ECLI:NL:RBGEL:2018:2901
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurtoeslag en de status van recreatiewoningen in het licht van de Wet op de huurtoeslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 2 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de huurtoeslag van eiser, die sinds 15 maart 2016 een woning huurt op een recreatiepark. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de huurtoeslag van eiser per 1 februari 2018 stopgezet, omdat hij volgens hen in een recreatiewoning woont, waarvoor geen recht op huurtoeslag bestaat. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, stellende dat zijn woning geen onderdeel uitmaakt van een vakantiebestedingsbedrijf en dat hij recht heeft op huurtoeslag.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de woning van eiser zich bevindt op het vakantiepark 'Sneeuwwitje', dat is voorzien van recreatieve voorzieningen. De rechtbank overweegt dat de wetgever met de wijziging van de Wet op de huurtoeslag (Wht) heeft beoogd om te voorkomen dat huurtoeslag wordt verstrekt voor woningen die onderdeel uitmaken van een vakantiebestedingsbedrijf. De rechtbank concludeert dat de woning van eiser, gezien de omstandigheden en de voorzieningen op het park, wel degelijk als onderdeel van een vakantiebestedingsbedrijf kan worden aangemerkt.
De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, omdat hij niet als huurder in de zin van de Wht kan worden aangemerkt. De rechtbank komt niet toe aan de beoordeling van andere argumenten van verweerder, omdat de beslissing reeds op deze grond kan worden genomen. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de wetgeving omtrent huurtoeslag en de voorwaarden waaronder deze kan worden toegekend.