ECLI:NL:RBGEL:2018:304

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 januari 2018
Publicatiedatum
24 januari 2018
Zaaknummer
326336
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een kind geboren op de Filipijnen door echtgenoten in Nederland

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 10 januari 2018 een beschikking gegeven inzake de adoptie van een kind, geboren op de Filipijnen, door een echtpaar dat in Nederland woont. De verzoekers, beiden wonende te [woonplaats], hebben op 14 september 2017 een verzoekschrift ingediend voor de adoptie van de minderjarige, die op [datum] 2014 is geboren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige de Filipijnse nationaliteit bezit en dat de identiteit van de vader onbekend is. De adoptieprocedure is gestart na toestemming van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Inter-Country Adoption Board, die de verzoekers als adoptiefouders heeft aangewezen.

De rechtbank heeft de voorwaarden voor adoptie, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, beoordeeld. De Raad voor de Kinderbescherming heeft een positief advies uitgebracht over het verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige in het kennelijk belang van het kind is en dat aan alle wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en de wijziging van de voornamen van de minderjarige gelast. Tevens is bepaald dat de minderjarige de geslachtsnaam van de adoptiefvader zal dragen.

De beschikking is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de geboorteakte van de minderjarige in te schrijven. De rechtbank heeft ook de procedure voor hoger beroep uiteengezet, waarbij verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak in beroep kunnen gaan.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: 326336 FZ RK 17/2319
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken d.d. 10 januari 2018
Op het verzoek van:

[naam verzoeker] en [naam verzoekster] ,

echtgenoten, verder te noemen verzoekers,
beiden wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. C.P. Robben te Gieten.

Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
 het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 14 september 2017;
 de brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag van 25 oktober 2017;
 het rapport van 20 december 2017 van de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Gelderland, Locatie Arnhem.

De feiten

Verzoekers zijn op [datum] 2008 te [plaatsnaam] met elkaar gehuwd.
Op [datum] 2014 is te [plaatsnaam] , Filipijnen, geboren de minderjarige:
[naam kind] ,
als zoon van [naam moeder] , verder te noemen de moeder.
De identiteit van de vader is niet bekend.
De minderjarige bezit de Filipijnse nationaliteit.
Bij besluit van 5 juni 2013 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, nr. B.K.A. 20114/0078, is aan verzoekers toestemming verleend tot opneming ter adoptie van een eerste buitenlands kind.
Blijkens een verklaring van de Centrale Autoriteit van 22 oktober 2015 is de op de voet van artikel 17 van het HAV vereiste toestemmingsverklaring tot voortgang van de adoptie verleend.
De Inter-Country Adoption Board heeft bij Placement Authority van 9 maart 2016 (Ref. No. 16-081) Wereldkinderen gemachtigd om de minderjarige aan verzoekers als te verwachten adoptief ouders toe te vertrouwen.
De minderjarige verblijft in ieder geval sinds 12 juli 2016 bij verzoekers.
De Inter-Country Adoption Board heeft blijkens het ‘Affidavit of Consent to Adoption’ van 13 maart 2017, Certificate No. 00071331, aan verzoekers toestemming verleend voor een “sterke” adoptie van de minderjarige.
De minderjarige heeft een geldige verblijfstitel tot 1 juli 2021.

Het verzoek

Verzoekers verzoeken:
- de adoptie uit te spreken van voornoemde minderjarige door verzoekers;
- om, voor zover nodig, de verklaring van verzoekers dat de minderjarige de geslachtsnaam [geslachtsnaam verzoeker] zal hebben in de beschikking te vermelden;
- te gelasten dat de voornaam van de minderjarige wordt gewijzigd van [naam kind] in [naam kind] ;
- ingevolge artikel 1:25 lid 5 BW de inschrijving van de Certificatie of live birth, Registry No. 2014-258, te gelasten, subsidiair om ingevolge artikel 1:25c lid 3 BW vast te stellen dat de minderjarige van het mannelijk geslacht, genaamd [naam kind] , is geboren op [datum] 2014 te [plaatsnaam] , Filipijnen, als kind van de biologische moeder [naam moeder] en een onbekende biologische vader.

