ECLI:NL:RBGEL:2018:2155

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 mei 2018
Publicatiedatum
14 mei 2018
Zaaknummer
C/05/325709 / HZ ZA 17-398
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid installateur vloerverwarming en waarschuwingsplicht

In deze zaak vordert eiser, eigenaar van een woning, schadevergoeding van gedaagden, een onderneming gespecialiseerd in de installatie van vloerverwarming, wegens een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst van aanneming van werk. Eiser heeft in mei 2016 vloerverwarming laten installeren door gedaagden, maar ondervond problemen met de vloer, waarbij de tegels gingen veren. Eiser stelt dat gedaagden tekort is geschoten in haar waarschuwingsplicht en dat de installatie niet correct is uitgevoerd. Gedaagden betwist deze claims en beroept zich op haar algemene voorwaarden, waarin de aansprakelijkheid is beperkt.

De rechtbank heeft de procedure beoordeeld, waarbij onder andere het verloop van de communicatie tussen partijen en de inhoud van de overeenkomst zijn onderzocht. Eiser heeft gedaagden in gebreke gesteld en vordert een schadevergoeding van € 28.026,32. Gedaagden heeft de vordering betwist en stelt dat zij niet aansprakelijk is voor de schade, onder verwijzing naar de exoneratieclausule in haar algemene voorwaarden.

De rechtbank concludeert dat gedaagden niet toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank oordeelt dat eiser onvoldoende heeft aangetoond dat gedaagden haar waarschuwingsplicht heeft geschonden en dat de installatie niet correct is uitgevoerd. De vorderingen van eiser worden afgewezen, en eiser wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/325709 / HZ ZA 17-398
Vonnis van 16 mei 2018
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. D.S. Muller te Harderwijk,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[gedaagde 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats],
3.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
advocaat mr. A. van der Wijk te Nijmegen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagden] genoemd worden. Gedaagde sub 1 wordt [gedaagde 1] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 6 december 2017
  • het proces-verbaal van comparitie van 15 februari 2018
  • de aanhouding ten behoeve van het beproeven van een schikking
  • het verzoek van mr. Van der Wijk van 27 februari 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is eigenaar van een woning gelegen aan de [adres] te [plaats].
2.2.
[gedaagde 1] is een onderneming die gespecialiseerd is in de installatie van vloerverwarming en bijbehorende zone- en etageregelingen.
2.3.
[eiser] heeft zijn woning verbouwd en heeft in dat kader [gedaagden] benaderd voor de installatie van een vloerverwarming in de vloer van de begane grond. In de periode van 23 februari 2016 tot en met 25 februari 2016 (productie 1 bij conclusie van antwoord) hebben partijen onder meer, de volgende e-mails aan elkaar verzonden:
“[23 februari 2016] [[eiser]] [22:05 uur]:
(…)
Omschrijving klacht: Nog geen klacht. We gaan in een bestaand huis beneden vloerverwarming maken (snelle vloer) en boven blijven radiatoren. (…)
Omschrijving begane grond: We hebben nog geen vloerverwarming geplaatst. Ik zou graag een offerte hebben voor de gehele installatie behalve radiatoren. (…)
Nader commentaar: (…) Ik zou graag een offerte hebben voor een totaalconcept (CV + verdelers + groepen + noppen + isolatieplaten vloer + thermostaten per etage) Evt ook met installatie. De dekvloer storten wij zelf.
en
“[24 februari 2016] [[gedaagden]] [09:18 uur]:
(…)
Indien u een offerte wenst voor de gehele installatie (inclusief de aan te leggen vloerverwarming) zijn we zeer geïnteresseerd.
Kunt u ons meer informatie verschaffen over de gewenste installatie? (…)
U hebt waarschijnlijk al een beeld van de gewenste vloerverwarming, (…)
en
“[24 februari 2016] [[eiser]] [10:43 uur]:
(…)
Ik zal in elk geval een schets maken van de huidige situatie boven en mijn voorstel voor de vloerverwarmingsvelden. (…)
en
“[24 februari 2016] [[gedaagden]] [11:14 uur]:
(…)
Even over “snelle” vloerverwarming (…) (zonder dekvloer: ziewww. qyualitherm.nl) (…)
De vloerverwarming heeft een aparte verdeler, die de hoge temperatuur vanuit de ketel verlaagd (door mengen met afgekoeld watert wat door de vloer heeft gecirculeerd en dus al is afgekoeld) naar een niveau wat voor vloerverwarming geschikt is: ca 35-45 graden C (afhankelijk van hetgeen over de vloerverwarming heen komt aan vloerbedekking: tegels, laminaat etc. (…)
Ik wil je wel een offerte maken voor een vloerverwarming: op draadstaalmatten of noppenplaat of ingefreesd in een dekvloer (dat is helemaal afhankelijk van hetgeen je nadien over de vloerverwarming als vloerbedekking neemt: bij tegels kan je net zo goed infrezen, maar bij laminaat of parket heeft een dekvloer war in de warmte wordt verdeeld weer de voorkeur (…)
en
“[25 februari 2016] [[eiser]] [2:12 PM]:
(…)
Uitvoering vloerverwarming beneden..
Ik heb gekeken naar de informatie over Qualitherm en dit lijkt me interessant. Nu is de situatie de volgende:
(…) 1. (…) Wij zijn begonnen en inmiddels op 80% van de verwijdering van de oorspronkelijk dekvloer beneden. Infrezen is er dus niet meer bij.
(…) 2. (…) Er zijn tegels besteld voor de gehele beneden vloer. Ook deze keus is dus inmiddels vastgelegd. (…)
Is het mogelijk (én ook een optimale oplossing om met qualitytherm platen de vloerverwarming te installeren en er daarna nog een dekvloer op te storten? Dit lijkt me nodig om een solide basis voor de tegels te creëren. Ik hoor graag van je wat er kan en of er evt betere alternatieven zijn. (…)
“[25 februari 2016] [[gedaagden]] [16:43 uur]:
(…)
Naar aanleiding van uw aanvraag ontvangt u hierbij ons voorstel.
Op al onze aanbiedingen en leveringen zijn onze Algemene- en installatie-voorwaarden van toepassing. (...)
2.4.
De algemene leverings- en betalingsvoorwaarden van [gedaagde 1] (hierna: algemene voorwaarden) luiden, voor zover hier van belang, als volgt:

Artikel 6 - Aansprakelijkheid
a. Indien [gedaagde 1] al dan niet uit hoofde van deze overeenkomst tot enige schade-uitkering gehouden is, dan bedraagt deze ten hoogste de factuurwaarde, dan wel herlevering van zaken, zulks ter keuze van [gedaagde 1], voor zover deze in staat is om soortgelijke zaken te leveren.
b. [gedaagde 1] is nooit aansprakelijk voor gevolgschade en indirecte bedrijfsschade, stagnatieschade, vertraging in de bouw, verlies van orders, winstderving, bewerkingsstoffen en dergelijke.
c. De opdrachtgever draagt zelf de verantwoordelijkheid voor de door of namens hem voorgeschreven constructies en werkwijzen. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor bouwstoffen of materialen door hem ter beschikking gesteld, dan wel door hem voorgeschreven.
d. [gedaagde 1] is nooit aansprakelijk voor ondeugdelijke, slechte werkzaamheden uitgevoerd door derden. Zo ook als het externe bedrijf is ingehuurd door [gedaagde 1].
2.5.
[gedaagden] heeft op 9 maart 2016 een aangepaste offerte aan [eiser] uitgebracht voor de levering van een vloerverwarming (productie 2 bij dagvaarding). In het begeleidend schrijven bij de offerte staat onder meer:

(…) We bieden u in deze verseie van onze offerte alleen de optie:droogbouwsysteem EPS30 opbouwhoogte 30 mm inclusief strongboard FL Lastenverdeellaagaan.
We adviseren u op zeker de uitgebreide informatie op onze websitewww.qualltherm.nlte bekijken m.b.t. de warmteopbrengst, belastbaarheid en voordelen van dit systeem.
Bij dit systeem isgeen dekvloer nodig:u kunt nu rechtstreeks over deze droogbouw vleorverwarming + strongboard FL laag tegels aanbrengen.
Meer informatie over de keuze van uw vloerverwarming treft u op
www.[gedaagde 1].nl/offerteen www.[gedaagde 1].nl/checklist(...)
2.6.
De offerte van 9 maart 2016 is door [eiser] goedgekeurd waarna [gedaagden] op 9 tot en met 11 mei 2016 voor een bedrag van € 7.500,00 de vloerverwarming heeft gelegd en geïnstalleerd.
2.7.
[eiser] heeft in mei 2016 een tegelvloer laten leggen op de vloerverwarming. De tegels die daarbij zijn gebruikt, hebben een afmeting van 1200 mm x 300 mm x 7 mm.
2.8.
In de periode 26 juli 2016 tot en met 7 september 2016 hebben partijen met elkaar gecorrespondeerd over de door [eiser] ondervonden problemen aan de vloer.
2.9.
Bij brief van 15 september 2016 heeft [eiser] [gedaagden] in gebreke gesteld en aansprakelijk gesteld voor de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden (productie 8a bij dagvaarding). De brief luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

(…) De door u geleverde dienst voldoet niet aan de eisen die ik daaraan redelijkerwijs mag stellen. Het gaat om het leveren van een droogbouw vloerverwarming op 9 mei 2016. Wij hebben de volgende bezwaren:
  • De tegels die erop gelegd zijn veren op en neer op enkele plaatsen.
  • Als gevolg van deze bewegingsruimte zijn de voegen op deze plaatsen gebarsten en/of losgebroken.
  • De vloer is hiermee niet met water te reinigen (dweilen) omdat het water in de ondervloer kan stromen.
  • Er een redelijke verwachting is dat de vloer verder zal beschadigen door de normale belasting van het wonen en daarmee niet de verwachte levensduur mee zal gaan.
Wij zijn van mening dat ons geen blaam treft aan de ontstane situatie. De onderbouwing hiervoor heb ik beschreven in de bijlage van deze brief. (…)

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
  • voor recht verklaart dat [gedaagden] tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst van aanneming van werk,
  • [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 28.026,32, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 juni 2016,
  • voor recht verklaart dat [gedaagden] alle schade die [eiser] als gevolg van de wanprestatie door [gedaagden] lijdt en nog zal lijden, voor zover deze schade in het te dezen te wijzen vonnis nog niet is toegewezen, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, aan [eiser] dient te vergoeden,
  • [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 1.455,26,
  • [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan [eiser] van de kosten van deze procedure, alsmede de nakosten.
3.2.
[eiser] legt het volgende aan de vorderingen ten grondslag. [gedaagden] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst van aanneming van werk. Partijen zijn overeen gekomen dat [gedaagden] een vloerverwarming installeert bij [eiser]. Bij de uitvoering daarvan is [gedaagden] op twee (essentiële) punten tekort geschoten. [gedaagden] heeft in strijd met haar waarschuwingsplicht van artikel 7:754 BW, nagelaten [eiser] te waarschuwen voor onder meer het feit dat de door [eiser] gebruikte vloertegels een te groot formaat hadden. Verder heeft [gedaagden] nagelaten om het vloerverwarmingssysteem te verlijmen met de ondervloer. Als gevolg daarvan heeft [eiser] schade geleden. De schade (vervangende schadevergoeding en gevolgschade) is voorlopig begroot op € 28.026,32. Die geleden schade komt voor rekening van [gedaagden]

