ECLI:NL:RBGEL:2018:2813

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 juni 2018
Publicatiedatum
26 juni 2018
Zaaknummer
C/05/335687/KG ZA 18-135
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • N.W. Huijgen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de nakoming van contractuele verplichtingen inzake vertrouwelijke informatie en octrooirechten tussen Secmatix B.V. en Stichting Katholieke Universiteit

In deze zaak vordert Secmatix B.V. in kort geding dat de Stichting Katholieke Universiteit (SKU) haar verplichtingen uit een Sole License Agreement (SLA) nakomt. Secmatix stelt dat SKU vertrouwelijke informatie over de PIC technologie niet tijdig aan haar heeft voorgelegd, wat in strijd zou zijn met artikel 6.10 van de SLA. De achtergrond van het geschil ligt in de ontwikkeling van een nieuwe synthetische polymeer door de Radboud Universiteit, waar SKU onderdeel van uitmaakt. Secmatix, opgericht door SKU en NovioTech, heeft een exclusieve licentie voor de exploitatie van deze technologie. Het conflict ontstond toen Secmatix vreesde dat SKU vertrouwelijke informatie openbaar zou maken tijdens wetenschappelijke congressen. De voorzieningenrechter oordeelt dat Secmatix niet aannemelijk heeft gemaakt dat SKU in het verleden haar verplichtingen heeft geschonden en dat er geen gegronde vrees bestaat dat SKU dit in de toekomst zal doen. De vorderingen van Secmatix worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/335687 / KG ZA 18-135
Vonnis in kort geding van 19 juni 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SECMATIX B.V.,
gevestigd te Oss,
eiseres,
advocaat mr. A.A.H.M. van der Wijst te Boxtel,
tegen
de stichting
STICHTING KATHOLIEKE UNIVERSITEIT,
gevestigd te Nijmegen,
gedaagde,
advocaten mrs. A.J. Kronenberg en C. Jeunink te Arnhem.
Partijen zullen hierna Secmatix en SKU worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 33
  • de producties 1 en 2 van SKU
  • de mondelinge behandeling van 12 april 2018
  • de pleitnota van Secmatix
  • het proces-verbaal van de zitting, gehouden op 12 april 2018, met een gedeeltelijke schikking
  • de nagezonden producties 34 tot en met 46 van Secmatix
  • de nagezonden producties 3 tot en met 16 van SKU
  • de nagezonden productie 17 van SKU
  • de voortgezette mondelinge behandeling van 29 mei 2018
  • de aanvullende pleitnota van Secmatix
  • de pleitnota van SKU.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In of omstreeks 2009 is aan de Radboud Universiteit (RU) een nieuw molecuul ontwikkeld, genaamd polyisocyanopeptide (hierna: PIC). De RU maakt onderdeel uit van de overkoepelende stichting SKU.
2.2.
Op 16 juli 2009 heeft de RU tezamen met SKU een octrooi aangevraagd voor “Method for the preparation of high molecular weight oligio (alkylene glycol) functionalized polyisocyanopeptides”, hetgeen is gepubliceerd op 12 maart 2012. Op 24 augustus 2011 heeft SKU een octrooilicentie aan NovioTech B.V. (hierna: NovioTech), een vennootschap die zich bezig houdt met het op de markt brengen van nieuwe technologieën in diverse branches, verstrekt om de PIC technologie te gebruiken voor het verrichten van research en development, alsmede de vervaardiging en verkoop van producten onder gebruikmaking van de technologie.
2.3.
Op 28 oktober 2014 hebben SKU en NovioTech tezamen Secmatix opgericht. Secmatix is een onderneming die farmaceutische, medische en andere producten voor geneesmiddelenonderzoek ontwikkelt, produceert en verhandelt. SKU en NovioTech verkregen bij de oprichting van Secmatix ieder 50% van de aandelen in die vennootschap. Vanaf het moment van oprichting van Secmatix was de heer [naam bestuurder eiseres] (hierna: [naam bestuurder eiseres] ) enig bestuurder. [naam bestuurder eiseres] was op dat moment tevens vertegenwoordiger van SKU en directeur van de valorisatieafdeling van het Radboud Universiteit Medische Centrum (hierna: RUMC).
2.4.
Secmatix heeft twee dochterondernemingen, te weten Wound-Ex B.V. (hierna: Wound-Ex) en NovioCell B.V. (hierna: NovioCell). Deze vennootschappen voeren feitelijk de activiteiten uit.
