ECLI:NL:RBGEL:2018:1719

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 maart 2018
Publicatiedatum
16 april 2018
Zaaknummer
334214
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executoriale verkoop onroerende zaken en termijn voor bekendmaking veilingvoorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 14 maart 2018 een beschikking gegeven in een verzoekschriftprocedure betreffende de executoriale verkoop van onroerende zaken. Verzoeker, eigenaar van drie onroerende zaken, had verzocht om de executoriale verkoop, die gepland stond op 15 maart 2018, uit te stellen. Hij stelde dat de veilingvoorwaarden niet tijdig aan hem waren toegezonden en niet op de vereiste websites waren gepubliceerd. De notaris, die de veilingvoorwaarden had verzonden, betwistte dit en stelde dat hij aan de wettelijke vereisten had voldaan.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de aankondiging van de veiling en de toezending van de veilingvoorwaarden niet tijdig hadden plaatsgevonden. Volgens artikel 516 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet er een periode van dertig vrije dagen liggen tussen de bekendmaking van de veiling en de veiling zelf. De voorzieningenrechter concludeerde dat de veiling op 15 maart 2018 niet op tijd was aangekondigd, aangezien de aankondiging op 13 februari 2018 had plaatsgevonden, wat niet voldeed aan de wettelijke termijn.

De rechtbank bepaalde dat de executoriale verkoop niet op de geplande datum zou plaatsvinden, maar op een latere datum. De notaris werd veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die tot dat moment waren begroot op € 1.195,00. De beschikking werd openbaar uitgesproken en de feiten en motivering werden op 20 maart 2018 vastgelegd.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rekestnummer: C/05/334214 / KG RK 18-235
Beschikking van 14 maart 2018
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
advocaat mr. H. Loonstein te Amsterdam,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats] ,
verweerder,
advocaat mr. T.J.P. Jager te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [verzoeker] en de notaris genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de door [verzoeker] op 9 en 12 maart 2018 toegezonden producties 6 tot en met 12;
- de door [verzoeker] op 9 maart 2018 ingediende ‘wijziging/vermeerdering ingediend verzoekschrift’;
- de door de notaris op 9 en 12 maart 2018 toegezonden producties 1 tot en met 20;
- de mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is in verband met de spoedeisendheid van de zaak op 14 maart 2018 beschikking gegeven. De feiten en de motivering waarop de beslissing steunt worden hieronder vastgelegd.

