ECLI:NL:RBGEL:2018:2372

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 mei 2018
Publicatiedatum
29 mei 2018
Zaaknummer
05/760151-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van veiligheidsvoorschriften bij wapenonderhoud door militair met gemeen gevaar voor personen en goederen

Op 28 mei 2018 heeft de meervoudige militaire kamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een militair die op 10 augustus 2017 tijdens een schietoefening in Harderwijk een wapenonderhoudsprocedure niet correct volgde. De verdachte, een militair van de Koninklijke Marechaussee, had zijn Glock 17 uit zijn holster genomen zonder de vereiste veiligheidsmaatregelen te nemen, wat leidde tot een ongewild schot. Tijdens de schietoefening waren er meerdere collega’s aanwezig in de onderhoudsruimte, wat het risico op letsel of schade vergrootte. De officier van justitie beschuldigde de verdachte van opzettelijk niet opvolgen van een dienstvoorschrift, terwijl de verdediging aanvoerde dat er geen opzet was en dat de verdachte niet bewust was van de geladen toestand van het wapen.

De militaire kamer oordeelde dat de verdachte wel degelijk in voorwaardelijke zin opzet had, omdat hij zich bewust was van de risico’s en desondanks de veiligheidsmaatregelen niet had genomen. De rechtbank vond dat de verdachte de veiligheidsregels had moeten naleven, vooral gezien zijn ervaring met wapens. De verdachte werd veroordeeld tot een werkstraf van 39 uur, waarbij de rechtbank rekening hield met zijn blanco strafblad en de omstandigheden van het incident. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van veiligheidsvoorschriften in militaire omgevingen, vooral bij het omgaan met vuurwapens.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/760151-17
Datum uitspraak : 28 mei 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] .
raadsvrouw: mr. C. van Kins, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 14 mei 2018.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij als militair, op of omstreeks 10 augustus 2017, te of nabij Harderwijk, in elk geval in Nederland, opzettelijk, althans in ernstige mate nalatig, het dienstvoorschrift VS-7-511 (Pistool Glock) en het dienstvoorschrift Uitvoeringsbepalingen KMar vuurwapens en munitie (Nr. A/500 A Te Beschermen Belangen Wapens en Munitie), waarin in respectievelijk deel 0 onder 3 (Veiligheidsregels) en onder punt 4 (laden en ontladen van wapens) (onder meer), is voorgeschreven dat:
- personeel dat het wapen in gebruik of beheer heeft op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd (deel 0 onder 3), en/of
- voordat de veiligheidsmaatregelen zijn genomen, het wapen moet worden behandeld alsof het geladen is, omdat het uitwendig niet te zien is of het wapen ontladen is (deel 0 onder 3.a), en/of
- voor het uiteennemen van het wapen de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen moet nemen (deel 0 onder 2.c)
- voor iedere wapeninspectie de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen moet nemen (deel 0 onder 2.d), en/of
- wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin zijn wapen verkeert (geladen, half geladen of ontladen) hij de veiligheidsmaatregelen moet nemen (deel 0 onder 3.f), en/of
- de laad- en ontlaadhoek bij alle veiligheidsgerelateerde handelingen, waaronder het laden en ontladen van een wapen, gebruikt dient te worden (Nr. A/500 A, punt 4),
