In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 18 april 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van verzoeker, die onderworpen was aan een last onder dwangsom opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg. De last hield verband met de overtreding van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het bestemmingsplan 'Buitengebied'. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 30 mei 2017, waarin hem werd gelast om bepaalde materialen en afvalstoffen van zijn perceel te verwijderen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de last met betrekking tot een oude dieseltank onzorgvuldig was voorbereid, omdat verzoeker had gesteld dat de tank niet meer aanwezig was en verweerder dit niet had onderzocht. De voorzieningenrechter heeft het beroep gegrond verklaard en het besluit van 30 mei 2017 vernietigd voor zover het de last ten aanzien van de dieseltank betreft. De voorzieningenrechter heeft verder geoordeeld dat het verzoek om voorlopige voorziening niet voor toewijzing in aanmerking kwam, en verweerder is veroordeeld in de proceskosten van verzoeker. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.