ECLI:NL:RBGEL:2018:1693
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.J. Jue
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake ongeldigverklaring rijbewijs op medische gronden
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 13 april 2018, staat de ongeldigverklaring van het rijbewijs van eiseres centraal. De directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) had op 3 juli 2017 besloten het rijbewijs van eiseres ongeldig te verklaren na een melding van de politie over een hersenbloeding. Eiseres had bezwaar aangetekend, maar dit werd op 6 november 2017 ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 14 maart 2018 was eiseres aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door S.J.M. van der Ark.
De rechtbank overweegt dat de beslissing van verweerder om het rijbewijs ongeldig te verklaren, gebaseerd is op medische onderzoeken. Eiseres betwist de conclusie dat zij niet geschikt is om te rijden. De GGZ-arts concludeert dat zij geschikt is, terwijl de neuroloog enkel een rijtest adviseert. De rechtbank stelt vast dat er onduidelijkheid bestaat over de relatie tussen de medische beperkingen van eiseres en haar rijgeschiktheid. De rechtbank oordeelt dat het besluit van verweerder een motiveringsgebrek vertoont, omdat niet is aangetoond dat de medische beperkingen van eiseres daadwerkelijk de reden zijn voor haar ongeschiktheid om te rijden.
De rechtbank biedt verweerder de gelegenheid om het gebrek in het besluit te herstellen binnen een termijn van zes weken. Indien verweerder hier geen gebruik van maakt, zal de rechtbank zonder tweede zitting uitspraak doen op het beroep. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak, inclusief de proceskosten en het griffierecht.