Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[belanghebbende sub 1] ,
[belanghebbende sub 2],
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, heeft de voorzieningenrechter op 20 maart 2018 een beschikking gegeven in een rekestprocedure. Het verzoek is ingediend door de BANK OF SCOTLAND PLC, gevestigd te Edinburgh, Verenigd Koninkrijk, met als advocaat mr. G. Hamers. Het verzoek strekt tot het verkrijgen van verlof voor de onderhands verkoop van een onroerende zaak, zoals vastgelegd in een bijgevoegd koopovereenkomst. De belanghebbenden, die niet nader zijn genoemd, hebben geen bezwaar geuit tegen de goedkeuring van deze koopovereenkomst, ondanks dat zij op de juiste wijze zijn aangeschreven volgens artikel 544 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen, waarbij hij heeft bepaald dat de verkoop van het woonhuis met verdere toebehoren zal plaatsvinden onderhands, overeenkomstig de goedgekeurde koopovereenkomst.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter verklaard voor recht dat de hypotheekgevers en hun rechtsopvolgers op grond van deze beschikking tot ontruiming worden genoodzaakt, zoals bedoeld in artikel 525 lid 3 Rv. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken, wat betekent dat de beslissing en de overwegingen openbaar toegankelijk zijn voor belanghebbenden en andere geïnteresseerden.