Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 april 2018
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Op grond van het tweede lid van dit artikel worden onder voorzieningen als bedoeld in het eerste lid uitsluitend verstaan:
b. intermediaire activiteiten ten behoeve van personen met een visuele, auditieve of motorische handicap;
(…)
Op grond van het vijfde lid van dit artikel kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel. Dit is gebeurd in de algemene maatregel van bestuur houdende regels met betrekking tot re-integratie (Reïntegratiebesluit).
b. bestaan uit door een persoon te verrichten diensten; en
c. niet behoren tot de gebruikelijke werkzaamheden van die persoon.
“De diensten hoeven niet noodzakelijkerwijze bij een externe leverancier te worden ingekocht. Een voorziening kan ook worden verleend indien de diensten worden verricht door een leidinggevende of collega binnen de onderneming. Hierbij geldt als voorwaarde dat deze dienstverlening niet inherent mag zijn aan de functie van deze persoon. Voorbeelden: bij vergaderingen zal meestal een notulist aanwezig zijn, bij een presentatie zal er iemand zijn die de apparatuur opstelt en bedient, indien er permanente secretariële ondersteuning aanwezig is, zal er geen extra voorleeshulp nodig zijn.”
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand blijven;
- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 46,- aan haar vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 1.503,-.