Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift
- het verweerschrift
- de mondelinge behandeling.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 16 januari 2018 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen een verzoeker en Achmea Schadeverzekeringen N.V. De verzoeker, die als voetganger op 4 januari 2012 door een auto werd aangereden, heeft een verzoek ingediend om te verklaren dat hij door het ongeval een licht schedel/hersenletsel heeft opgelopen. Achmea heeft aansprakelijkheid erkend, maar betwist de ernst van de klachten van de verzoeker. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker door het ongeval inderdaad een licht schedel/hersenletsel heeft opgelopen, maar heeft de overige verzoeken van de verzoeker afgewezen. Dit betreft onder andere de verzoeken om te verklaren dat de klachten van de verzoeker aan het ongeval zijn toe te rekenen en om schadevergoeding te ontvangen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de cognitieve klachten van de verzoeker te bevestigen, mede door de inconsistenties in de deskundigenrapportages. De rechtbank heeft de kosten van het deelgeschil begroot op € 7.265,43, welke door Achmea aan de verzoeker moet worden betaald.