ECLI:NL:RBGEL:2018:3020

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 juli 2018
Publicatiedatum
9 juli 2018
Zaaknummer
05/740224-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot verkrachting met bewezenverklaring en strafoplegging

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 juli 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot verkrachting. De feiten vonden plaats tussen 6 en 7 februari 2015 in Velp, gemeente Rheden. De verdachte heeft geprobeerd de aangeefster, een medebewoonster, te verkrachten door haar te dwingen tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de aangeefster heeft vastgehouden, haar mond en neus heeft bedekt, en haar op verschillende manieren heeft betast. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster en getuigen als consistent en geloofwaardig beoordeeld. De verdachte heeft ontkend iets te hebben gedaan, maar zijn verklaring werd niet geloofd. De rechtbank oordeelde dat er wettig en overtuigend bewijs was voor de poging tot verkrachting. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, rekening houdend met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd. De rechtbank heeft ook overwogen dat er een vormverzuim was bij het binnentreden van de woning van de verdachte, maar dit had geen invloed op de bewijsvoering. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/740224-17
Datum uitspraak : 6 juli 2018
Verstek
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1984, wonende te [adres 1] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 juni 2018.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Primair
hij op of omstreeks de periode van 6 februari 2015 tot en met 7 februari 2015 te Velp, gemeente Rheden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft/is hij, verdachte:
- een of meer andere zich in de (slaap) kamer bevindende personen (dringend) verzocht de (slaap)kamer te verlaten en/of
- de toegangsdeur van de (slaap)kamer, waarin die [slachtoffer] zich bevond, ((al dan niet) met een sleutel) dichtgedaan en/of afgesloten en/of
- het licht in die (slaap)kamer uitgedaan en/of
- die [slachtoffer] op/tegen de grond geduwd/gegooid/gesmeten en/of
- boven op die [slachtoffer] gaan zitten en/of
- een hand op de mond en/of neus van die [slachtoffer] gelegd/gedrukt en/of (vervolgens) de mond en/of neus dichtgedrukt en/of dichtgedrukt gehouden en/of
- aan de pyjamabroek van die [slachtoffer] getrokken, althans getracht de pyjamabroek naar beneden te trekken en/of uit te trekken en/of
- met een/de hand(en) (al dan niet onder/over de kleding (heen)) de borsten en/of billen en/of vagina, althans schaamstreek, en/of het (verdere) lichaam van die [slachtoffer] betast/aangeraakt en/of
- ( met) zijn ((al dan niet) (stijve en/of ontblote)) penis tegen/op de buik, althans het lichaam, van die [slachtoffer] geduwd/gedrukt en/of geduwd/gedrukt gehouden en/of
- voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale protesten van die [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
hij op of omstreeks de periode van 6 februari 2015 tot en met 7 februari 2015 te Velp, gemeente Rheden, [slachtoffer] , door geweld en/of andere feitelijkheden, heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, door (op onverhoedse wijze)
- een of meer andere zich in de (slaap)kamer bevindende personen (dringend) te verzoeken de (slaap)kamer te verlaten en/of
- de toegangsdeur van de (slaap)kamer, waarin die [slachtoffer] zich bevond, ((al dan niet) met een sleutel) dicht te doen en/of af te sluiten en/of
- het licht in die (slaap)kamer uit te doen en/of
- die [slachtoffer] op/tegen de grond te duwen/gooien/smijten en/of
- boven op die [slachtoffer] te gaan zitten en/of
- een hand op de mond en/of neus van die [slachtoffer] te leggen/drukken en/of
(vervolgens) de mond en/of neus dichtgedrukt en/of dichtgedrukt te houden en/of
- aan de pyjamabroek van die [slachtoffer] te trekken, althans getracht de pyjamabroek van die [slachtoffer] naar beneden te trekken en/of uit te trekken en/of
- met een/de hand(en) (al dan niet onder/over de kleding (heen)) de borsten en/of billen en/of vagina, althans schaamstreek, en/of het (verdere) lichaam van die [slachtoffer] te betasten en/of aan te raken en/of
- ( met) zijn ((al dan niet) (stijve en/of ontblote)) penis tegen/op de buik, althans het lichaam van die [slachtoffer] te duwen/drukken.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde.