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij, verdachte, aldaar opzettelijk, althans, in ernstige mate nalatig, in de wapenonderhoudsruimte naast de schietbaan, een pistool (Glock 17) ter onderhoud uit zijn holster heeft genomen, althans zijn wapen ter hand heeft genomen en/of het wapen (vervolgens) geprobeerd heeft uiteen te nemen, althans, het wapen uiteen wilde
gaan nemen, zonder dat hij, verdachte, als gebruiker van dit wapen zich (voldoende) had overtuigd van de toestand waarin zijn wapen verkeerde, en/of zonder dat hij, verdachte, voor het nemen van de veiligheidsmaatregelen het wapen had behandeld alsof het geladen was en/of zonder dat hij, verdachte, voor het uiteennemen van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen, en/of zonder dat hij, verdachte, voor het inspecteren van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen en/of zonder dat hij, verdachte, bij het uitvoeren van veiligheidsgerelateerde handelingen gebruik had gemaakt van de laad- en ontlaadhoek, waarbij/waarna er door hem, verdachte, een schot werd gelost, althans, uit dat wapen een schot werd gelost,
terwijl daarvan/daardoor levensgevaar voor een ander, te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende [naam 1] en/of [naam 2] en/of overige in de directe nabijheid van hem, verdachte, (in de onderhoudsruimte) bevindende personen/collega's en/althans gemeen gevaar voor die [naam 1] en/of [naam 2] en/of verdachte en/of overige in de directe nabijheid van hem, verdachte, (in de onderhoudsruimte) bevindende personen/collega's en/of gemeen gevaar voor goederen, te weten (een) (onderhouds)tafel(s) en/of een (stalen)
muur/wand (van de onderhoudsruimte) en/of overige in de directe nabijheid van hem, verdachte, (in de onderhoudsruimte) bevindende goederen is ontstaan, althans, te duchten is geweest.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte is aangesteld als militair bij de Koninklijke Marechaussee (KMar). [2] Op 10 augustus 2017 nam verdachte deel aan een schietoefening op de schietbaan te Harderwijk. [3] Tijdens de schietoefening waren zijn Colt en zijn Glock 17 geladen. [4] Na de schietoefening in de middag heeft verdachte zijn Colt ontladen in opdracht en onder leiding van een vuurwapeninstructeur. Deze vuurwapeninstructeur gaf vervolgens de opdracht de Glock nog niet te ontladen, omdat dit pas aan het einde van de dag zou gebeuren. Verdachte is vervolgens naar de onderhoudsruimte gelopen en is in deze ruimte aan een van de twee werktafels gaan staan om wapenonderhoud uit te kunnen voeren. Verdachte heeft hier zijn Glock uit zijn holster gehaald om onderhoud aan de Glock te plegen. Terwijl hij het wapen in zijn handen had, is met dit pistool een schot gelost. Op dat moment waren er verschillende collega’s in de onderhoudsruimte aanwezig. [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde, te weten het opzettelijk niet opvolgen van een dienstvoorschrift.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gesteld dat niet kan worden bewezen dat verdachte opzettelijk het dienstvoorschrift niet heeft opgevolgd, en dat er ook geen sprake was van voorwaardelijk opzet. Verdachte heeft er immers niet bij stil gestaan dat zijn Glock geladen was. Het wapen liep wel wat stroef tijdens het onderhoud, maar dit was de hele week al zo, en verdachte was ervan overtuigd dat dit kwam door zand in het wapen. Volgens de verdediging kan wel worden bewezen dat verdachte in ernstige mate nalatig is geweest het dienstvoorschrift op te volgen, hetgeen een bewezenverklaring van het subsidiair tenlastegelegde inhoudt.
Beoordeling door de militaire kamer
Overtreden dienstvoorschrift
In het voorschrift VS 7-511 Pistool Glock 17 staan onder andere de volgende veiligheidsregels beschreven:

