Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
of omstreeks28 november 2017 te Arnhem,
in elk geval in Nederland,opzettelijk brand heeft gesticht in een woning
(gelegen aan [adres 2]
), immers heeft verdachte opzettelijk een hoeveelheid brandende waxinelichtjes onder een houten tafelblad van een salontafel laten branden,
in elk geval open vuur in aanraking heeft gebracht met een brandbare
/ofde vloerbedekking en
/ofeen bankstel,
in elk geval een of meer goederen in de woninggeheel en/of gedeeltelijk
is/zijn verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor
één of meerbelendende
(flat
)woning
(en
)en
/ofzich in die woning
(en
)bevindende perso
(o)n
(en
), in elk geval gemeen gevaar voor goederen
/oflevensgevaar en
/ofgevaar voor zwaar lichamelijk letsel
voor één of meer perso(o)n(en), in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letselvoor een ander of anderen te duchten was.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- een gevangenisstraf voor de duur van 82 dagen onvoorwaardelijk met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- de maatregel terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging, voorwaardelijk onder de voorwaarden zoals omschreven in het rapport van de reclassering d.d. 22 mei 2018;
- de dadelijke uitvoerbaarheid van de opgelegde maatregel op grond van artikel 38, zesde lid van het Wetboek van Strafrecht.