ECLI:NL:RBGEL:2018:1476
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- T.E. van Zoeren
- H.J. Klein Egelink
- E.C.E. Marechal
- Rechtspraak.nl
Afkeuring zorgovereenkomst door Zorgkantoor wegens onverantwoorde zorgverlening en juridische beoordeling van de besluitvorming
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een persoon die zorg ontvangt, en Stichting Zorgkantoor Menzis, de verweerder. De zaak betreft de afkeuring van een zorgovereenkomst tussen eiser en LunterenZorg BV door het Zorgkantoor, omdat de zorgverlener volgens het Zorgkantoor geen verantwoorde zorg levert. Eiser had een persoonsgebonden budget (pgb) ontvangen voor zorg onder de Wet langdurige zorg (Wlz), maar het Zorgkantoor concludeerde dat de zorgverlening door LunterenZorg niet voldeed aan de kwaliteitseisen. Eiser heeft tegen deze afkeuring beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de afkeuring van de zorgovereenkomst is gebaseerd op een onjuiste wettelijke grondslag, maar heeft geoordeeld dat dit motiveringsgebrek kan worden gepasseerd op grond van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat eiser niet in zijn belangen is geschaad door het besluit van het Zorgkantoor. De rechtbank heeft de afkeuring van de zorgovereenkomst bevestigd, omdat LunterenZorg niet als een zorgaanbieder van goede kwaliteit kan worden beschouwd. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.252,50, evenals de vergoeding van het griffierecht van € 46,- aan eiser.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.