2.Veiligheidsmaatregelen

Neem in de volgende gevallen de veiligheidsmaatregelen:
Voor het uiteennemen;
Voor iedere wapeninspectie.
Uitvoering
- Controleer of er een patroonmagazijn is geplaatst;
- Neem wanneer er een patroonmagazijn is geplaatst deze uit het wapen en controleer of zich hierin munitie bevindt;
- Trek de slede naar achteren;
- Controleer of de kamer leeg is;
- De slede onder geleide naar voren laten gaan en haal de trekker over;
- Controleer patroonmagazijntassen en overige patroonmagazijnen en munitie.

3.Algemene veiligheidsregels

- Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, moet op de hoogte zijn van de veiligheidsregels en er op toezien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd;
- Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen, moet het wapen behandeld worden alsof het geladen is, omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is;
- Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen verkeert, moet hij de veiligheidsmaatregelen nemen. [6]
In een nota van de Commandant Koninklijke Marechaussee is bepaald dat bovenstaande veiligheidsregels ook van toepassing zijn op KMar-militairen. [7]
Verdachte heeft verklaard dat hij op de hoogte is van de veiligheidsmaatregelen die hij moet nemen bij het in gebruik nemen van je wapen. Ook heeft hij verklaard dat hij is opgeleid voor de Glock 17. [8]
De militaire kamer stelt vast dat bovenstaande regels uit het voorschrift VS 7-511 telkens een dienstvoorschrift betreffen als bedoeld in artikel 135 van het Wetboek van Militair Strafrecht. De regels vormen een schriftelijk besluit van algemene strekking en hebben betrekking op een militair dienstbelang, namelijk de veilige omgang met wapens, en betreffen een tot de militair gericht gebod. Voorts zijn de regels duidelijk, ook voor verdachte.
Verdachte heeft verklaard dat hij op 10 augustus 2017 alleen met de Colt had geschoten en niet met de Glock. Toen de baaninstructeur na de oefening de opdracht gaf om alleen de Colt te ontladen, vroeg verdachte nog of de Glock ook niet moest worden ontladen. Dit hoefde nog niet volgens de baaninstructeur. Toen verdachte in de wapenonderhoudsruimte kwam heeft hij eerst de Colt schoongemaakt. Ondertussen was hij met zijn collega’s aan het praten. Na het schoonmaken van de Colt kwam hij op het idee om de Glock ook schoon te maken. Hij zag een paar collega’s dit ook doen. Hij haalde de Glock uit de holster en begon met de controle werking om te kijken of het wapen functioneerde. De slede van de Glock ging niet geleidelijk naar achteren terwijl hij dat normaal wel doet. Het lukte niet helemaal. Toen hield verdachte zijn wapen in de richting van de hoek van de wapenonderhoudsruimte waar hij het meest dichtbij stond en haalde hij de trekker van de Glock over, waardoor het schot afging. Verdachte heeft tevens verklaard dat hij niet de veiligheidsmaatregelen had genomen voordat hij het wapenonderhoud aan de Glock uitvoerde, en dat hij weet dat hij dat wel had moeten doen. [9]
Uit technisch onderzoek is gebleken dat de Glock 17 van verdachte geen mankementen vertoonde. [10]
De militaire kamer overweegt dat verdachte voorafgaand aan het plegen van onderhoud aan zijn Glock en de handelingen die daarvoor behoren te worden verricht (onder meer het uiteen nemen van het wapen), anders dan is voorgeschreven in de bovengenoemde dienstvoorschriften, de veiligheidsmaatregelen niet had uitgevoerd. Bovendien heeft hij zich in strijd met deze dienstvoorschriften niet overtuigd van de toestand waarin het wapen verkeerde, noch heeft hij het wapen behandeld alsof het geladen was, om vervolgens alsnog de veiligheidsmaatregelen te verrichten. Aldus heeft verdachte het Voorschrift VS 7-511 betreffende het pistool Glock 17 niet opgevolgd.
De militaire kamer is evenwel van oordeel dat verdachte niet in strijd met de Uitvoerings-bepaling KMar vuurwapens en munitie heeft gehandeld. Hierin staat immers geschreven dat de laad- en ontlaadhoek dan wel mobiele ontlaadbak bij alle veiligheidsgerelateerde handelingen gebruikt dient te worden. Nu de schietbaan noch de onderhoudsruimte in Harderwijk over een ontlaadhoek beschikte is het verdachte niet kwalijk te nemen dat hij hiervan geen gebruik heeft gemaakt.
Opzet
De militaire kamer dient vervolgens te beoordelen of verdachte opzet had op overtreding van het dienstvoorschrift, zoals primair ten laste is gelegd. Hiertoe overweegt de militaire kamer allereerst dat bij verdachte niet van ‘boos opzet’ is gebleken.
De militaire kamer is wel van oordeel dat sprake was van opzet in voorwaardelijke zin. Daartoe overweegt de militaire kamer als volgt.
