In deze letselschadezaak, die voortvloeit uit een aanrijding op 2 maart 2012, heeft de Rechtbank Gelderland op 4 juli 2018 uitspraak gedaan. De eiseres, Allianz Benelux N.V., had een verklaring voor recht gevorderd dat er geen causaal verband bestaat tussen het ongeval en de door de gedaagde gestelde gezondheidsklachten. De rechtbank had eerder een deskundigenbericht gelast om de huidige klachten van de gedaagde vast te stellen en te onderzoeken of deze klachten het gevolg waren van het ongeval. Echter, er is geen definitief deskundigenbericht tot stand gekomen omdat de gedaagde, ondanks herhaaldelijke verzoeken van de deskundige, niet heeft gereageerd op de vraag of hij gebruik wilde maken van zijn blokkeringsrecht. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het nalaten van de gedaagde om te reageren, heeft geleid tot het niet gereedkomen van het deskundigenbericht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde niet heeft voldaan aan zijn stelplicht en bewijslast met betrekking tot de stelling dat zijn klachten in causaal verband staan met het ongeval. Aangezien er geen deskundigenbericht voorligt dat de klachten en het causaal verband kan onderbouwen, heeft de rechtbank geoordeeld dat het door de gedaagde gestelde causaal verband niet is komen vast te staan. De primaire vordering van Allianz tot een verklaring voor recht dat er geen causaal verband bestaat, is toegewezen. De gedaagde is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, inclusief de kosten van de deskundige, die door Allianz zijn voorgeschoten. In reconventie zijn de vorderingen van de gedaagde afgewezen.
De rechtbank heeft de kosten aan de zijde van Allianz begroot op € 13.069,72, en de gedaagde is veroordeeld in deze kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.