Uitspraak
Rechtbank GELDERLAND
1.[naam eiser sub 1] ,
[naam eiser sub 2] ,
1.[naam gedaagde sub 1] ,
[naam gedaagde sub 2] ,
1.Het procesverloop
2.De feiten
Inleiding
Inspectie
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 7 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee partijen over gebreken aan een woning. De eiser, vertegenwoordigd door J.A.M. Drinkenburg van DAS, heeft de gedaagden, vertegenwoordigd door F.J. Visser van Arag, aangeklaagd wegens tekortkomingen in de nakoming van de koopovereenkomst. De eiser heeft een woning gekocht van de gedaagden, maar heeft na de overdracht ernstige gebreken ontdekt, met name roestvorming aan de stalen liggers die het draagvermogen van de vloer in gevaar bracht. De eiser heeft de gedaagden schriftelijk op de hoogte gesteld van de gebreken en hen verzocht om de aansprakelijkheid te erkennen en de herstelkosten te vergoeden. De gedaagden hebben echter geen aansprakelijkheid erkend en de eiser heeft daarop een rechtszaak aangespannen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gebreken al aanwezig waren ten tijde van de eigendomsoverdracht en dat de gedaagden tekort zijn geschoten in hun verplichtingen uit de koopovereenkomst. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eiser recht heeft op schadevergoeding voor de herstelkosten, die zijn begroot op € 21.655,32. De gedaagden zijn hoofdelijk veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de eiser toegewezen. Dit vonnis bevestigt de verplichtingen van verkopers om te zorgen voor een woning die geschikt is voor normaal gebruik en de aansprakelijkheid voor gebreken die niet zijn gemeld tijdens de verkoop.