Verdachte heeft zijn wapen, de Glock 17, willen schoonmaken en wilde daartoe het wapen uit elkaar halen. Dat was een bewuste keuze van verdachte. Toen verdachte dit probeerde, bemerkte hij dat de slede niet geleidelijk naar achter bewoog, terwijl hij dit normaal wel doet. Hij realiseerde zich dat het niet lukte om de slede naar achteren te schuiven en dacht dat dit kwam doordat er zand in het wapen zat.
De militaire kamer is van oordeel dat er, op het moment dat het niet goed lukte om de slede van zijn wapen naar achteren te schuiven, alarmbellen bij verdachte hadden moeten gaan rinkelen. Verdachte was zich er op dat moment van bewust dat er iets mis was met zijn wapen. Dat hij dacht dat de oorzaak hiervan lag in zand in zijn wapen, staat aan deze bewustheid niet in de weg. Desondanks heeft verdachte de trekker overgehaald in plaats van de veiligheids-voorschriften uit te voeren, en zonder zich ervan te overtuigen in welke toestand dit wapen zich bevond. Uit de voorschreven veiligheidsvoorschriften volgt dat verdachte eerst het magazijn uit zijn wapen had moeten halen en de slede dan naar achteren had moeten trekken teneinde de kamer te controleren. Pas daarna kan de slede onder begeleiding naar voren worden gedaan waarna de trekker kan worden overgehaald om het wapen te ontspannen. Verdachte is evenwel, nadat hij ontdekte dat er iets mis was met zijn wapen, overgegaan tot de laatste handeling, het overhalen van de trekker, daarmee alle verplicht voorgeschreven handelingen die daaraan vooraf horen te gaan naast zich neerleggend. Dat verdachte op die dag in tegenstelling tot op andere dagen zijn Glock nog niet meteen op de schietbaan heeft moeten ontladen staat er niet aan in de weg dat verdachte tijdens de wapenhandelingen de normale voorzichtigheid in acht had moeten nemen. Ook onder die gewijzigde omstandigheden moest verdachte gealarmeerd zijn toen het wapen stokte en diende hij de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen te nemen.
Gelet op de genoemde omstandigheden, het feit dat verdachte een geoefend schutter is [11] en verdachte zich er daarnaast van bewust was dat de slede van het wapen klemde, is de militaire kamer van oordeel dat verdachte zich ook bewust was van de risico’s die voor de aanwezige collega’s konden ontstaan.
Door op dat moment niet (alsnog) de veiligheidsmaatregelen te nemen en daarmee de voorgeschreven handelingen vermeld in voornoemde dienstvoorschriften te verrichten, heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij de desbetreffende dienstvoorschriften niet opvolgde en dat hierdoor een gevaarlijke situatie kon ontstaan. De militaire kamer heeft dan ook de overtuiging dat het primair ten laste gelegde door verdachte in de vorm van voorwaardelijk opzet is begaan.
Gevaar
Verdachte heeft verklaard dat er negen tot tien mensen in de onderhoudskamer stonden toen hij binnenkwam. [12] Verdachte stond aan de tafel die bij binnenkomst aan de rechterkant staat. Hij stond met zijn rug naar de muur, zijnde de rechtermuur van het gebouw. Aan zijn tafel stonden in ieder geval drie andere collega’s, waarvan er twee tegenover hem stonden. Toen verdachte de trekker van de Glock overhaalde, deed hij dit in de richting van de rechterachterhoek van het gebouw, bekeken vanaf de ingang. [13] Ook getuige [naam 1] heeft verklaard dat hij tegenover verdachte aan de tafel stond toen het schot afging, en dat verdachte richtte in de (bij binnenkomst) rechterachterhoek. [14]
Uit een situatieschets opgemaakt door de KMar volgt dat verdachte aan de rechtertafel stond, en dat er aan zijn tafel nog drie andere medewerkers stonden. Aan de linkertafel in de ruimte stonden vier medewerkers. De patroon is via de grond en daarna via de zijwand van de onderhoudsruimte in het midden van de onderhoudsruimte terechtgekomen. [15] Uit het proces-verbaal sporenonderzoek volgt dat de patroon vermoedelijk is afgeketst op de achterwand in een golfplaat en de patroon door de afbuiging in de ruimte voor de ingang terecht is gekomen. [16]
Uit voornoemde verklaringen en onderzoeken volgt naar het oordeel van de militaire kamer dat verdachte zijn wapen heeft gericht in de rechterachterhoek van de ruimte (bij binnenkomst), en dat de patroon via de grond en de muur is gericocheerd en vervolgens bij de ingang terecht is gekomen. Toen dit gebeurde stonden er in de ruimte minimaal negen personen, inclusief verdachte. Gelet op deze omstandigheden is de militaire kamer van oordeel dat door het niet opvolgen van de bij de dienstvoorschriften voorgeschreven veiligheidsregels in het algemeen gevaar voor de in die ruimte aanwezige personen te duchten was. Ook was er algemeen gevaar voor de goederen die zich in die ruimte bevonden.
De militaire kamer overweegt dat het dossier onvoldoende informatie bevat om te oordelen dat het gevaar bestond dat de kogel een van de omstanders zodanig zou raken dat hierdoor levensgevaar kon ontstaan. Van dit deel van de tenlastelegging zal de militaire kamer verdachte dus vrijspreken.

