Uitspraak
Rechtbank GELDERLAND
gedaagde partij,
1.Het procesverloop
- de op 30 januari 2018 per email binnengekomen producties 1 tot en met 5 van de zijde van Connexxion,
- de mondelinge behandeling van 31 januari 2018 waarvan aantekening is gehouden door de griffier.
De na de zitting ingekomen email van [eisende partij] en haar brief met bijlagen behoren niet tot de processtukken en zijn retour gestuurd.
2.De feiten
(…) Het traject bij Ergatis loopt nog (…) Mijn advies is om de rapportage met elkaar als uitgangspunt te nemen voor het maken van afspraken met elkaar betreffende doel, inzetbaarheid en behandeling. Ik zou haar graag weer op het spreekuur willen zien als de rapportage er is. Tot die tijd is mijn advies haar nog niet in te zetten als chauffeur. (…)”.
(…) Op basis van onze bevindingen is er geen aanleiding om beperkingen op te nemen voor beroepsmatig autorijden. (…) Gezien de aanwezige herstel belemmerende factoren is herstel binnen korte termijn niet te verwachten. Indien de voorgestelde behandeling in gang wordt gezet kan daarbij voortgang worden geboekt. (…) De onderzoeksbevindingen en onderbouwing van onze conclusies zijn opgenomen in een uitgebreide medische rapportage voor de bedrijfsarts. (…)”.
Bij de rapportage is een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) gevoegd. Op deze lijst staan de volgende opmerkingen: “
(…) Ja, de cliënt is aangewezen op werk zonder veelvuldige deadlines of productiepieken. Ja, de cliënt is aangewezen op werk waarin geen hoog handelingstempo vereist is. (…)”.
(…) Bij Ergatis heeft ze psychiatrisch en psychologisch onderzoek ondergaan om te beoordelen of ze mbt persoonlijk en sociaal functioneren in staat geacht kan worden om een bus veilig voor zichzelf en andere te besturen. Uit de rapportage komt dat dat geen belemmering moet zijn. De aangegeven beperkingen liggen in het omgaan met druk en deadlines en problemen bij een hoog handelingstempo. (…) Mijn advies is om een plan te maken voor de opbouw en terugkeer in het werk in 3 maanden met als start 3x3 u/w en dit in stappen van 2 weken opbouwen naar volledig in afstemming met de aanwezige werkzaamheden. (…)”.
“
(…) Ik heb mevrouw [eisende partij] op mijn spreekuur gezien en een inzetbaarheidsprofiel opgesteld. (…) Mevrouw [eisende partij] wil graag een verwijzing naar Tigra. Zowel ICARA als Ergatis adviseren een andere behandeling. Hierop moet zij zich nu richten. Deze behandeling lijkt niet goed van de grond te komen en te stagneren. Ik heb haar aangegeven dit met haar behandelaar op te nemen en ik zal de informatie aldaar opvragen. Met betrekking tot de arbeidsmogelijkheden is mijn advies om in passende werkzaamheden in uren op te bouwen. (tijdscontingent en in het eerder voorgeschreven tempo). (…)”.
