Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 1 oktober 2011 tot 1 oktober 2014 te [plaatsnaam 4] en
/of[plaatsnaam] en
/of[plaatsnaam 3] ,
in ieder geval in Nederland,met [slachtoffer 1] , geboortedatum [geboortedatum 2] , buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , door
/of
/of
of omstreeksde periode van 1 oktober 2011 tot en met 31 oktober 2015 te [plaatsnaam 4] en
/of[plaatsnaam] en
/of[plaatsnaam 3] ,
in ieder geval in Nederland,met de minderjarige [slachtoffer 1] , geboortedatum [geboortedatum 2] , ontucht heeft gepleegd, door
/of
/of
of omstreeksde periode van 12 november 2012 tot en met 31 juli 2016 te [plaatsnaam 4]
en/of [plaatsnaam]en
/of[plaatsnaam 3] en
/ofte [plaatsnaam 5] ,
in ieder geval in Nederland,met [slachtoffer 2] , geboortedatum [geboortedatum 3] , buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , door
/of
/of
/of
/of
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren;
ter beschikkingwordt
gestelden beveelt dat de ter beschikking gestelde
van overheidswege zal worden verpleegd;
- veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 en 2 tot betaling van
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
- veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 3 tot betaling van
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.