Uitspraak
[verdachte](hierna te noemen: verdachte),
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 18 januari 2018 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering tegen een verdachte die was vrijgesproken van het medeplegen van het telen van hennep en diefstal van stroom. De officier van justitie had gevorderd dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, met een voorlopig geschat bedrag van € 237.842,88. De zitting vond plaats op 4 januari 2018, waarbij de verdachte en zijn raadsman, mr. B.J.P. Toonen, aanwezig waren. De officier van justitie, mr. M. ten Velde, heeft ter zitting de vordering gehandhaafd. De rechtbank heeft in haar beoordeling kennisgenomen van het vonnis van 18 januari 2018, waarin de verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Aangezien de verdachte is vrijgesproken, heeft de rechtbank de ontnemingsvordering afgewezen. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de rechters C.J.M. van Apeldoorn, R.S. Croll en R.G.J. Welbergen, in aanwezigheid van griffier mr. M. Langstraat.