4.Het verweer

4.1.
[gedaagden] concludeert dat de rechtbank [eiser] niet-ontvankelijk verklaart in zijn vorderingen, althans deze ongegrond verklaart, althans deze afwijst, met zijn uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling in de kosten van deze procedure.
4.2.
[gedaagden] betwist dat zij tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiende uit de tussen partijen gesloten overeenkomst. Volgens haar heeft zij de vloerverwarming op een correcte en vakkundige wijze gelegd en geïnstalleerd.
Ook betwist [gedaagden] dat zij haar waarschuwingsplicht heeft geschonden. Volgens haar was zij niet bekend met de afmetingen van de tegels van [eiser]. Voorts toont [eiser] niet aan dat causaal verband bestaat tussen het niet verlijmen van het systeem met de dekvloer en de gestelde gebreken (en schade). Tot slot heeft [gedaagden] een beroep gedaan op de exoneratieclausule die is neergelegd in artikel 6 van haar algemene voorwaarden. Volgens [gedaagden] komt, zelfs indien sprake zou zijn van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, de vordering tot vergoeding van de gepretendeerde schade niet voor vergoeding in aanmerking. De exoneratieclausule sluit de aansprakelijkheid uit of beperkt deze tot ten hoogste de factuurwaarde.

5.De beoordeling

5.1.
In deze zaak gaat het om de vraag of [eiser] recht heeft op schadevergoeding vanwege een aan [gedaagden] toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Ingevolge artikel 6:74 lid 1 BW verplicht iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis de schuldenaar om de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend.
5.2.
[eiser] betoogt dat [gedaagden] op twee punten is tekortgeschoten. De rechtbank zal hieronder deze twee punten apart bespreken.
Het (niet) verlijmen van het vloerverwarmingssysteem met de ondervloer
5.3.
[eiser] stelt zich op het standpunt dat [gedaagden] heeft nagelaten om het vloerverwarmingssysteem te verlijmen met de ondervloer. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft [eiser] een rapport dat door Jupiter Vloerverwarming Benelux B.V. (hierna: Jupiter) is opgesteld, in het geding gebracht. Jupiter heeft de vloer van [eiser] geïnspecteerd en geconcludeerd dat het systeem verlijmd had moeten worden met de ondervloer.
[gedaagden] heeft het standpunt van [eiser] betwist. Volgens [gedaagden] heeft zij zich in de overeenkomst niet verplicht om het systeem te verlijmen met de ondervloer. Ook was zij niet gehouden tot het verlijmen van het vloerverwarmingssysteem met de ondervloer. [gedaagden] verwijst in dat verband naar de website van de fabrikant van de vloerverwarming. Uit een instructievideo op die website is duidelijk te zien dat de betreffende elementen niet worden verlijmd met de dekvloer. Ook verwijst [gedaagden] naar de website van Jupiter, een branchegenoot van [gedaagde 1]. Op die website wordt ook niet beschreven en/of vereist dat de systeemelementen moeten worden verlijmd. Tot slot betwist [gedaagden] het rapport van Jupiter. Volgens haar is Jupiter niet te beschouwen als een deskundige. Jupiter is een branchegenoot, concurrent en voormalige leverancier van
en is derhalve niet objectief en onafhankelijk in haar rapportage. Daar komt bij dat [gedaagden] niet aanwezig was bij het onderzoek dat door Jupiter is gedaan naar de vloer van [eiser], aldus [gedaagden]
5.4.
Naar het oordeel van de rechtbank kan de omstandigheid dat [gedaagden] heeft nagelaten om het vloerverwarmingssysteem aan de ondervloer te verlijmen, niet tot de conclusie leiden dat [gedaagden] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank licht dat als volgt toe.
5.5.