2.5.
Tussen de RU en Secmatix is op 16 april 2015 een zogenaamde Sole License Agreement (SLA) gesloten. De SLA vermeldt voor zover thans van belang het volgende:
‘(…)
Preamble
SECMATIX is a company specialized in the development and marketing of applications in the life sciences field of the gel and/or the polymer made of oligo (alkylene glycol) functionalized polyisocyanopeptides.
SKU has ample expertise and know-how in the area of (Life) Science and has filed a patent applications related to oligo (alkylene glycol) functionalized polyisocyanopeptides
The PARTIES intend to enter into a licensing arrangement pursuant to which SKU will grant certain rights under certain patents and know-how to SECMATIX related to SKU’s Patented Technology, in order to enable SECMATIX to make, use, sell and/or provide certain products and services.
(…)
§2 Effective Data, License Grant and Sub-Licensing
(…)
(2) License Grant.Subject to the terms and conditions of this AGREEMENT, SKU agrees to grant and hereby grants to SECMATIX, and SECMATIX hereby accepts, as of the EFFECTIVE DATE, a royalty-free, exclusive, worldwide, right and license LICENSED PATENTS in the TERRITORY and in the FIELD. Notwithstanding any of the foregoing, SKU retains the right to use the LICENSED TECHNOLOGY for non-commercial education and research purposes.
(…)
§ 5 Intellectual Property
(1) New Technology and Technology Improvements.In the event that during the AGREEMENT TERM, SKU gains CONTROL of a TECHNOLOGY IMPROVEMENT or any NEW TECHNOLOGY (by development or otherwise), SKU will make best efforts to
providewritten notice to SECMATIX reasonably such TECHNOLOGY IMPROVEMENT or NEW TECHNOLOGY, prior to disclosing the same to any THIRD PARTY and in any event timely enough for SECMATIX to exercise its rights under the following sentence. Following receipt of such notice, SECMATIX shall have the exclusive right to negotiate an exclusive license to any NEW TECHNOLOGY with SKU for a period of sixty (60) days. The foregoing exclusive right to negotiate shall not be negated or diminished by SKU’s failure to provide written notice as required above. Any TECHNOLOGY IMPROVEMENTS shall be subject to the license grant set forth in section 2(2) herein and shall be deemed to be listed under subsection (a) of the definition of LICENSED PATENT/S.
(…)
§ 6 Confidentiality
(…)
(10) Scientific Publications.To the extent the inventor/s of any technology claimed in a LICENSED PATENT or any individual/s working at SKU desire to publish on or otherwise publicly disclose the LICENSED TECHNOLOGY or any other matter related to the LICENSED TECHNOLOGY, SKU agrees (i) with respect to LICENSED TECHNOLOGY, to provide, and (ii) with respect to any other matter related to the LICENSED TECHNOLOGY, to use best efforts to provide, SECMATIX a draft publication at least sixty (60) days prior to the date of proposed publication or disclosure. SECMATIX shall have thirty (30) days to review such publication or other disclosure for the purpose of ensuring that no CONFIDENTIAL INFORMATION of SECMATIX is contained therein and to take actions reasonobly necessary to protect any intellectual proporty described therein. SKU will ensure that any redactions requested by SECMATIX in furtherance of this subsection 6(10) are made prior to publication or disclosure.
(…)’
2.6.
Op 15 april 2015 en 25 september 2015 heeft NovioTech haar volledige aandelenpakket in Secmatix in twee stappen overgedragen aan de Zwitserse onderneming AcuBlue AG. Enig bestuurder van AcuBlue is [naam bestuurder AcuBlue] . Op 1 mei 2015 heeft SKU 7,5% van haar aandelen aan AcuBlue overgedragen. Vanaf september 2015 is AcuBlue daardoor meerderheidsaandeelhouder van Secmatix, met een aandelenpakket van 57,5%.
2.7.
Vanaf 1 juni 2016 tot 14 september 2016 was AcuBlue enig bestuurder van Secmatix. Vanaf 14 september 2016 tot heden is de heer [naam bestuurder 2 eiseres] (hierna: [naam bestuurder 2 eiseres] ), de echtgenoot van [naam bestuurder AcuBlue] , via zijn Zwitserse management vennootschap [bedrijf] enig bestuurder van Secmatix.
2.8.
