ECLI:NL:RBGEL:2018:2844

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 juni 2018
Publicatiedatum
28 juni 2018
Zaaknummer
C/05/337388 / KG RK 18-481
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechter in civiele procedure wegens te late indiening van verzoek

Op 28 juni 2018 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker, gevestigd te Nijmegen, tegen mr. M.P.C.J. van Bavel, rechter in deze rechtbank. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een mondelinge behandeling die gepland stond op 17 mei 2018. Verzoeker was op 4 mei 2018 schriftelijk geïnformeerd dat de zitting doorgang zou vinden, ondanks een door hem doorgegeven verhinderdatum. Verzoeker heeft echter 12 dagen gewacht met het indienen van zijn wrakingsverzoek, dat op 16 mei 2018 door de rechtbank is ontvangen.

De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek te laat is ingediend, aangezien verzoeker geen verklaring heeft gegeven voor het tijdsverloop tussen de kennisgeving van de zitting en de indiening van het verzoek. Hierdoor kon de wrakingskamer niet toekomen aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek. De wrakingskamer heeft daarom verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/337388/ KG RK 18-481
Beslissing van 28 juni 2018
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoekster]
gevestigd te Nijmegen,
hierna te noemen: verzoeker, strekkende tot de wraking van
mr. M.P.C.J. van Bavel,
rechter in deze rechtbank, hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het schriftelijke wrakingsverzoek van 15 mei 2018,
  • de schriftelijke reactie van de rechter van 4 juni 2018, en
  • een nagekomen stuk, te weten de op 21 juni 2018 door verzoeker verstuurde toelichting op zijn wrakingsverzoek.
Bij de mondelinge behandeling is verzoeker niet verschenen.
De rechter heeft tevoren laten weten niet te zullen verschijnen

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met nummer 668805 HA
VERZ 18-23 tussen verzoeker en [naam].
2.2
Verzoeker heeft aan zijn schriftelijke verzoek het volgende ten grondslag gelegd.
De mondelinge behandeling van de zaak was gepland op de zitting van 17 mei 2018. Dit was op
6 april 2018 aan verzoeker bekend gemaakt. Eind april 2018 is telefonisch contact geweest tussen een medewerker van [verzoekster] en de griffie. De medewerker gaf aan dat de mondelinge behandeling was gepland op een namens verzoeker doorgegeven verhinderdatum. Er zou een nieuwe datum worden bepaald. De rechtbank heeft daarop ongemotiveerd besloten om de zitting toch op 17 mei 2018 te laten staan. De zaak zou door de rechter behandeld worden.
2.3
De rechter heeft laten weten niet in de wraking te berusten en heeft op het verzoek gereageerd.
3.
De ontvankelijkheid van het verzoek
3.1
Het verzoek moet worden gedaan zodra de omstandigheden die daarvoor aanleiding hebben gegeven zich hebben voorgedaan. Verzoeker is op 4 mei 2018 schriftelijk bericht dat de zitting toch op 17 mei 2018 doorgang zou vinden. Het wrakingsverzoek is op 16 mei 2018 door de rechtbank ontvangen. Voor dit tijdsverloop is door verzoeker geen verklaring gegeven. Het verzoek is daarom te laat ingediend en verzoeker kan dan ook niet worden ontvangen in het verzoek. Aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek komt de wrakingskamer daarom niet toe.

4.De beslissing

De wrakingskamer:
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door de mrs. H.P.M. Kester, K.A.M. van Hoof en M.J. van Lee in tegenwoordigheid van de griffier [naam griffier] en in openbaar uitgesproken op 28 juni 2018.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.