3.Bewezenverklaring

Gelet op het vorenstaande acht de militaire kamer wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, als hierna weergegeven. Daarbij overweegt de militaire kamer nog dat de in de tenlastelegging genoemde letters (a, b, c etc.) niet overeenkomen met de tekst van de aangehaalde voorschriften, zodat op dit detail geen bewezenverklaring kan volgen. Aldus acht de militaire kamer bewezen dat verdachte:
als militair, op
of omstreeks10 augustus 2017, te
of nabijHarderwijk,
in elk geval in Nederland,opzettelijk,
althans in ernstige mate nalatig,het dienstvoorschrift VS-7-511 (Pistool Glock)
en het dienstvoorschrift Uitvoeringsbepalingen KMar vuurwapens en munitie (Nr. A/500 A Te Beschermen Belangen Wapens en Munitie), waarin
in respectievelijk deel 0 onder 3 (Veiligheidsregels) en onder punt 4 (laden en ontladen van wapens)(onder meer), is voorgeschreven dat:
  • personeel dat het wapen in gebruik of beheer heeft op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd (deel 0 onder 3), en
  • voordat de veiligheidsmaatregelen zijn genomen, het wapen moet worden behandeld alsof het geladen is, omdat het uitwendig niet te zien is of het wapen ontladen is (deel 0 onder 3
  • voor het uiteennemen van het wapen de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen moet nemen (deel 0 onder 2
  • voor iedere wapeninspectie de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen moet nemen (deel 0 onder 2
  • wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin zijn wapen verkeert (geladen, half geladen of ontladen) hij de veiligheidsmaatregelen moet nemen (deel 0 onder 3
- de laad- en ontlaadhoek bij alle veiligheidsgerelateerde handelingen, waaronder het laden en ontladen van een wapen, gebruikt dient te worden (Nr. A/500 A, punt 4),
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij, verdachte, aldaar opzettelijk,
althans, in ernstige mate nalatig,in de wapenonderhoudsruimte naast de schietbaan, een pistool (Glock 17) ter onderhoud uit zijn holster heeft genomen,
althans zijn wapen ter hand heeft genomenen
/ofhet wapen (vervolgens) geprobeerd heeft uiteen te nemen,
althans, het wapen uiteen wilde
gaan nemen,zonder dat hij, verdachte, als gebruiker van dit wapen zich (voldoende) had overtuigd van de toestand waarin zijn wapen verkeerde, en
/ofzonder dat hij, verdachte, voor het nemen van de veiligheidsmaatregelen het wapen had behandeld alsof het geladen was en
/ofzonder dat hij, verdachte, voor het uiteennemen van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen,
en/of zonder dat hij, verdachte, voor het inspecteren van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen en/of zonder dat hij, verdachte, bij het uitvoeren van veiligheidsgerelateerde handelingen gebruik had gemaakt van de laad- en ontlaadhoek,waarbij/waarna er door hem, verdachte, een schot werd gelost,
althans, uit dat wapen een schot werd gelost,
terwijl daarvan/daardoor
levensgevaar voor een ander, te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende [naam 1] en/of [naam 2] en/of overige in de directe nabijheid van hem, verdachte, (in de onderhoudsruimte) bevindende personen/collega's en/althansgemeen gevaar voor
die [naam 1] en/of [naam 2] en/of verdachte en/of overigezich in de directe nabijheid van hem, verdachte, (in de onderhoudsruimte) bevindende personen/collega's en
/ofgemeen gevaar voor
goederen, te weten (een) (onderhouds)tafel(s) en/of een (stalen) muur/wand (van de onderhoudsruimte) en/of overigezich in de directe nabijheid van hem, verdachte, (in de onderhoudsruimte) bevindende goederen
is ontstaan, althans,te duchten is geweest.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Als militair opzettelijk een dienstvoorschrift niet opvolgen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor personen of goederen te duchten is.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot het verrichten van 38 uren werkstraf, te vervangen door 19 dagen hechtenis, waarvan 20 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 1 jaar.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair verzocht een geldboete op te leggen. Subsidiair heeft de verdediging verzocht een straf op te leggen die onder de normen blijft van het VGB intrekkingsbeleid van Defensie. Hierbij heeft de verdediging ook naar voren gebracht dat verdachte ten gevolge van het incident voor de KMar moet onderzoeken hoe een ongewild schot kan worden voorkomen, en dat dit al als een straf moet worden gezien.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 23 april 2018.