In de loop van 2016 is tussen Secmatix en NovioTech een conflict ontstaan. Aanleiding hiervoor was dat Secmatix NovioTech ervan verdacht dat zij via de aan haar gelieerde vennootschap NovioPonics B.V. zelf de hydrogel van het patent zou produceren en zou exploiteren, mede op basis van kennis en ervaring opgedaan tijdens de eerdere samenwerking tussen NovioTech en SKU.
2.9.
Secmatix heeft voorts in een brief van 21 november 2016 aan SKU het verwijt gemaakt dat zij mede verantwoordelijk is voor de vermeende schendingen van de intellectuele eigendomsrechten van Secmatix door NovioTech en heeft SKU gesommeerd onderzoek betreffende de PIC technologie te staken, omdat de IP rechten van Secmatix zouden worden geschonden.
2.10.
Secmatix heeft NovioTech vervolgens in kort geding gedagvaard en onder andere nakoming van bepaalde verplichtingen gevorderd, alsmede afgifte van bepaalde stukken. Deze vorderingen zijn bij vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van
30 januari 2017 afgewezen.
2.11.
SKU is de PIC technologie vervolgens blijven gebruiken voor onderzoeksdoeleinden.
2.12.
Bij brief van 19 januari 2018 heeft RU als onderdeel van SKU aan Secmatix onder meer het volgende bericht:
‘In het licht van de bestaande SLA tussen Stichting Katholieke Universiteit (hierna Radboud) en Secmatix (april 2015) berichten wij u als volgt. (…)
Melding Technology Improvement
Radboud heeft de bestaande Licensed Technology verder door ontwikkeld en dit heeft geleid tot een door Radboud “gecontroleerde” Technology Improvement overeenkomst de definitie van de SLA. Conform paragraaf 5 sub 1 van de SLA informeert Radboud Secmatix hierbij over deze Technology Improvement met een beschrijving daarvan zoals opgenomen in
Bijlage 1aangehecht aan deze brief.
Radboud heeft een patentaanvraag ingediend voor deze Technology Improvement RUN17001EP/PO.
(…)
Melding voorgenomen publicatie
De onderzoekers van Radboud wensen een wetenschappelijk artikel te publiceren waarin (delen van) de bovengenoemde Technology Improvement.
Daarnaast zijn onderzoekers van Radboud voornemens een wetenschappelijke presentatie te geven getiteld “Biocompatible semi-permeable hydrogel membrane for amplified conitinuous detection of thrombin” op evenement Biosensors 2018 13 t/m 15 juni 2018 te Miami, USA, een abstract hiervan vindt u in
Bijlage 2.
Overeenkomstig paragraaf 6 sub 10 van de SLA verstrekt Radboud hierbij aan Secmatix een concept van deze voorgenomen publicaties als
Bijlage 2 en Bijlage 3bij deze brief.
(…)’
2.13.
Tussen Secmatix en SKU is naar aanleiding van deze brief uitvoerig gecorrespondeerd over de (nakoming van de) verbintenissen voor SKU uit de SLA. Secmatix heeft zich daarbij steeds op het standpunt gesteld dat zij niet tijdig door SKU wordt geïnformeerd over publicaties en het aanvragen van patenten.
2.14.
Van 15 tot en met 18 april 2018 heeft in Bergisch Gladbach (Duitsland) het zogenaamde Biogel congres plaatsgevonden. Het Biogel project is een Horizon 2020 project waarbij SKU partij is en betreft een zogenaamd “European Training Network” dat als primaire doel heeft jonge onderzoekers in Europa te trainen in onderzoekvaardigheden. In dat kader maken de deelnemers ook kennis met bedrijven. De betrokken partijen bij het Biogel project hebben ieder bepaalde background know-how en technologie ingebracht, die in dit project verder worden onderzocht. De activiteiten van SKU binnen het Biogel project hebben betrekking op de verbetering van de eigenschappen van de PIC gel.
2.15.
Secmatix is naar aanleiding van de deelname van SKU aan het Biogel congres de onderhavige kort gedingprocedure gestart, waarbij zij onder meer afgifte van de informatie heeft gevorderd die SKU tijdens het Biogel congres in Duitsland openbaar wilde maken. Tijdens de eerste mondelinge behandeling op 12 april 2018 hebben partijen ten aanzien van deze vordering een regeling getroffen die is vastgelegd in een proces-verbaal van schikking. Deze regeling hield (kort gezegd) in dat SKU de presentaties en de posters die op het congres openbaar zouden worden gemaakt uiterlijk op 13 april 2018 aan Secmatix ter beschikking zou stellen.
