ECLI:NL:RBGEL:2018:3133

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 juli 2018
Publicatiedatum
13 juli 2018
Zaaknummer
05/820076-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak wegens onvolledige bewijsvoering

Op 2 juli 2018 vond de behandeling plaats van een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1966, die betrokken was bij een incident op 4 april 2017. De verdachte verklaarde ter zitting dat hij niet had gezegd dat hij in slaap was gevallen achter het stuur, maar dat hij een black-out had gehad. Deze verklaring stond in contrast met zijn eerdere verklaring bij de politie. De raadsvrouw van de verdachte pleitte ervoor om de verklaring van de verdachte bij de politie niet te gebruiken voor het bewijs, terwijl de officier van justitie stelde dat deze verklaring wel degelijk bruikbaar was.

De rechtbank oordeelde dat het onderzoek niet volledig was geweest en besloot om verbalisant [verbalisant] als getuige te horen. Dit was noodzakelijk omdat de verklaring van de verdachte niet door hem was ondertekend en hij 20 minuten na het ongeval was gehoord, wat vragen opriep over de betrouwbaarheid van zijn verklaring. De rechtbank heropende het onderzoek en bepaalde dat de zaak opnieuw ter zitting zou worden gebracht, waarbij de oproeping van de verdachte en zijn raadsvrouw werd bevolen.

De beslissing werd genomen door de rechters G.W.B. Heijmans (voorzitter), C. Kleinrensink en E.H.T. Rademaker, en werd uitgesproken op 16 juli 2018. De rechtbank schorste het onderzoek voor onbepaalde tijd, in afwachting van de getuigenverklaring van verbalisant [verbalisant].

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer
Parketnummer : 05/820076-17
Op 2 juli 2018 is ter zitting behandeld de strafzaak van het Openbaar Ministerie tegen:

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] .
Raadsvrouw: mr. V.W.A.M. van de Port, advocaat te Harderwijk.
Van deze behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

Motivering

De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek niet volledig is geweest.
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij bij de politie niet heeft gezegd dat hij achter het stuur in slaap is gevallen. Hij heeft verklaard dat hij een black-out heeft gehad. Hij heeft ook verklaard dat dit hem nooit eerder is overkomen en dat hij ook nooit eerder in slaap is gevallen achter het stuur. Deze verklaringen ter zitting staan haaks op het proces-verbaal van verhoor van verdachte. De raadsvrouw van verdachte heeft bepleit om de door verdachte bij de politie afgelegde verklaring niet te gebruiken voor het bewijs.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verklaring van verdachte zoals afgelegd bij de politie wel voor het bewijs kan worden gebruikt.
De rechtbank overweegt dat zij verbalisant [verbalisant] ter zitting als getuige wil horen nu de verklaring van verdachte in concept is opgenomen en niet door verdachte is ondertekend, verdachte 20 minuten na het ongeval aan de kant van de weg is gehoord en verdachte verbaal niet erg sterk lijkt te zijn. De rechtbank wil gelet op deze omstandigheden duidelijk(er) krijgen wat op 4 april 2017 door verdachte precies is verklaard.
De rechtbank zal het onderzoek daarom heropenen en bepalen dat verbalisant [verbalisant] zal worden opgeroepen om als getuige te verschijnen op de nog te bepalen zitting.

De beslissing

De rechtbank:
  • heropent het onderzoek;
  • bepaalt dat de zaak opnieuw ter zitting wordt aangebracht en dat als getuige wordt opgeroepen:
- [verbalisant] , hoofdagent van de politie Eenheid Oost-Nederland p/a Europaweg 79, 7336 AK, Apeldoorn;
  • schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd;
  • beveelt de oproeping van verdachte en zijn raadsvrouw tegen de nog te bepalen zitting.
Deze beslissing is gegeven door mr. G.W.B. Heijmans, voorzitter, mr. C. Kleinrensink en mr. E.H.T. Rademaker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Bruinsma-Visscher, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 juli 2018.
mr. Heijmans is buiten staat deze
beslissing mede te ondertekenen