Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 10 januari 2018.
- het schriftelijke verweer van de rechter van 19 januari 2018.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 20 februari 2018 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker tegen mr. J.J. Westerbaan, de rechter in een aantal belastingzaken. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de weigering van de rechter om een uitstelverzoek te honoreren voor een zitting die gepland stond op 5 januari 2018. De verzoeker had aangegeven dat hij door medische omstandigheden niet in staat was om de zitting bij te wonen en had verzocht om de zitting te verplaatsen. De rechtbank oordeelde dat het niet verlenen van uitstel een normale procedurele beslissing is en dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingskamer concludeerde dat de klachten van de verzoeker niet voldoende waren onderbouwd met concrete feiten die zouden wijzen op vooringenomenheid. De beslissing van de rechter om geen uitstel te verlenen werd als begrijpelijk en in lijn met de gebruikelijke procedures in bestuurszaken beschouwd. Daarom werd het wrakingsverzoek afgewezen.