Beoordeling door de rechtbank
Vormverzuim ontbreken machtiging tot binnentreden
Ten aanzien van het binnentreden in de (slaap/woon)kamer van verdachte stelt de rechtbank op grond van het proces-verbaal bevindingen d.d. 10 februari 2015 vast dat de opsporingsambtenaren naar aanleiding van een melding op 9 februari 2015 naar de [adres 2] zijn gegaan. In dit pand zouden verschillende kamers verhuurd worden. Een van de bewoners zou geprobeerd hebben medebewoonster [slachtoffer] te verkrachten tussen vrijdag 6 februari 2015 om 22.00 uur en zaterdag 7 februari 2015 om 3.00 uur. Als de verbalisanten het pand betreden, zien zij een op dat moment onbekende man staan bij de achteringang van het pand. Zij worden door [getuige 1] naar de kamer van aangeefster begeleid. [slachtoffer] en [getuige 1] verklaren dat de verdachte [slachtoffer] heeft geprobeerd te verkrachten. [getuige 1] verklaart dat de verdachte de man is die verbalisanten eerder bij de achteringang hebben zien staan. [2] Een van de overige bewoners, [naam 1] , heeft vervolgens de kamer geopend waar de verdachte zou moeten verblijven. Daar bleek niemand aanwezig. Verbalisanten zijn de kamer in gelopen. In het zicht, op een schap in de kast, lag een portemonnee. Omdat de personalia van de verdachte onbekend waren, is in de portemonnee gekeken. In de portemonnee treffen zij een Pools Identificatiebewijs van verdachte aan. De foto van het identificatiebewijs kwam overeen met de man die verbalisanten eerder zagen bij de achteringang. [3]
Voor het binnentreden in een woning zonder dat de bewoner daar toestemming voor heeft gegeven, is een schriftelijke machtiging als bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden vereist. In dit geval blijkt van het verstrekken van zodanige last uit het dossier niet. Het moet er daarom voor worden gehouden dat zonder machtiging is binnengetreden, hetgeen een vormverzuim in de zin van artikel 359a van het Wetboek van strafvordering (Sv) oplevert.
Voor wat betreft de aan dit vormverzuim te verbinden gevolgen, kan naar het oordeel van de rechtbank worden volstaan met de enkele constatering daarvan , nu deze machtiging, gelet op de omstandigheden waaronder werd opgetreden, buiten redelijke twijfel zou zijn verleend.
Bewijsoverwegingen
Aangeefster heeft verklaard dat zij op 6 februari 2015 een aansteker zocht. In de gezamenlijke keuken trof zij drie mannen aan, waaronder de dader, [naam 2] en een onbekende man. Met de drie mannen is zij op de kamer van de dader een sigaret gaan roken. [4] Op enig moment hebben de onbekende man en [naam 2] de kamer verlaten. Zij wilde ook weggaan, maar toen zij ging staan, heeft de dader de deur afgesloten en heeft hij het licht uit gedaan. Vervolgens gooide of duwde hij haar op de grond en drukte zijn hand op haar mond en op haar neus, zodat zij niet kon ademen. Hij ging op haar zitten en heeft haar onder haar shirt aangeraakt aan haar borsten en buik. Ook heeft hij haar betast aan en tussen haar benen. Dit gebeurde over en onder haar kleding. Zij voelde op een gegeven moment ook zijn stijve geslachtsdeel op haar buik. Het was een beetje nat. Toen hij haar broek probeerde uit te trekken, raakte hij haar boven de schaamlippen aan. Aangeefster probeerde zich te verdedigen en probeerde te schreeuwen, maar hij hield zijn hand op haar mond. Zij hoorde mensen op de deur van de kamer kloppen en na enige tijd heeft de dader de deur geopend. [5]