2.16.
SKU heeft op 12 april 2018 aan Secmatix toegezonden wat zij op dat moment reeds bij het Biogel congres had ingediend. Op 13 april 2018 heeft SKU de presentatie van de heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ), als docent en onderzoeker verbonden aan de RU, en twee posters van de heren [naam 2] en [naam 3] aan Secmatix toegestuurd.
2.17.
Secmatix heeft bij brief van 14 april 2018 aan SKU op deze stukken gereageerd. De brief is getiteld “
Noodbericht Biogel Congres 15-18 April 2018 – GEEN TOESTEMMING TOT PUBLICATIE” en vermeldt onder andere dat de publicatie van de presentatie en posters niet is toegestaan, vanwege onder meer wanprestatie op basis van de SLA. SKU heeft haar deelname aan het Biogel congres doorgezet en heeft daarbij wel gebruik gemaakt van de presentatie en de posters.
2.18.
Van 25 tot en met 29 april 2018 heeft in Charlotte (USA) een congres plaatsgevonden genaamd “WHS Annual Meeting”. RUMC heeft namens SKU aan dit congres deelgenomen en heeft een presentatie gegeven met als titel “Recently, a novel poly-isocyanopeptide (PIC) hydrogel has been developed that is thermosensitive and could facilitate in safer and painless dressing renewal”. Met deze presentatie heeft RUMC de derde prijs gewonnen, hetgeen door SKU aan Secmatix is meegedeeld.
2.19.
De heer [naam 4] (hierna: [naam 4] ) heeft enige tijd voor NovioTech gewerkt en is daarna in dienst getreden bij het RUMC in het kader van zijn promotieonderzoek. De arbeidsovereenkomst van [naam 4] is medio mei 2018 geëindigd en [naam 4] is vanaf dat moment niet langer werkzaam voor SKU.

3.Het geschil

3.1.
Secmatix vordert - na wijziging van eis - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I te bepalen dat (a) SKU voorgenomen publicaties (waaronder octrooiaanvragen) conform artikel 6 lid 10 SLA tijdig en compleet aan Secmatix dient voor te leggen; en (b) voor zover SKU hier niet aan voldoet of voldaan heeft, voorgenomen publicaties dient op te schorten totdat zij aan haar contractuele verplichtingen heeft voldaan;
II te bepalen dat (a) SKU voorgenomen deelname aan projecten/consortia waarbij zij PIC technologie als Background IP inbrengt of aan project partners ter beschikking stelt, tijdig (tenminste 30 dagen vóór besluitvorming) aan Secmatix dient voor te leggen; en (b) voor zover SKU hier niet aan voldoet of voldaan heeft, zij haar deelname aan deze projecten onmiddellijk dient op te schorten;
III te bepalen dat SKU (a) haar medewerker [naam 4] geen toegang verleent tot de PIC IP, (b) alle door de heer [naam 4] gegenereerde resultaten in het kader van iTerm aan Secmatix dient over te dragen en (c) hem verbiedt enige publicatie over PIC te doen zolang Secmatix haar (contractuele) rechten niet heeft kunnen uitoefenen, waaronder het entameren van een bodemprocedure binnen drie maanden na heden;
IV te bepalen dat SKU een dwangsom verbeurt van € 25.000,00 voor iedere dag (of deel daarvan) dat SKU niet aan een van de hiervoor vermelde geboden voldoet, tot een maximum van € 1.000.000,00 per overtreding;
V te bepalen dat SKU, indien zij na het verstrijken van een termijn van drie dagen na betekening van dit vonnis nalatig blijft om aan dit vonnis te voldoen, een dwangsom verbeurt van € 5.000,00 voor iedere dag dat zij nalatig is;
VI SKU te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
SKU voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
De spoedeisendheid van de vorderingen vloeit voldoende uit de stellingen van Secmatix voort. Secmatix vordert in feite nakoming van diverse verplichtingen die volgens haar op SKU rusten en zij heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter, indien komt vast te staan dat deze verplichtingen bestaan en door SKU worden overtreden, voldoende belang bij een spoedige veroordeling van SKU tot correcte nakoming daarvan.
4.2.