2.Het verzoek en de beoordeling

2.1.
[verzoeker] is eigenaar van een drietal onroerende zaken, te weten:
- een perceel grond met het daarop gelegen beneden- en bovenhuis, plaatselijk bekend [adres 1] ;
- een perceel grond met het daarop gelegen woonhuis, plaatselijk bekend [adres 2] ;
- het appartementsrecht rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de winkel op de begane grond, plaatselijk bekend [adres 3] ;
2.2.
Bij exploot van 9 februari 2018 is door de hypotheekhouder aan [verzoeker] de executie van deze onroerende zaken aangezegd. De openbare verkoop is bepaald op
15 maart 2018, om respectievelijk 13:00 uur voor de [adres 1] , 13:30 uur voor de [adres 2] en 14:00 uur voor de [adres 3] .
2.3.
Het verzoek strekt tot bepaling dat de executoriale verkoop niet op 15 maart 2018 plaatsvindt, maar op een latere dag en uur en/of overigens wijziging van de veilconditiën, althans in ieder geval tot bepaling dat de verkoop op een andere wijze en/of op een andere dag en tijdstip plaatsvindt, kosten rechtens. [verzoeker] legt aan zijn verzoek ten grondslag dat de veilingvoorwaarden niet tijdig aan hem zijn toegezonden of door hem zijn ontvangen. Evenmin zijn de veilingvoorwaarden tijdig op de websites www.veilingnotaris.nl en www.bog-auctions.com gepubliceerd. Bij de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] aan zijn verzoek onder meer nog ten grondslag gelegd dat de veiling te laat op deze websites is aangekondigd.
2.4.
De notaris stelt dat hij de veilingvoorwaarden op 13 februari 2018 aan [verzoeker] heeft toegezonden. Op diezelfde dag heeft hij de veiling op de genoemde websites bekendgemaakt en heeft hij de veilingvoorwaarden op die websites gepubliceerd.
13 februari 2018 is precies dertig dagen voor 15 maart 2018 zodat volgens de notaris is voldaan aan de termijnen.
2.5.
[verzoeker] betwist dat de aankondiging van de veiling op de websites, de publicatie van de veilingvoorwaarden op die websites en de toezending daarvan aan [verzoeker] op 13 februari 2018 hebben plaatsgevonden. Daarnaast betoogt hij dat 13 februari 2018 sowieso te laat was. Uit zowel de jurisprudentie als de literatuur volgt dat tussen de dag van de aankondiging van de veiling en toezending van de voorwaarden enerzijds en de dag van de veiling anderzijds, dertig vrije dagen moeten liggen. Dit betekent dat de aankondiging en toezending niet uiterlijk op de dertigste dag voor de veiling maar uiterlijk op de eenendertigste dag voor die veiling moeten plaatsvinden. [verzoeker] verwijst in dit verband naar een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 9 maart 2011 (ECLI:NL:RBROT:2011:BP7084) en Tekst & Commentaar bij artikel
517 Rv, aantekening 3.
2.6.
Op grond van artikel 516 lid 1 Rv zal geen verkoop kunnen plaatsvinden dan na verloop van dertig dagen, nadat zij door aankondiging op een of meer algemeen toegankelijke websites zal zijn bekendgemaakt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter moet deze bepaling aldus worden gelezen dat na de dag van bekendmaking een periode van dertig ‘vrije’ dagen moet verlopen en dat de veiling pas daarna, dus op de eenendertigste dag na de aankondiging, kan plaatsvinden. De dertig dagen moeten immers op de dag van de verkoop verlopen zijn, zo schrijft artikel 516 lid 1 Rv voor. De eenendertigste dag na 13 februari 2018 is 16 maart 2018. Dit betekent dat de aankondiging voor de veiling op 15 maart 2018 niet op tijd is bekendgemaakt.
2.7.
Verder is in artikel 517 lid 1 Rv onder meer bepaald dat de notaris tenminste dertig dagen voor de verkoop aan, kort gezegd, belanghebbenden bij de veiling mededeling doet van de veilingvoorwaarden met toezending van een exemplaar daarvan en de veilingvoorwaarden op de in artikel 516 lid 1 bedoelde websites plaatst. Getwist kan worden over de vraag of dit betekent dat deze voorwaarden uiterlijk op de dertigste dag voor de veiling verzonden moeten worden, zoals de notaris stelt, of dat er dertig vrije dagen moeten zitten tussen die toezending en de veiling, zodat de verzending uiterlijk op de eenendertigste dag voor de veiling plaats moet vinden, zoals [verzoeker] stelt. Voor de beantwoording van die vraag is van belang dat de dertigdagentermijn per 1 januari 2015 in de wet is gekomen, eerder gold een termijn van acht dagen. Met betrekking tot deze wijziging heeft de minister opgemerkt (Tweede Kamer, 2013-2014, 33484, nr. 6):
“De leden van de fracties van de VVD, PvdA en D66 stellen mij in navolging van de KNB terecht de vraag of de termijn voor inzage van de veilingvoorwaarden gelijk zou moeten worden getrokken met de termijn voor de aankondiging van de veiling. Het voordeel van de gelijke termijnen is dat potentiële kopers op de website vanaf de aankondiging meteen kennis kunnen nemen van alle relevante informatie over de veiling. Bij nota van wijziging wijzig ik de termijn voor het bekendmaken van de veilingvoorwaarden uit artikel 517 lid 1 Rv daarom in dertig dagen.”Hieruit volgt dat beoogd is de termijn van artikel 517 lid 1 Rv gelijk te trekken met de termijn in artikel 516 lid 1 Rv. Nu die termijn, zoals hiervoor overwogen, 30 vrije dagen telt, moet dat ook gelden voor de termijn in artikel 517 lid 1 Rv. Dit betekent dat de veilingvoorwaarden uiterlijk op de eenendertigste dag voor de veiling, dus uiterlijk op 12 februari 2018 hadden moeten worden toegezonden en op de websites bekendgemaakt.
2.8.
Uit het voorgaande volgt dat zowel de termijn van artikel 516 lid 1 Rv, als die van artikel 517 lid 1 Rv, is overschreden. Met betrekking tot de vraag of een overschrijding van deze termijnen grond vormt om de veiling uit te stellen overweegt de voorzieningenrechter dat de genoemde termijnen in de wet zijn opgenomen als waarborgen om de opbrengst van de veiling te maximeren. Dit betekent dat aan die termijnen strikt de hand moet worden gehouden ook als, zoals in dit geval, de termijnen met slechts een dag zijn overschreden. Dit betekent dat de voorzieningenrechter zal bepalen dat de veiling niet op 15 maart 2018 zal plaatsvinden.
2.9.
De notaris zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [verzoeker] worden tot op heden begroot op:
- griffierecht € 291,00
- salaris advocaat
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.195,00

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
bepaalt dat de executoriale verkoop van de hiervoor onder 2.1 genoemde onroerende zaken niet op 15 maart 2018 plaatsvindt, maar op een latere dag en uur;
3.2.
veroordeelt verweerder in de proceskosten, aan de zijde van verzoeker tot op heden begroot op € 1.195,00;
3.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.A. van der Straaten en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2018. De feiten en de motivering zijn afzonderlijk vastgelegd op 20 maart 2018.