Vaststaat dat [gedaagden] de vloerverwarming heeft geleverd en geïnstalleerd. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagden] op grond van de overeenkomst gehouden was om het systeem aan de ondervloer te verlijmen zodat op grond daarvan geen tekortkoming komt vast te staan. Daar komt bij dat het rapport van Jupiter dat door [eiser] in het geding is gebracht, de gestelde noodzakelijke verlijming niet onderbouwt. Immers, [gedaagden] heeft onweersproken aangevoerd dat volgens de eigen instructie op de website van Jupiter, verlijming van het systeem met een ondervloer/ dekvloer niet noodzakelijk is. Zonder nadere motivering, die is uitgebleven, is daarom onduidelijk op grond waarvan Jupiter tot de conclusie is gekomen dat het systeem, in dit geval, wél verlijmd had moeten worden. Verder heeft [gedaagden] eveneens onweersproken te kennen gegeven dat Jupiter haar concurrent is. Van Jupiter mag in zo’n geval worden verwacht dat zij haar rapport uitvoerig en deugdelijk had onderbouwd om iedere schijn van vooringenomenheid te voorkomen, zeker in een situatie waarbij [gedaagden] zelf niet bij de inspectie betrokken was. Tot slot heeft [gedaagden] verwezen naar de website van de leverancier van het vloerverwarmingssysteem en de instructievideo daarop. [gedaagden] heeft onweersproken aangevoerd dat nergens blijkt van de noodzakelijkheid tot het verlijmen van het vloerverwarmingssysteem. Kortom, voor de conclusie van [eiser] dat [gedaagden] op dit punt tekort is geschoten, heeft [eiser], gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagden], te weinig gesteld.
De waarschuwingsplicht van [gedaagden] ingevolge artikel 7:754 BW
5.6.
[eiser] legt aan de gestelde tekortkoming van [gedaagden] ten grondslag dat
heeft nagelaten om [eiser] te waarschuwen voor het feit dat de tegels een te groot formaat hadden. Volgens [eiser] heeft hij aan [gedaagden] gevraagd of de vloerverwarming betegeld kon worden waarop [gedaagden] positief heeft geantwoord. [gedaagden] gaf daarbij niet aan dat voor het betegelen van de vloer, een restrictie gold voor wat betreft de omvang van de vloertegels. [eiser] heeft zich op het standpunt gesteld dat [gedaagden] bekend was met de omvang van de tegels. Immers, de tegels waren opgeslagen in zijn garage en ten tijde van de installatiewerkzaamheden duidelijk zichtbaar voor (de medewerkers van) [gedaagden] Ook heeft de vrouw van [eiser] de tegels aan (de medewerkers van) [gedaagden] getoond. Verder is tussen de tegelzetter en [gedaagden] overleg geweest. [gedaagden] heeft daarbij niets gezegd over het tegelformaat, de tegellijm en het voegmiddel. Volgens [eiser] was de door hem ingeschakelde tegelzetter niet bekend met de voorwaarden waaronder de tegels op het systeem konden worden gelegd. Dit heeft echter niets te maken met het feit dat hij niet ter zake kundig was, maar met het feit dat het systeem net op de markt was, aldus [eiser].
5.7.
[gedaagden] betwist dat zij haar waarschuwingsplicht heeft geschonden. Volgens haar heeft zij [eiser] volledig op de hoogte gebracht van alle noodzakelijke informatie waartoe zij gehouden was. [eiser] was, volgens haar, op grond van eigen onderzoek mede naar aanleiding van de informatie die beschikbaar was op de website van [gedaagden] (http://www.qualitherm.nl), weldegelijk op de hoogte van de voorwaarden/ restricties die gelden bij het leggen een tegelvloer op het vloerverwarmingssysteem. Op de website staat alle informatie omtrent de maat van de te gebruiken tegels, de breedte van de voegen, de lijmsoorten en de wijze waarop een tegelvloer kan worden gelegd. Op basis van al die informatie heeft [eiser] vervolgens de tegels besteld en een offerte aangevraagd bij, en geaccepteerd van [gedaagden] heeft aangevoerd dat zij niet op de hoogte was van de afwijkende maatvoering van de tegels die door [eiser] zijn gekocht. De gebreken zijn volgens [gedaagden] veroorzaakt door de tegelzetter, althans niet kan worden uitgesloten dat de gebreken door de tegelzetter zijn veroorzaakt. Die heeft immers zijn werkzaamheden op niet correcte wijze uitgevoerd en is op basis van onjuiste adviezen aan de slag gegaan.