Partijen kennen een lange voorgeschiedenis. Daar waar de samenwerking tussen Secmatix en SKU vanaf de oprichting van Secmatix in 2014 enkele jaren (redelijk) voorspoedig is verlopen, is daar vanaf medio 2016 verandering in gekomen. Sinds het vertrek van NovioTech als aandeelhouder van Secmatix en de betrokkenheid van AcuBlue en [naam bestuurder 2 eiseres] bij deze vennootschap, zijn vanuit Secmatix richting NovioTech en SKU voortdurend diverse verwijten gemaakt met betrekking tot (het gebruik van) de door RU ontwikkelde en aan Secmatix gelicentieerde PIC technologie. Vanaf dat moment hebben zowel bij deze rechtbank als bij de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, verschillende juridische procedures gelopen waarin Secmatix partij was. Onderwerp van geschil waren (het uitblijven van) afgifte van bepaalde PIC gerelateerde informatie aan Secmatix en twee aandeelhoudersbesluiten van Secmatix waar SKU zich niet in kon vinden. In al deze procedures is Secmatix in het ongelijk gesteld, maar zijn de verwijten richting (onder andere) SKU desondanks blijven komen. Op dit moment zijn Wound-Ex, een dochtervennootschap van Secmatix, en SKU verwikkeld in een geschil over het zogenaamde Heal-X project. Wound-Ex is, na eerdere beslaglegging onder SKU, een bodemprocedure gestart bij deze rechtbank waarin zij afgifte van materialen en informatie van het Heal-X project vordert. In deze zaak is tot op heden nog niet beslist.
4.3.
In de onderhavige procedure heeft Secmatix bij dagvaarding (onder meer) een vordering ingesteld strekkende tot veroordeling van SKU om voorgenomen publicaties met betrekking tot de PIC technologie tijdig en compleet aan Secmatix voor te leggen, conform het bepaalde in artikel 6.10 van de SLA. Vooropgesteld wordt dat SKU partij is bij de SLA. De SLA vermeldt weliswaar meer specifiek de RU als contractspartij, maar vaststaat dat de RU onderdeel vormt van de rechtspersoonlijkheid bezittende stichting SKU en niet als losstaande entiteit drager van rechten en plichten kan zijn. Er is sprake van één overkoepelende rechtspersoon, te weten SKU, zodat ook SKU aan de SLA is gebonden. Secmatix heeft ter zitting tijdens de voortgezette mondelinge behandeling op 29 mei 2018 kenbaar gemaakt de eis met betrekking tot artikel 6.10 van de SLA te willen wijzigen, in die zin dat bij het overleggen van de publicaties door SKU iedere keer tevens alle door Secmatix in haar e-mailbericht van 5 april 2018 van 21.55 uur genoemde bescheiden aan haar moeten worden verstrekt. SKU heeft bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging ter zitting. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de eiswijziging dient te worden gezien als aanvulling van de eis door een nadere detaillering daarvan, hetgeen er in dit geval bij toewijzing van de vordering toe zou leiden dat op SKU een veel uitgebreidere afdracht plicht zou komen te rusten dan bij instandhouding van de oorspronkelijke eis. Nu SKU zich daarop niet heeft kunnen voorbereiden, omdat de eiswijziging niet op voorhand (schriftelijk) is aangekondigd, is zij in haar verdediging geschaad en zal deze vermeerdering van eis vanwege strijd met de goede procesorde niet worden toegestaan.
4.4.
De eerste vordering van Secmatix strekt in de kern genomen tot veroordeling van SKU om een bepaling uit de SLA, meer specifiek artikel 6.10 daarvan, na te komen op straffe van een forse dwangsom. In de SLA staan voor partijen over en weer diverse rechten en verplichtingen met betrekking tot de PIC technologie opgenomen. Partijen hebben bij het sluiten van de SLA (kennelijk) geen aanleiding gezien om ter zake van overtredingen daarvan een boete overeen te komen. Het in deze kort gedingprocedure alsnog koppelen van een dwangsom aan een overtreding is daarom alleen opportuun indien Secmatix aannemelijk weet te maken dat SKU is tekortgeschoten in de nakoming van artikel 6.10 van de SLA en dat een gegronde vrees bestaat dat zij daarmee in de toekomst zal doorgaan.
4.5.
