Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.1. De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
niet-ontvankelijkin het wrakingsverzoek, gericht tegen mr. Nijhuis;
niet in behandelingzal worden genomen;
Rechtbank Gelderland
In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, uitgesproken op 10 april 2018, is het wrakingsverzoek van een verzoeker behandeld. De verzoeker heeft de wraking ingediend tegen mr. O. Nijhuis, kantonrechter in de rechtbank Gelderland, vanwege vermeende vooringenomenheid. De verzoeker stelt dat de rechter in een eerdere beschikking van 5 april 2018 beslissingen heeft genomen op basis van aannames en veronderstellingen, waarbij tegenstrijdige beslissingen zijn genomen en bewijzen zijn genegeerd. De wrakingskamer oordeelt dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om wraking te verzoeken na een einduitspraak. De rechtbank concludeert dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk is, omdat de verzoeker niet tijdig heeft gereageerd op de eindbeslissing van de rechter. Bovendien oordeelt de wrakingskamer dat er sprake is van misbruik van recht, aangezien het verzoek pas na de einduitspraak is ingediend. De wrakingskamer wijst het verzoek af zonder behandeling ter zitting en bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van de verzoeker in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen, zelfs niet bij nieuwe feiten of omstandigheden. De beschikking is openbaar uitgesproken en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.