ECLI:NL:RBGEL:2018:2027

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 mei 2018
Publicatiedatum
2 mei 2018
Zaaknummer
05/840352-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging doodslag en bedreiging in Silvolde na twijfel over bewijswaardigheid

Op 3 mei 2018 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een 65-jarige man uit Silvolde, die werd beschuldigd van poging doodslag en bedreiging. De verdachte was aangeklaagd voor het steken van een slachtoffer met een glasscherf en het bedreigen van het slachtoffer met een schroevendraaier op 22 maart 2017. Tijdens de zitting op 19 april 2018 heeft de officier van justitie betoogd dat er voldoende bewijs was voor een veroordeling, gebaseerd op de verklaringen van het slachtoffer en een getuige. De verdediging heeft echter de betrouwbaarheid van deze verklaringen betwist en gepleit voor vrijspraak, onder andere omdat het slachtoffer niet met een beëdigd tolk was gehoord en de verdachte niet in de gelegenheid was gesteld om zijn advocaat te raadplegen voor zijn verhoor.

De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en de getuige als onbetrouwbaar beoordeeld. Er waren tegenstrijdigheden in de verklaringen en er ontbrak een medische verklaring over het letsel van het slachtoffer. Bovendien was er geen bewijs dat de verdachte daadwerkelijk met een glasscherf of schroevendraaier had gestoken. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de tenlastelegging te ondersteunen en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/840352-17
Datum uitspraak : 3 mei 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1952 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] ,
raadsvrouw: mr. R.J.T. Leijzer, advocaat te Zutphen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 19 april 2018.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Aan verdachte is – kort samengevat - ten laste gelegd dat:
1. hij op 22 maart 2017 in Silvolde, heeft geprobeerd [slachtoffer] te doden of zwaar te mishandelen door hem met een glasscherf in de hals te steken;
2. hij op 22 maart 2017 te Silvolde [slachtoffer] heeft bedreigd door met een schroevendraaier in diens richting te steken.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte een poging doodslag (feit 1 primair) en een bedreiging (feit 2) heeft gepleegd. De officier van justitie is uitgegaan van de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangever [slachtoffer] en getuige [getuige] .
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft het tenlastegelegde ontkend. De verdediging heeft voor vrijspraak gepleit. De verdediging heeft in de eerste plaats aangevoerd dat aangever niet is gehoord met behulp van een beëdigd tolk. Dit moet tot bewijsuitsluiting leiden. Daarnaast is verdachte voorafgaand aan zijn voorgeleiding, ondanks zijn uitdrukkelijke wens, niet in de gelegenheid gesteld zijn advocaat te consulteren. Die verklaring moet daarom eveneens van het bewijs worden uitgesloten. Verder betwist de verdediging de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangever en van getuige [getuige] . De verdediging heeft gesteld dat onvoldoende bewijs resteert voor een bewezenverklaring, zodat verdachte moet worden vrijgesproken van al het hem tenlastegelegde.
Beoordeling door de rechtbank
Uit het dossier kan worden afgeleid dat verdachte op 22 maart 2017 aanwezig was in de woning van aangever. Getuige [getuige] was daar ook aanwezig. Aangever en getuige waren (fors) onder invloed van alcohol. Op enig moment is verdachte boos geworden. Er is een glas kapot gegaan en later die avond is bij aangever een snijwond in de halsstreek waargenomen.
Over de verdere gebeurtenissen op die avond verschillen de verklaringen van aangever en getuige enerzijds en de verklaringen van verdachte anderzijds wezenlijk.
De rechtbank heeft twijfels over de betrouwbaarheid van de aangifte. Verbalisanten hebben bij het opnemen van de aangifte geconstateerd dat aangever van de hak op de tak sprong, het moeilijk was hem te volgen en hij onder invloed was van alcohol. De aangifte is bovendien in het Engels opgenomen door een verbalisant (voor aangever en verbalisant niet hun moedertaal), waarna deze in het Nederlands is opgeschreven. De aangifte is daarna niet aan aangever voorgelezen. Hoewel dit laatste niet aan aangever te wijten is, maken de omstandigheden waaronder de aangifte is opgenomen dat de rechtbank kanttekeningen plaatst bij de betrouwbaarheid van de aangifte.
Ter terechtzitting is aangever gehoord, bijgestaan door een tolk. De rechtbank heeft (in raadkamer) geconstateerd dat aangever op wezenlijke onderdelen tegenstrijdig met eerdere, in het dossier opgenomen, verklaringen heeft verklaard. Aangever heeft onder meer wisselend verklaard over het moment waarop de politie onderzoek heeft gedaan in de woning en ook over de vraag wanneer en door wie foto’s zijn gemaakt van het letsel. Daarmee is nog meer afbreuk gedaan aan de bewijswaarde van de aangifte.
De rechtbank constateert verder dat onduidelijkheid bestaat over de aanleiding van de onenigheid tussen aangever en verdachte. Zowel aangever als verdachte hebben hierover bij de politie én ter zitting wisselend verklaard. Weliswaar is dat niet bepalend voor de vraag of verdachte heeft gestoken, maar de wisselende verklaringen maken dat de twijfels over de betrouwbaarheid van de verschillende verklaringen in het dossier worden versterkt.
Voorts overweegt de rechtbank dat het dossier geen medische verklaring bevat over het letsel van aangever, de mogelijke oorzaak daarvan en de daaraan verbonden risico’s. Ook is het merendeel van het kapotte longdrinkglas niet teruggevonden op de avond van het incident. Dat is niet alleen opmerkelijk, maar betekent ook dat er geen informatie over het glas voorhanden is. Zo al vastgesteld kan worden dat een kapotgeslagen glas tegen aangever is gehanteerd, kan uit het dossier niet blijken wat de grootte, vorm dan wel andere eigenschappen van dat glas waren. Evenmin is bezien of het voor verdachte fysiek gezien mogelijk was om over een tafel heen aangever met een glasscherf in de hals te raken.
Tot slot is – voor wat betreft feit 2 - geen schroevendraaier aangetroffen in de woning.
Dat zich in het dossier ook een getuigenverklaring bevindt die de aangifte ondersteunt, doet hieraan niet af. De politie was pas een uur na het voorval ter plaatse. De getuige is bovendien pas in de loop van de dag werkelijk inhoudelijk gehoord. In de tussentijd hebben aangever en getuige onderling contact kunnen hebben zodat de rechtbank niet goed kan bepalen in hoeverre de getuige onafhankelijk heeft verklaard.
Gelet op het voorgaande kan de rechtbank op grond van dit dossier en de afgelegde verklaringen ter terechtzitting onvoldoende vaststellen wat op die bewuste avond is gebeurd, op welke wijze aangever letsel in zijn hals heeft opgelopen en wat de rol van verdachte, maar ook van aangever, daarin was. Dit brengt met zich dat het tenlastegelegde niet kan worden bewezen en dat verdachte dient te worden vrijgesproken.