“
(…)Informatie werknemer(…) Werknemer geeft aan dat ze last heeft van diverse fysieke klachten, echter hier wordt volgens haar geen gehoor aan gegeven. (…) In dit gesprek geeft ondergetekende aan dat in het onderzoek de gegevens van de bedrijfsarts zullen worden meegenomen en gewogen.(…) Mevrouw [eisende partij] geeft aan dat ze zich niet gehoord voelt. (...) Sinds 1997 is mevrouw [eisende partij] touringcarchauffeur, ze voerde verschillende werkzaamheden uit. Naar eigen zeggen werd er voor datum uitval zo veel mogelijk rekening gehouden met haar wensen om in gebroken diensten te werken, (…) Ze voerde voornamelijk schoolvervoer uit. Mevrouw geeft aan dat dit voor haar vol te houden was. Ze probeert nu te re-integreren middels een opbouwschema wat is opgesteld door de bedrijfsarts. Mevrouw [eisende partij] geeft aan dat ze geen volle dag achterelkaar kan rijden in de bus.(…)2.5. BeperkingenDe belastbaarheid van werknemer is vastgesteld door de bedrijfsarts (…) en omschreven in een Inzetbaarheidsprofiel d.d. 26-9-2017. De beperkingen van werknemer zijn weergegeven in paragraaf 3.3. (…) De visie van de bedrijfsarts op duurzame inzetbaarheid in het eigen werk is dat werknemer op den duur niet terug kan keren in het eigen werk; (…)
(…) Ik heb informatie opgevraagd bij behandelaar om mede te beoordelen of ze rijvaardig is. Mevrouw [eisende partij] is inzetbaar voor werk, maar niet voor het chaufferen en kan in aangepast werk haar werkconditie opbouwen. (…) Informatie specialist is gewenst om te bepalen of ze in staat geacht kan worden te chaufferen. (…) Mag uren opbouwen in aangepast werk volgens aangegeven schema. Nog niet chaufferen tot informatie behandelaar er is en dan heroverwegen (…)”.
20 december 2017. Hierin is te lezen: “
(…) Er werd overleg gepleegd met de bedrijfsarts (…) Tijdens dit overleg werd door de bedrijfsarts toegezegd de expertiseverslagen van Ergatis en van Icara te zullen versturen naar ondergetekende. Tevens brief van Ggnet. Deze documenten werden ontvangen en bestudeerd. (…)Client is werkzaam bij Connexxion Tours in d functie van chauffeur. (…) Doet binnenlandse ritten zoals schoolvervoer, evenementsvervoer, supportersvervoer. Werkuren maximaal 15 per dag. (…) Vanaf eind augustus 2017 heeft zij 2 in maanden het werk tot volledig opgebouwd en heeft zich toen beter gemeld, waar de bedrijfsarts het niet mee eens is. (…)Bij onderzoek worden afwijkende bevindingen vastgesteld en er is sprake van ziekte. Daardoor heeft cliënt stoornissen ten aanzien van persoonlijk en sociaal functioneren en ten aanzien van zwaardere fysieke belasting. Client is weliswaar beperkt, maar van duurzame en structurele beperkingen is geen sprake. Ik acht cliënt dan ook arbeidsgeschikt voor haar werk, maar onder voorwaarde dat de behandeling bij GGnet doorgang vindt. Cliënt is niet duurzaam arbeidsongeschikt en er is geen reden om haar in de ziektewet te houden. (…)ConclusieClient is geschikt voor de maatgevende arbeid per datum 7-11-2017 op voorwaarde dat de behandeling bij GGnet doorgang vindt. (…)”.
“
(…) Ik heb mevrouw [eisende partij] op het spreekuur gezien. (…) Ik zou graag opnieuw informatie opvragen bij de behandelaar over de stand van zaken en voortgang. Betrokkene heeft mij daar toestemming voor gegeven.Voor dit moment is mijn advies ongewijzigd om haar nog niet in te zetten als touringcarchauffeur. Ze heeft wel benutbare mogelijkheden en is voor de volle omvang van haar dienstverband inzetbaar in vervangende passende werkzaamheden. Hierbij moet er rekening gehouden worden met de beperkingen in het persoonlijk en sociaal functioneren: omgaan met tempodruk en deadlines, hanteren van hoog handelingstempo, omgaan met drukte/verstoringen, de concentratie en aandachtspanne is wisselend vooral bij een verminderde interesse voor het onderwerp, omgaan met emoties en conflicten.(…)”.