Artikel 6.10 van de SLA bevat een procedure die SKU moet volgen indien zij zogenaamde “Confidential Information” van Secmatix over de PIC technologie in een wetenschappelijk artikel wil publiceren. In dat geval dient SKU een concept van de voorgenomen publicatie ten minste 60 dagen voor publicatie aan Secmatix ter beschikking te stellen. Partijen zijn het erover eens dat de gedachte achter deze procedure is dat Secmatix op deze manier voldoende gelegenheid heeft om de confidential information die in de publicatie staat, indien gewenst, veilig te stellen. Secmatix stelt in deze procedure dat SKU zich niet aan deze verplichting houdt, zodat zij steeds niet tijdig van de publicatie van niet reeds openbare en dus vertrouwelijke informatie af weet en daardoor in haar bedrijfsvoering wordt geschaad. Voor zover Secmatix stelt dat SKU hierdoor onrechtmatig handelt, gaat dat niet op. Secmatix heeft de vermeende onrechtmatigheid niet nader gespecificeerd en onderbouwd naast haar vordering tot nakoming in verband met het gestelde toerekenbaar tekortschieten van SKU, zodat aan deze grondslag voorbij zal worden gegaan.
4.6.
Ten aanzien van de gestelde tekortkoming heeft Secmatix een aantal situaties uit het (nabije) verleden opgesomd, waaruit volgens haar blijkt dat SKU niet aan artikel 6.10 van de SLA heeft voldaan en waaruit moet worden afgeleid dat zij dit ook in de toekomst niet zal doen. De eerste situatie is tijdens de eerste mondelinge behandeling in deze zaak op 12 april 2018 aan de orde geweest en heeft betrekking op het Biogel congres dat van 15 tot en met 18 april 2018 in Duitsland heeft plaatsgevonden. Secmatix had naar aanleiding van de deelname van SKU aan dit congres de vrees dat door SKU vertrouwelijke know how van Secmatix zou worden geopenbaard en zij heeft daarom bij deze rechtbank een vordering ingesteld die erop neerkwam dat SKU de presentatie en posters die [naam 1] tijdens zijn voordracht zou gebruiken aan Secmatix ter beschikking moest stellen, zodat Secmatix kon controleren of die stukken confidential information bevatten. Ten aanzien van deze vordering hebben partijen tijdens die mondelinge behandeling een regeling getroffen die is vastgelegd in een proces-verbaal van schikking. SKU heeft de beschikbare stukken waarvan [naam 1] zich tijdens het congres zou bedienen vervolgens voorafgaand aan dat congres op 13 april 2018 aan Secmatix overgelegd. Het betrof een Powerpoint presentatie en een tweetal posters.
4.7.
[naam bestuurder 2 eiseres] heeft vervolgens namens Secmatix op 14 april 2018 een zeven pagina’s tellend “Noodbericht Biogel Congres 15-18 April 2018 – GEEN TOESTEMMING TOT PUBLICATIE” aan SKU gezonden. Secmatix heeft SKU in die brief verboden om de presentatie en posters tijdens het congres openbaar te maken. De voorzieningenrechter is van oordeel dat in de brief echter nergens staat omschreven welke specifieke PIC technologie en confidential information die niet reeds tot het publieke domein behoorde met het gebruik van de presentatie en posters openbaar zou worden gemaakt. Secmatix blijft in haar verbodsactie steken in algemeenheden. Ook tijdens de voortgezette mondelinge behandeling in deze zaak heeft zij, daargelaten wat tijdens het congres specifiek is gezegd en welke vragen en reacties gedurende het congres uit het publiek zijn gekomen, aan de voorzieningenrechter niet kunnen uitleggen en aannemelijk gemaakt welke vertrouwelijke know how die zij beschermd wenst te zien tijdens het congres door SKU is geopenbaard. Dit terwijl Secmatix vanaf medio april 2018 ruim voldoende gelegenheid heeft gehad om de door SKU overgelegde stukken en de daarin vermelde (technologische) gegevens zorgvuldig te bestuderen. Niet aannemelijk is dan ook geworden dat en waarom de presentatie en posters in strijd zouden zijn met de verplichtingen voor SKU volgend uit artikel 6.10 van de SLA. Anders dan Secmatix lijkt te stellen, maakt het enkele feit dat namens SKU aan een congres wordt deelgenomen waar ook commerciële partijen bij betrokken zijn, niet dat er namens SKU in het geheel niets mag worden gezegd over gegevens aangaande de PIC technologie die reeds voorafgaand aan dat congres openbaar waren. Daarbij komt dat SKU ter zitting heeft aangevoerd dat alle bij het Biogel congres betrokken (commerciële) partijen een verklaring hebben ondertekend waarin staat dat zij de daar uitgewisselde gegevens niet voor commerciële doeleinden mogen en zullen gebruiken en Secmatix de juistheid daarvan onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken. De deelname van SKU aan het Biogel congres en de inhoud van de daar getoonde presentatie en posters vormen naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook geen inbreuk op de SLA.