De militaire kamer heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft voor het plegen van onderhoud aan zijn wapen niet de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen genomen. Ook op het moment dat hij de slede van zijn wapen naar achteren probeerde te halen, en dit niet lukte, heeft hij niet de vereiste veiligheidsmaatregelen genomen, terwijl verdachte toen wist dat er iets mis moest zijn met het wapen. Vervolgens heeft verdachte de trekker overgehaald en een ongewild schot gelost, in een ruimte waar op dat moment andere militairen aanwezig waren.
Verdachte heeft hiermee zeer ernstige fouten gemaakt. Hij was op de hoogte van de veiligheidsvoorschriften voor de Glock 17, welke verdachte als militair verplicht dient op te volgen. Door zelfs op het (gevaarlijke) moment dat zijn wapen een probleem vertoonde, de veiligheidsvoorschriften niet op te volgen, heeft verdachte zijn collega’s in gevaar gebracht. Dat uiteindelijk niemand door de kogel is geraakt, is een kwestie van geluk geweest en niet aan verdachte te danken. De militaire kamer neemt verdachte zijn handelen dan ook ernstig kwalijk. Militairen mogen binnen Defensie een veilige werkomgeving verwachten en daar dient iedere individuele militair ook aan bij te dragen. Daar komt bij dat gebleken is dat verdachte veel met wapens omgaat. Aangenomen kan dan ook worden dat verdachte op de hoogte is van het gevaar van het werken met wapens. Van een militair als verdachte mag dan ook verlangd worden dat hij zich te allen tijde aan de veiligheidsregels houdt. In beginsel zou een werkstraf van minimaal 60 uren passend zijn in deze zaak.
Anderzijds houdt de militaire kamer er bij de bepaling van de straf rekening mee dat verdachte een blanco strafblad heeft en dat hij zich terdege bewust is van de fouten die hij heeft gemaakt. Daarnaast weegt de militaire kamer ten aanzien van de strafmaat mee dat verdachte met betrekking tot het ontladen van de Glock die dag een andere procedure volgde dan andere dagen, hetgeen anders dan normaal was. Het is immers gebruikelijk om de Glock gezamenlijk op de schietbaan te ontladen, of gezamenlijk op een andere locatie. De militaire kamer begrijpt dat dit voor enige verwarring bij verdachte heeft gezorgd, hetgeen kan hebben bijgedragen aan het bewezenverklaarde. Voorts houdt de militaire kamer er rekening mee dat verdachte waarschijnlijk als reactie op het incident door zijn commandant een leermaatregel krijgt opgelegd waarin hij naar oplossingen moet zoeken om het aantal ongewilde schoten omlaag te brengen.
De militaire kamer acht, gelet op het voorgaande, het van belang dat verdachte niet zijn baan zal verliezen wegens het bewezenverklaarde. Daarom zal de militaire kamer volstaan met een werkstraf voor de duur van 39 uren. De militaire kamer overweegt voorts nog dat enige andere strafrechtelijke reactie geen recht doet aan de ernst van het feit.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 22c, 22d en 91 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 136 van het Wetboek van Militair Strafrecht.

9.De beslissing

De meervoudige militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een
werkstrafgedurende
39 (negenendertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 19 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.B.J. Driessen (voorzitter), en mr. P.C. Quak, rechters, alsmede Kolonel mr. H.C.M. Snellen, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. L. Ruizendaal-van der Veen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 mei 2018.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door adjudant-onderofficier der Koninklijke Marechaussee [naam 3] Commandant van de Koninklijke Marechaussee. Kabinet/Cluster integriteit, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL27AZ / 17-000190, gesloten op 27 oktober 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p.24.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p.25.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p.25 en verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 14 mei 2018.
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p.26 en verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 14 mei 2018.
6.Schriftelijk bescheid in de vorm van dienstvoorschrift VS 7-511 Pistool Glock 17 JB.
7.Schriftelijk bescheid in de vorm van Nota Koninklijke Marechaussee d.d. 17 augustus 2009, p.72.
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p.29.
9.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 14 mei 2018.
10.Schriftelijk bescheid, te weten Projectrapport Onderzoek functioneren wapens KMar GLOCK 17
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p.29.
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p.26.
13.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 14 mei 2018.
14.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 1] , p.16-17.
15.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 februari 2018.
16.Proces-verbaal sporenonderzoek, p.33.