De beoordeling

Adoptie
Beide landen, Nederland en de Filipijnen, zijn partij bij het “Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie” (hierna: HAV).
De Inter-Country Adoption Board heeft bij Placement Authority van 9 maart 2016 (Ref. No. 16-081) Wereldkinderen op de voet van artikel 17 HAV gemachtigd om de minderjarige aan verzoekers als te verwachten adoptiefouders toe te vertrouwen. Ter uitvoering hiervan is de minderjarige aan aspirant-adoptiefouders toevertrouwd met het oog op adoptie. In dat geval kan de adoptie van een minderjarige onder bepaalde voorwaarden voortgang vinden.
De Inter-Country Adoption Board heeft bij ‘Affidavit of Consent to Adoption’ van
13 maart 2017, Certificate No. 00071331, toestemming voor de adoptie van de minderjarige door verzoekers verleend. Uit dit Affidavit blijkt naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam dat aan de voorwaarden voor de voortgang van adoptie is voldaan.
De rechtbank zal, overeenkomstig het verzoek, beoordelen of aan de voorwaarden die het Burgerlijk Wetboek aan de adoptie stelt is voldaan en de adoptie kan worden uitgesproken.
Verzoekers en de minderjarige hebben hun gewone verblijfplaats in Nederland. De verzoekers hebben de Nederlandse, de minderjarige heeft de Filipijnse nationaliteit.
Ingevolge artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht, nu verzoekers hun woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland hebben.
Op grond van het bepaalde in artikel 10:105 lid 1 BW is op een in Nederland uit te spreken adoptie, behoudens lid 2, Nederlands recht van toepassing.
Ingevolge artikel 1:227 lid 3 BW kan het verzoek tot adoptie alleen worden toegewezen, indien de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft, en aan de voorwaarden genoemd in artikel 228 BW, wordt voldaan.
Op grond van artikel 1:228 lid 1 BW dient aan de navolgende voorwaarden voor adoptie te worden voldaan:
a. dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is, en dat het kind, indien het op de dag van het verzoek twaalf jaar of ouder is, ter gelegenheid van zijn verhoor niet van bezwaren tegen toewijzing van het verzoek heeft doen blijken;
b. het kind niet een kleinkind van een adoptant is;
c. dat de adoptant of ieder der adoptanten ten minste achttien jaren ouder dan het kind is;
d. dat geen der ouders het verzoek tegenspreekt;
e. dat de minderjarige moeder van het kind op de dag van het verzoek de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt;
f. dat de adoptanten of de adoptanten het kind gedurende ten minste een jaar heeft of hebben verzorgd en opgevoed;
g. dat de ouder of ouders niet of niet langer het gezag over het kind hebben.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft blijkens zijn rapport van 20 december 2017 een positief advies uitgebracht met betrekking tot het onderhavige verzoek.
Een van de vereisten voor het uitspreken van de adoptie is dat geen der ouders het verzoek tegenspreekt. Op grond van het bepaalde in artikel 10:105 lid 2 BW is op de toestemming dan wel de raadpleging of voorlichting van de ouders van het kind of van andere personen of instellingen van toepasselijk het recht van de staat waarvan het kind de nationaliteit bezit. Nu de minderjarige de Filipijnse nationaliteit heeft, is het Filipijnse recht hierop van toepassing. Aan voormeld toestemmingsvereiste is gelet op de ‘Affidavit of Consent of Adoption’ voldaan.
De rechtbank stelt vast dat de minderjarige nu en naar te voorzien is in de toekomst niets meer van de moeder in hoedanigheid van ouder te verwachten heeft en acht voorts de gevraagde adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige.
Naar het oordeel van de rechtbank is eveneens aan de (overige) voorwaarden van de Wobka en de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek voldaan, zodat het verzoek kan worden toegewezen.
Voornamen en geslachtsnaam
Op grond van artikel 10:19 lid 1 BW worden de geslachtsnaam en de voornamen van een vreemdeling bepaald door het recht van de staat waarvan hij de nationaliteit heeft.
Op grond van artikel 10:20 BW worden de geslachtsnaam en de voornamen van een persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit, ongeacht de vraag of hij nog een andere nationaliteit heeft, bepaald door het Nederlandse recht. Artikel 10:22 lid 1 BW bepaalt dat ingeval van verandering van nationaliteit het recht van de staat van de nieuwe nationaliteit van toepassing is, daaronder begrepen de regel van dat recht betreffende de gevolgen van de nationaliteitsverandering voor de naam.
De minderjarige bezit thans de Filipijnse nationaliteit. Op het moment dat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan levert dit een grondslag op voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit. Het voorgaande brengt mee dat Nederlands recht dan van toepassing is op het verzoek dat betrekking heeft op de geslachtsnaam en de voornamen van de minderjarige.
Verzoekers hebben verzocht voor zover nodig te verstaan dat de minderjarige de geslachtsnaam [geslachtsnaam verzoeker] zal dragen. Gelet op het bepaalde in artikel 1:5 lid 3 BW kan een beslissing ter zake achterwege blijven. Niettemin zal de rechtbank hieronder verstaan dat de minderjarige de geslachtsnaam [geslachtsnaam verzoeker] zal hebben.
Wat betreft het verzoek tot voornaamswijziging bepaalt artikel 1:4 lid 4 BW dat deze door de rechtbank kan worden gelast. Het verzoek zal worden toegewezen, aangezien van bezwaren daartegen niet is gebleken. De rechtbank zal derhalve wijziging van de voornamen van de minderjarige gelasten, opdat de voornamen van de minderjarige zullen luiden: [naam kind] . Tevens zal inschrijving hiervan worden gelast.
Geboorteakte
Bij de stukken bevindt zich een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door de daartoe bevoegde instantie opgemaakte akte van geboorte van de minderjarige, Registry No. 2014-258, opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand en geregistreerd op 24 januari 2014. De rechtbank zal, mede gelet op de inhoud van de voormelde brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag, conform het bepaalde in art. 1:25 lid 5 BW, de inschrijving van deze geboorteakte gelasten als na te melden.

De beslissing

De rechtbank:
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag de akte van geboorte, Registry No. 2014-258, van [naam kind] , geboren op [datum] 2014 te [plaatsnaam] Filipijnen, opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand en geregistreerd op 24 januari 2014, waarvan een kopie aan deze beschikking wordt gehecht, in te schrijven;
spreekt uit de adoptie van:
[naam kind],
geboren op [datum] 2014 te [plaatsnaam] , Filipijnen, als kind van de moeder
[naam moeder] ,
door:
[naam verzoeker]en
[naam verzoekster] ,
echtgenoten, beiden wonende te [adresgegevens] ;
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank daartoe een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente Den Haag zal zenden, zodra deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan;
gelast de wijziging van de voornamen van de minderjarige in de voornamen: [naam kind] ;
verstaat dat de adoptanten gezamenlijk hebben verklaard dat de minderjarige de geslachtsnaam van de adoptief-vader zal hebben, te weten [geslachtsnaam verzoeker] ;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Kuypers, kinderrechter, in tegenwoordigheid van
A. de Wijse-Hageman als griffier en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2018.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.