4.8.
Voor zover Secmatix erover klaagt dat SKU de getoonde informatie niet tijdig ter inzage aan haar heeft verstrekt, heeft te gelden dat SKU ter zitting onweersproken heeft aangevoerd dat feitelijk alle informatie en onderzoeksresultaten die tijdens het Biogel congres zijn gepresenteerd reeds bij brief van 19 januari 2018 aan Secmatix zijn toegestuurd in de vorm van een patentaanvraag voor de “Technology Improvement RUN17001EP/PO”. SKU heeft Secmatix in deze brief geïnformeerd over voorgenomen publicaties over deze Technology Improvement en een concept van deze publicaties ook meegezonden. Hoewel zij daarnaast een wetenschappelijke presentatie hierover heeft aangekondigd die zou worden gehouden op een conferentie in Miami in juni 2018, is ter zitting als onvoldoende weersproken aannemelijk geworden dat ook alleen deze specifieke informatie op het Biogel congres in Duitsland is gedeeld. Secmatix heeft niet duidelijk gemaakt welke onderdelen van de presentatie van [naam 1] en de posters nieuw of afwijkend waren ten opzichte van hetgeen haar reeds in januari 2018 door SKU was toegestuurd. Het moet er dan ook voor worden gehouden dat Secmatix reeds in januari 2018 met deze informatie bekend was, zodat SKU zonder meer aan de in artikel 6.10 van de SLA vermelde bekendmakingstermijn van ten minste 60 dagen heeft voldaan.
4.9.
De voorzieningenrechter acht het in dit verband veelzeggend dat Secmatix op
14 april 2018 een noodbericht heeft uitgestuurd naar SKU waarin zij in zijn algemeenheid heeft gesteld dat sprake is van een overtreding van de SLA en waarin zij SKU zelfs op de valreep heeft verboden om de toegestuurde presentatie en posters op het congres openbaar te maken, zonder specifieke onderbouwing waarom. De voorzieningenrechter acht het daarom niet prudent om op basis van deze kwestie een dwangsom aan SKU op te leggen voor een correcte nakoming van de verplichtingen die voor SKU uit de SLA voortvloeien, die wetenschappers ervan zou kunnen weerhouden om hun mond open te doen en uit angst voor mogelijke verbeurte van een dwangsom of een geschil daarover hun kennis te delen met andere wetenschappers, ook indien en voor zover die kennis reeds openbaar is gemaakt in het publieke domein en niet langer als confidential information in de zin van de SLA kan worden gekwalificeerd.
4.10.
De tweede situatie waarin SKU volgens Secmatix haar verplichting uit artikel 6.10 van de SLA heeft geschonden, heeft betrekking op deelname van SKU aan de zogenaamde “WHS Annual Meeting” die van 25 tot en met 29 april 2018 in Charlotte (USA) heeft plaatsgevonden. Namens het RUMC is tijdens dit congres een presentatie gegeven met de titel “Recently, a novel poly-isocyanopeptide (PIC) hydrogel has been developed that is thermosensitive and could facilitate in safer and painless dressing renewal”. Secmatix stelt ook hier dat SKU de tijdens dat congres gebruikte presentaties en posters niet op voorhand aan haar ter inzage heeft verstrekt en door Secmatix heeft laten bekijken, zodat zij van de inhoud daarvan niet conform artikel 6.10 van de SLA ten minste 60 dagen voorafgaand aan de openbaarmaking op de hoogte was. SKU heeft deze stelling weersproken en ter zitting aangevoerd dat de dochtervennootschappen van Secmatix, te weten Wound-Ex en NovioCell, althans één van deze twee, zelf als deelnemer(s) bij het project betrokken zijn/is, zodat Secmatix via deze dochtervennootschap(pen) op de hoogte was van alle informatie die in het project is gedeeld, waaronder ook de presentaties en posters die het RUMC in het kader van haar voordracht bij het congres had ingediend. Secmatix heeft dit weersproken. Wat hiervan ook zij, ter zitting heeft SKU in de persoon van [naam 1] tevens onweersproken aangevoerd dat hetgeen tijdens het congres in Charlotte door SKU is geopenbaard reeds bij e-mailbericht van 8 maart 2018 aan Secmatix ter inzage is toegestuurd. Hieruit volgt dat Secmatix, anders dan zij stelt, ook van deze openbaarmaking op voorhand in kennis is gesteld en dat SKU ook door deelname aan dit congres met de daar gedeelde informatie geen, althans geen ernstige inbreuk op artikel 6.10 van de SLA heeft gemaakt.
