734,36(tweeënveertigduizendzevenhonderdvierendertig euro en zesendertig eurocent),
vermeerderd met de wettelijke rente over € € 17.734,36 vanaf 1 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening,
vermeerderd met de wettelijke rente over € 20.000,- vanaf 30 juli 2017 tot aan de dag der algehele voldoening,
vermeerderd met de wettelijke rente over € 5.000,- vanaf 24 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening
 met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 248 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.S.M. Bak (voorzitter), mr. Y.M.J.I. Baauw en R.M. Schoo, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.G.J. Berk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 augustus 2018.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] , hoofdagent/rechercheur van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer BHV2017354730, gesloten op 19 september 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 204-205.
3.Letselrapportage, pag. 159-160.
4.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 191.
5.Verklaring van verdachte ter terechtzitting 19 juli 2018.
6.Proces-verbaal van verhoor aangever, pag. 109-111.
7.Proces-verbaal getuigenverhoor [betrokkene] bij de rechter-commissaris van 20 februari 2018, pag. 2, 3, 4, 6.
8.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 188-189.
9.Proces-verbaal getuigenverhoor [naam 2] bij de rechter-commissaris van 20 februari 2018, pag. 2, 3.
10.Proces-verbaal getuigenverhoor [naam 1] bij de rechter-commissaris van 20 februari 2018, pag. 2, 3.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , pag. 215-216.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , pag. 217-218.
13.Berichtenverkeer telefoon getuige [naam 3] , pag. 86-91.
14.Berichtenverkeer telefoon getuige [naam 3] , pag. 223
15.Proces-verbaal mbt WhatsApp gesprekken [benadeelde] en [telefoonnummer] , pag. 327-331.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte, pag. 62.
17.Overzicht berichtenverkeer, volgnummer 44, pag. 93.