ECLI:NL:RBGEL:2018:1532
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J. Penning
- R.J. Jue
- R.M. Koenraad
- Rechtspraak.nl
Openbaarheid van bestuur en projectvergunningen voor dierproeven: openbaarmaking van namen vergunninghouders
In deze zaak heeft eiseres, een dierenrechtenactiviste, op 18 november 2015 een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om openbaarmaking van een tiental projectvergunningen voor het houden van dierproeven. De Centrale Commissie Dierproeven, als verweerster, heeft deze vergunningen gedeeltelijk openbaar gemaakt, maar met weglakking van bepaalde gegevens, waaronder de namen van de vergunninghouders. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, wat leidde tot een bestreden besluit op 20 februari 2017 waarin de weglakking werd verminderd, maar niet volledig opgeheven. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 26 februari 2018 heeft eiseres betoogd dat de weglakking van de namen van de vergunninghouders haar in haar processuele belang schaadt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerster ten onrechte de namen van de vergunninghouders in de zienswijzen heeft weggelakt. De rechtbank oordeelde dat de openbaarmaking van deze gegevens noodzakelijk was, aangezien de weglakking niet voldeed aan de eisen van de Wob. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, met de verplichting voor verweerster om de gegevens alsnog openbaar te maken.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de belangen van de onderzoekers, die mogelijk in gevaar zouden komen door openbaarmaking, niet opwegen tegen het belang van openbaarmaking van de gegevens. De rechtbank heeft verweerster veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van transparantie in bestuursprocedures, vooral in zaken die betrekking hebben op dierenrechten en wetenschappelijk onderzoek.