Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[gedaagde 2]
[gedaagde 3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 januari 2018
- het proces-verbaal van comparitie van 18 mei 2015.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 juni 2018 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Oude Muntkelder Utrecht B.V. en Remalin Holding B.V., waarbij de bestuurders van laatstgenoemde vennootschap aansprakelijk werden gesteld voor onbetaald gebleven vorderingen van De Oude Muntkelder. De procedure volgde op een eerdere uitspraak waarbij Mintcellar, een dochteronderneming van Remalin, was veroordeeld tot betaling van huurachterstanden en precariobelasting. De Oude Muntkelder vorderde hoofdelijke veroordeling van de gedaagden tot betaling van een bedrag van € 91.527,93, vermeerderd met rente en kosten, op grond van bestuurdersaansprakelijkheid volgens artikel 6:162 BW en/of 2:11 BW. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden, als (indirect) bestuurders van Mintcellar, onrechtmatig hadden gehandeld door selectieve betalingen aan andere schuldeisers te verrichten, waardoor De Oude Muntkelder benadeeld werd. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van betalingsonwil en dat de gedaagden persoonlijk aansprakelijk waren voor de schade die De Oude Muntkelder had geleden. De vorderingen van De Oude Muntkelder werden toegewezen, terwijl de reconventionele vordering van de gedaagden tot opheffing van het beslag werd afgewezen. De rechtbank veroordeelde de gedaagden in de proceskosten.