3.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder feit 1 tenlastegelegde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 1.125,00.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit voor afwijzing van die vordering gelet op de bepleite vrijspraak.
Beoordeling door de rechtbank
Zoals reeds aangegeven, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het tenlastegelegde. Gelet hierop zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering.

4.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.G.J. Post (voorzitter), mr. Y.M.J.I. Baauw en mr. D.S.M. Bak, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. Aalders, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 mei 2018.
Mr. Post is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage I
1. hij op of omstreeks 22 maart 2017 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven,
- die [slachtoffer] met een (kapot geslagen) (longdrink)glas één of meermalen in de hals/nek heeft gestoken en/of
- ( op korte afstand) één of meer stekende bewegingen (met dat kapot geslagen) (longdrink)glas heeft gemaakt naar en/of in de richting van de hals/nek en/of het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
subsidiair
hij op of omstreeks 22 maart 2017 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- die [slachtoffer] met een (kapot geslagen) (longdrink)glas één of meermalen in de hals/nek heeft gestoken en/of
- ( op korte afstand) één of meer stekende bewegingen (met dat kapot geslagen) (longdrink)glas heeft gemaakt naar en/of in de richting van de hals/nek en/of het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. hij op of omstreeks 22 maart 2017 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een schroevendraaier, althans een puntig voorwerp, één of meer stekende bewegingen gemaakt naar en/of in te richting van het lichaam van die [slachtoffer] .

Voetnoten

1.De volledige tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.