5.8.
De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van artikel 7:754 BW is de aannemer ([gedaagden]) bij het aangaan of het uitvoeren van de overeenkomst verplicht de opdrachtgever ([eiser]) te waarschuwen voor gebreken en ongeschiktheid van zaken afkomstig van de opdrachtgever, voor zover de aannemer deze gebreken en ongeschiktheid kende of behoorde te kennen. De precieze reikwijdte van deze waarschuwingsplicht is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval.
5.9.
In dit geval acht de rechtbank in de eerste plaats van belang dat partijen tussen 23 en 25 februari 2016 met elkaar via de e-mail hebben gecorrespondeerd. De rechtbank zal eerst onderzoeken of [gedaagden] in die fase haar waarschuwingsplicht heeft geschonden. Uit de e-mails blijkt achtereenvolgens dat [gedaagden] eerst aan [eiser] bericht: “
de vloerverwarming heeft een aparte verdeler, die de hoge temperatuur vanuit de ketel verlaagd (…) naar een niveau wat voor vloerverwarming geschikt is (…) (afhankelijk van hetgeen over de vloerverwarming heen komt aan vloerbedekking: tegels, laminaat, etc” (zie e-mail van [gedaagden] van 24 februari 2016 van 11:14 uur). Vervolgens reageert [eiser]: “
Ik heb gekeken naar de informatie over Qualitherm en dit lijkt me interessant. Nu is de situatie de volgende: (…) Er zijn tegels besteld voor de gehele beneden vloer. Ook deze keus is dus inmiddels vastgelegd” (zie e-mail van [eiser] van 25 februari 2016 van 2:12 PM uur). Uit deze gang van zaken leidt de rechtbank het volgende af. Terwijl het voor [gedaagden] nog altijd onbekend was wat voor type vloerbedekking over de vloerverwarming zou komen, heeft [eiser] kennelijk reeds een keuze gemaakt en heeft [eiser] zelfs de tegels al besteld. Uit niets blijkt dat partijen concreet met elkaar hebben gesproken over tegels als type vloerbedekking. Niet is komen vast te staan of, en zo ja, op welke wijze [eiser] onderzoek heeft verricht naar de geschiktheid van de tegels die hij heeft gekocht, terwijl het wel op zijn weg lag om nader onderzoek te doen over de tegels die hij wenste te gebruiken over de vloerverwarming. Volgens [eiser] heeft hij met [gedaagden] gebeld en telefonisch gevraagd of het systeem kon worden betegeld. [gedaagden] heeft dat telefoongesprek betwist. Indien vast is komen te staan dat [eiser] telefonisch navraag heeft gedaan bij [gedaagden] over de betegeling van het systeem, dan mag van [gedaagden] worden verwacht dat zij [eiser] daarbij zou hebben geïnformeerd over de restricties die gelden voor de omvang van de tegels zeker gelet op de risico’s die verbonden zijn aan het betegelen van een vloerverwarmingssysteem en waarmee [gedaagden] bekend mag worden verondersteld. Aangezien het telefoongesprek door [gedaagden] is betwist en [eiser] daaromtrent geen specifiek bewijsaanbod heeft gedaan, komt niet vast te staan dat [gedaagden] omstreeks het moment dat de tegels werden besteld, haar waarschuwingsplicht heeft geschonden.
5.10.
Een ander moment waarop [gedaagden] haar waarschuwingsplicht zou kunnen hebben geschonden, is het moment van installatie van de vloerverwarming. Volgens [eiser] zijn de tegels bij de installatie van de vloerverwarming aan de medewerkers van [gedaagden] getoond. Ter comparitie heeft [eiser] verder verklaard dat zijn vrouw de tegels aan de medewerkers van [gedaagden] heeft getoond. Die stellingen zijn door [gedaagden] gemotiveerd betwist. [gedaagden] heeft een verklaring van twee medewerkers in het geding gebracht waarin onder meer staat “
