Op 19 maart 2018 heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland een ex-militair veroordeeld voor militaire joyriding. De verdachte had gedurende bijna een jaar voertuigen van de krijgsmacht gebruikt voor privédoeleinden, waaronder woon-werkverkeer en het regelen van leningen. Dit gebeurde zonder toestemming en terwijl hij zich bewust was van de onrechtmatigheid van zijn handelen. De tenlastelegging betrof het opzettelijk wederrechtelijk gebruiken van een motorrijtuig dat bij de krijgsmacht in gebruik was, in de periode van 1 juni 2015 tot en met 31 mei 2016, te nabij Schaarsbergen en 's-Gravenhage.
De militaire kamer oordeelde dat het wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. De verdachte had in totaal meer dan 23.000 kilometer gereden op kosten van de krijgsmacht, wat de militaire kamer als een ernstige schending van het vertrouwen van de werkgever beschouwde. De verdachte had meerdere waarschuwingen ontvangen van zijn leidinggevende, maar bleef doorgaan met het gebruik van de voertuigen.
Bij de strafoplegging hield de militaire kamer rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn financiële problemen en de impact van zijn daden op zijn leven. De officier van justitie had een werkstraf van 90 uren geëist, maar de militaire kamer legde uiteindelijk een werkstraf van 60 uren op, te vervangen door 30 dagen hechtenis, omdat dit meer recht deed aan de ernst van het feit. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 22c, 22d van het Wetboek van Strafrecht en artikel 166 van het Wetboek van Militair Strafrecht.