ECLI:NL:RBGEL:2018:3399
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 31 juli 2018 heeft de rechtbank Gelderland, in de persoon van de meervoudige wrakingskamer, een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoeker was niet-ontvankelijk verklaard omdat hij tijdens de mondelinge behandeling op 3 juli 2018 weigerde de gronden voor zijn wrakingsverzoek te motiveren. De wrakingskamer overwoog dat volgens het Wrakingsprotocol van de rechtbank Gelderland een verzoek tot wraking ter zitting behandeld dient te worden, maar dat het verzoek zonder behandeling kan worden afgedaan indien het kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit was het geval omdat verzoeker, ondanks herhaalde aanmaningen van de rechter, weigerde om zijn verzoek te motiveren. Verzoeker had in een brief aangegeven dat hij gebruik wilde maken van een termijn van tien dagen om zijn gronden in te dienen, maar de wrakingskamer stelde vast dat voor wrakingsverzoeken andere regels gelden. Artikel 8:16 van de Algemene wet bestuursrecht vereist dat een wrakingsverzoek gemotiveerd wordt ingediend en dat alle feiten of omstandigheden tegelijk worden voorgedragen. Aangezien verzoeker dit niet had gedaan, werd zijn verzoek tot wraking afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 18 juli 2018 door de rechters H.P.M. Kester-Bik, A.F. Germs-de Goede en G.W.B. Heijmans, in aanwezigheid van griffier mr. C. van Schelven.