4.11.
Ten aanzien van de volgens Secmatix inbreuk makende publicaties van de heren [naam 5] en [naam 4] heeft Secmatix tegenover de gemotiveerde betwisting door SKU onvoldoende gemotiveerd onderbouwd dat deze vallen onder de werking van artikel 6.10 van de SLA. Niet aannemelijk is geworden dat de publicaties confidential information in de zin van de SLA bevatten, zodat – voor zover deze publicaties niet al aan Secmatix zijn voorgelegd – ook niet aannemelijk is geworden SKU met de openbaarmaking van deze publicaties haar verplichtingen voortvloeiend uit artikel 6.10 van de SLA heeft overtreden.
4.12.
Dit alles leidt ertoe dat Secmatix niet aannemelijk heeft gemaakt dat SKU in het verleden confidential information van Secmatix met betrekking tot de PIC technologie openbaar heeft gemaakt en in zoverre artikel 6.10 van de SLA heeft geschonden. Op basis hiervan kan bij Secmatix dan ook niet de gegronde vrees bestaan dat SKU daartoe in de toekomst zal overgaan. De vordering van Secmatix strekkende tot veroordeling van SKU om de voor SKU uit artikel 6.10 van de SLA voortvloeiende verplichtingen na te komen op straffe van een dwangsom zal daarom worden afgewezen.
4.13.
Secmatix vordert verder veroordeling van SKU om voorgenomen deelnames aan projecten en consortia waarbij zij PIC technologie aan projectpartners ter beschikking zal stellen tijdig aan Secmatix voor te leggen. Geconstateerd moet worden dat de SLA geen verplichting voor SKU bevat om dergelijke deelnames (vooraf) aan Secmatix kenbaar te maken. Een dergelijke verplichting volgt evenmin uit de wet. Van onrechtmatig handelen aan de zijde van SKU in de hiervoor besproken situaties kan gelet op al het hiervoor overwogene immers geen sprake zijn. Nu deze vordering van Secmatix daarom zowel een contractuele als een wettelijke grondslag mist, komt deze vordering niet voor toewijzing in aanmerking en zal deze worden afgewezen.
4.14.
Secmatix heeft voorts een vordering ingesteld die er in hoofdlijnen op neerkomt dat SKU [naam 4] niet (langer) met de PIC technologie zal laten werken. Deze vordering gaat ervan uit dat SKU door middel van een arbeidsrelatie met [naam 4] in een (werk gerelateerde) gezagsverhouding tot [naam 4] staat en in dat verband zeggenschap heeft over zijn handelen. Nu ter zitting onweersproken is gebleken dat [naam 4] sinds medio mei 2018 uit dienst is bij SKU en daardoor niet langer in enige gezagsverhouding tot SKU staat, kan SKU niet aan deze vordering van Secmatix voldoen. Omdat [naam 4] in deze procedure zelf geen partij is, zou hem ook rechtstreeks geen verbod tot het werken met PIC technologie kunnen worden opgelegd. Daarom zal ook deze vordering van Secmatix worden afgewezen. Voor zover het de afdracht van de onderzoeksresultaten van [naam 4] met betrekking tot het zogenaamde iTerm project betreft, heeft te gelden dat in deze procedure gelet op het debat daarover tussen partijen niet kan worden vastgesteld dat deze specifieke resultaten ook werkelijk aan Secmatix toekomen, reden waarom ook dit gedeelte van de vordering zal worden afgewezen.
4.15.
Secmatix zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van SKU tot op heden begroot op:
  • griffierecht € 626,00
  • salaris advocaat
Totaal € 1.606,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Secmatix tot betaling van de proceskosten, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 1.606,00, waarin begrepen € 980,00 aan salaris advocaat,
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier [naam griffier] op 19 juni 2018.