ECLI:NL:RBGEL:2018:2823
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WW-uitkering en informatieve mededeling door het Uwv
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) te Arnhem. De zaak betreft de beëindiging van de WW-uitkering van de eiser, die op 10 januari 2014 was ingegaan. Het primaire besluit van 11 augustus 2017, waarin de uitkering met ingang van 9 september 2017 werd beëindigd, werd door de eiser bestreden. Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv trok het primaire besluit in en nam een nieuw besluit aan op 5 september 2017, waarin opnieuw werd vastgesteld dat de uitkering per 9 september 2017 zou eindigen. Eiser ontving na deze datum nog een WW-uitkering die in 2015 was toegekend, maar de hoogte van deze uitkering werd in het primaire besluit I als informatief gepresenteerd en niet als een besluit met rechtsgevolg. De rechtbank oordeelde dat de mededeling over de hoogte van de WW-uitkering geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af.