“
(…) In het verloop daarna geeft mevrouw [eisende partij] aan graag weer te willen chaufferen. Echter er vindt geen behandeling plaats en er is twijfel over haar inzetbaarheid als touringcarchauffeur. Een expertise bij Ergatis wordt aangevraagd. Ergatis concludeert dat betrokkene op zich in staat geacht kan worden voor het chaufferen van cat 1 en cat 2. Echter ook dat begeleiding nodig is om tot herstel te komen. Ergatis concludeert verder wel dat ze beperkingen heeft voor het eigen werk en dat op korte termijn geen herstel te verwachten is. Tevens dat behandeling/begeleiding nodig is en dat met gerichte behandeling het effect te verbeteren is. De verantwoordelijkheid voor de beslissing voor de rijgeschiktheid ligt niet bij Ergatis, maar bij de bedrijfsarts. Gezien de eerdere uitspraken van betrokkene en haar wijze van reageren ,komt de bedrijfsarts tot het besluit deze verantwoordelijkheid op dit moment niet te kunnen dragen en stelt voor behandeling op te starten en bij een goed effect of afgerond effect dit te heroverwegen. Mevrouw [eisende partij] is het niet eens en laat een DO uitvoeren. De conclusie uit het DO is dat het UWV haar geschikt acht onder voorwaarde van het voortzetten en afmaken van de behandeling. Echter geldt nog steeds dat de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de geschiktheid voor het chaufferen bij de bedrijfsarts ligt en ik kan zonder adequate behandeling die verantwoordelijkheid niet nemen. Mijn advies is dat ze nog niet geschikt is voor eigen werk, maar wel voor ander werk, verder dat behandeling nodig is om tot verbetering en herstel te komen. (…) er is voor de 2e keer informatie bij behandelaar opgevraagd om de voortgang te bewaken. De eerste keer in november kon behandelaar nog niets aangeven over de behandeling en effect behandeling. Op het 2e informatieverzoek is nog niet gereageerd. (…)”.
3.3. De vordering en het verweer
1. tot tewerkstelling van [eisende partij] in haar eigen functie van Chauffeur Groepsvervoer voor het volledig aantal overeengekomen uren op de afgesproken dagen, onder oplegging van een dwangsom van € 500,00 per dag dan wel een ander redelijk bedrag, een gedeelte van een dag voor een gehele gerekend, dat Connexxion na betekening van het vonnis in gebreke blijft om [eisende partij] te werk te stellen,
2. tot vergoeding aan [eisende partij] van de buitengerechtelijke incassokosten overeenkomstig de staffel uit artikel 2 van het Besluit BIK,
3. in de kosten van het geding,
4. tot betaling aan [eisende partij] van de nakosten van € 100,00 te vermeerderen met de explootkosten indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden.
4.De beoordeling
4.2. [eisende partij] baseert haar vordering op de stelling dat zij sinds 7 november 2017 arbeidsgeschikt is, onder verwijzing naar het deskundigenoordeel. [eisende partij] betwist niet dat sprake is van beperkingen bij haar, maar wel dat deze zodanig zijn dat zij aan de normale taakuitoefening in de weg staan. Daarbij wijst zij er op dat zij – volgens het advies van de bedrijfsarts – sinds augustus 2017 in opbouwende urenomvang in haar werk is gere-integreerd, zonder dat dit tot problemen heeft geleid. Integendeel, zij acht zich geheel hersteld. Dat zij daarnaast ook onder behandeling is, is voor haar werkinzet niet relevant, aldus [eisende partij] . Connexxion betwist dat sprake is van geschiktheid voor het eigen werk en beroept zich op het oordeel van de bedrijfsarts.
7 november 2017, betekent dat niet dat de vordering tot tewerkstelling zonder meer zou moeten worden toegewezen. Er kunnen immers omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat een werkgever een arbeidsgeschikte werknemer enige tijd niet (volledig) inzet voor zijn werk. Bijvoorbeeld in een periode met verminderd werkaanbod of een andere aan de werkgever toe te rekenen omstandigheid.