Aangeefster heeft consistent verklaard op de essentiële punten in de door haar afgelegde verklaringen op 9 februari 2015 [6] en op 11 februari 2015. De verklaring van aangeefster vindt ook concrete ondersteuning in de verklaringen van [getuige 1] [7] , [naam 3] [8] en [naam 2] . [9] [getuige 2] heeft bevestigd dat hij met aangeefster en een andere man op de kamer van een kameraad van hem, zijnde een Poolse man, een sigaret heeft gerookt. Aangeefster bleef in de kamer van die kameraad toen hij en de andere man de kamer verlieten. [getuige 1] heeft onder andere verklaard dat zij geschreeuw hoorde en dat zij op de deur had geklopt. Nadat [naam 4] , die uit Polen komt, de deur had geopend, trof zij aangeefster in foetus houding op de grond aan. Aangeefster kon daarna alleen maar huilen volgens [getuige 1] . Ook [naam 3] heeft gehoord dat aangeefster na afloop heel hard en lang heeft gehuild. [naam 3] heeft toen aan aangeefster gevraagd wat er aan de hand was. [naam 5] , de vriend van aangeefster, vertelde hem dat ‘de drugsgebruiker’ had geprobeerd om aangeefster te verkrachten. [naam 3] wist toen meteen dat hij [verdachte] bedoelde. [naam 3] is toen naar verdachte gegaan om met hem te spreken. Verdachte vertelde hem dat er niets was gebeurd. Het meisje was zijn kamer ingekomen, had de deur afgesloten en de sleutel op de grond gegooid.
Verdachte heeft verklaard dat hij vanaf eind 2014 tot begin 2015 in Nederland verbleef in een gebouw waar ook veel Polen verbleven. Hij kan zich geen namen herinneren. Hij werkte in 2015 in een vleesverwerkend bedrijf. Op 6 februari 2015 verbleef hij in het hotel, maar in een ander gebouw dan waar hij woonde. Die dag zat hij met vrienden op een kamer die zich naast de keuken bevond. [10]
Ten aanzien van de identiteit van de verdachte overweegt de rechtbank het volgende. Aangeefster heeft verklaard dat de verdachte Pools was, in een vleesfabriek werkte en in de kamer naast de keuken woonde. [11] Het aangetroffen identiteitsbewijs in verdachtes kamer is aan aangeefster getoond. Aangeefster heeft bevestigd dat dit de verdachte was. [12] [getuige 1] heeft verklaard dat de verdachte de onbekende man bij de achteringang van het pand was. [13] Volgens verbalisanten kwam de man die zij eerder bij de achteringang hebben gezien, overeen met de man op de foto op het identiteitsbewijs. [14] Aangeefster en de getuigen [getuige 1] , [naam 2] en [naam 3] verklaren allen dat de verdachte drugs (amfetamine) gebruikte. [15] Gelet op het vorenstaande, gevoegd bij de uitlatingen van verdachte tegenover [naam 3] , is volgens de rechtbank komen vast te staan dat [verdachte] de verdachte betreft.