dat de heer [eiser] niet heeft gewezen op de reeds eerder aangekochte tegels en/of de hem kennelijk vooraf bedachte maatvoering”; “
dat er geen enkel contact is geweest met de tegelzetter, die de heer [eiser] had ingehuurd. Ondergetekenden hebben deze persoon nooit gezien of gesproken, laat staan informatie uitgewisseld met deze persoon m.b.t. de tegels, die nadien gelegd zijn”; en “
dat de door de heer [eiser] ingeschakelde tegelzetter ook geen contact heeft gezocht over de wijze van leggen en verlijmen van de door de heer [eiser] ingekochte tegels” (productie 5 bij conclusie van antwoord). Tegenover deze gemotiveerde betwisting door [gedaagden] heeft [eiser] zijn stelling dat [gedaagden] rond het moment van installatie van de vloerverwarming bekend was met de afmetingen van de tegels, onvoldoende nader gemotiveerd. Derhalve komt niet vast te staan dat [gedaagden] bekend was met de omvang van de tegels en daarmee de ongeschiktheid daarvan kende of behoorde te kennen. De enkele omstandigheid dat de tegels in de garage van de woning opgeslagen waren, is onvoldoende om aan te nemen dat [gedaagden] de ongeschiktheid van die tegels behoorde te kennen. Kortom, ook hier komt niet vast te staan dat [gedaagden] haar waarschuwingsplicht heeft geschonden.
5.11.
Tot slot is de rechtbank van oordeel dat uit de overeenkomst tussen partijen niet blijkt dat [gedaagden] gehouden was om [eiser] te voorzien van informatie omtrent de te gebruiken tegellijm en voegmiddel. Van een redelijk bekwaam en redelijk handelend tegelzetter mag worden verwacht dat hij zich, alvorens hij overgaat tot het zetten van de tegels, laat informeren over de (on)mogelijkheden. Dat geldt des te meer als het gaat om een nieuw vloerverwarmingssysteem waar de tegelzetter geen ervaring mee heeft, zoals door [eiser] gesteld. Kortom, van een schending van haar waarschuwingsplicht door [gedaagden] is ook op dit punt geen sprake.
5.12.
Hetgeen hiervoor is overwogen leidt tot de slotsom dat niet komt vast te staan dat [gedaagden] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst met [eiser]. Het gevolg is dat [gedaagden] niet aansprakelijk is tegenover [eiser] voor de door [eiser] gepretendeerde schade en kunnen de overige geschilpunten, waaronder omtrent (de hoogte van) de gestelde schade, in het licht van het voorgaande, onbesproken blijven. Echter, ook indien sprake zou zijn van een toerekenbare tekortkoming door [gedaagden], zou de vordering tot vergoeding van de gepretendeerde schade niet voor volledige vergoeding in aanmerking komen. Immers, de exoneratieclausule van de algemene voorwaarden, die tussen partijen van toepassing zijn, beperkt de aansprakelijkheid tot ten hoogste de factuurwaarde terwijl de aansprakelijkheid voor gevolgschade wordt uitgesloten. Door [eiser] is niet gemotiveerd op grond waarvan de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend zijn of dat de toepasselijkheid van die exoneratieclausule in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, zodat in deze procedure wordt uitgegaan van de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden.
5.13.
Het voorgaande leidt tot de integrale afwijzing van de vorderingen van [eiser].
5.14.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagden] worden begroot op:
- griffierecht € 1.924,00
- salaris advocaat
1.390,00(2,0 punten x tarief € 695,00)
Totaal € 3.314,00

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen af,
6.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden] tot op heden begroot op € 3.314,00,
6.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Celestijn en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2018.