Gelet op de consistente verklaringen van aangeefster en de ondersteunende verklaringen van de getuigen [getuige 1] , [naam 3] en [naam 2] , vindt de rechtbank verdachtes verklaring – dat hij geen contact heeft gehad met aangeefster en niets weet van een (poging) verkrachting – niet aannemelijk. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte heeft geprobeerd om aangeefster te verkrachten.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij
op ofin de periode van 6 februari 2015 tot en met 7 februari 2015 te Velp, gemeente Rheden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft/is hij, verdachte:
- een of meer andere zich in de (slaap) kamer bevindende personen (dringend) verzocht de (slaap)kamer te verlaten en/of
- de toegangsdeur van de (slaap)kamer, waarin die [slachtoffer] zich bevond, ((al dan niet) met een sleutel) dichtgedaan en/of afgesloten en
/of
- het licht in die (slaap)kamer uitgedaan en
/of
- die [slachtoffer] op/tegen de grond geduwd/gegooid/gesmeten en/of
- boven op die [slachtoffer] gaan zitten en
/of
- een hand op de mond en/of neus van die [slachtoffer] gelegd/gedrukt en
/of (vervolgens
)de mond en/of neus dichtgedrukt en/of dichtgedrukt gehouden en
/of
- aan de pyjamabroek van die [slachtoffer] getrokken
, althans getracht de pyjamabroek naar beneden te trekken en/of uit te trekkenen
/of
- met een/de hand(en) (al dan niet onder/over de kleding (heen)) de borsten en
/of billen en/of vagina, althansschaamstreek, en/of het (verdere) lichaam van die [slachtoffer] betast/aangeraakt en
/of
- ( met) zijn (
(al dan niet) (stijve en
/ofontblote
)) penis tegen
/opde buik
, althans het lichaam, van die [slachtoffer] geduwd/gedrukt en/of geduwd/gedrukt gehouden en
/of
- voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale protesten van die [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Primair:
Poging verkrachting

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 21 maanden.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 15 mei 2018.
Verdachte heeft geprobeerd om [slachtoffer] in zijn (slaap)kamer te verkrachten. Hij betastte haar op diverse delen van haar lichaam, waaronder de schaamstreek, en hij duwde met zijn stijve en ontblote penis tegen haar buik. Voorts probeerde hij haar kleding uit te trekken. Voor het slachtoffer is dit een bijzonder dreigende situatie geweest, wat blijkt uit haar eigen verklaring waarin ze aangeeft heel bang te zijn geweest, en de verklaring van [getuige 1] , die haar heeft horen schreeuwen en haar alleen maar zag huilen na afloop. Verdachte heeft uitsluitend ter bevrediging van zijn eigen lustgevoelens een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en haar gevoel van veiligheid.
De rechtbank heeft kennis genomen van de justitiële documentatie van verdachte waaruit blijkt dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.
Volgens de Oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS wordt voor verkrachting een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden als uitgangspunt genomen. Omdat het een poging betreft, vermindert de straf met een derde deel.
De rechtbank houdt rekening met het feit dat het bewezenverklaarde in 2015 heeft plaatsgevonden en de strafzaak pas op 22 juni 2018 is behandeld op zitting.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat in het onderhavige geval een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden passend en geboden is. Zonder schending van de redelijke termijn zou de rechtbank een gevangenisstraf van 16 maanden hebben opgelegd.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 45 en 242 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.H. van Laethem (voorzitter), mr. K.A.M. van Hoof en mr. A. Cimen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.P. van der Meulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 juli 2018.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam 6] van de politie Eenheid Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015069096, gesloten op 16 mei 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 februari 2015, p. 10.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 februari 2015, p. 11.
4.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 11 februari 2015, p. 19.
5.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 11 februari 2015, p. 20, 25-26.
6.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 februari 2015, p. 10; Proces-verbaal Informatief gesprek zeden d.d. 10 februari 2015, p. 14-17.
7.Proces-verbaal van getuige [getuige 1] d.d. 11 februari 2015, p. 31-36.
8.Proces-verbaal van getuige [naam 3] d.d. 12 februari 2015, p. 37- 40.
9.Proces-verbaal van getuige [getuige 2] d.d. 12 februari 2015, p. 41-44.
10.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 87-88.
11.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 11 februari 2015, p. 22; Proces-verbaal Informatief gesprek zeden d.d. 10 februari 2015, p. 14
12.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 11 februari 2015, p. 22.
13.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 februari 2015, p. 11.
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 februari 2015, p. 11.
15.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 11 februari 2015, p. 27; Proces-verbaal van getuige [getuige 1] d.d. 11 februari 2015, p. 35; Proces-verbaal van getuige [naam 3] d.d. 12 februari 2015, p. 39; Proces-verbaal van getuige [getuige 2] d.d. 12 februari 2015, p. 44.