ECLI:NL:RBGEL:2018:109

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 januari 2018
Publicatiedatum
11 januari 2018
Zaaknummer
05/901087-07
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging na positieve gedragsverandering

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 januari 2018 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van de betrokkene, die in 2010 was veroordeeld tot TBS met dwangverpleging wegens doodslag. De rechtbank heeft de maatregel met één jaar verlengd, ondanks de positieve ontwikkelingen in de behandeling van de betrokkene. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de betrokkene grote vorderingen maakt, het herstel nog pril is en dat het te vroeg is om te onderzoeken of de maatregel voorwaardelijk kan worden beëindigd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS behandeld, waarbij de deskundige en de raadsvrouw van de betrokkene zijn gehoord. De deskundige heeft aangegeven dat de betrokkene sinds het gebruik van anti-psychotische medicatie positieve gedragsveranderingen heeft doorgemaakt, maar dat het nog te vroeg is om conclusies te trekken over de mogelijkheid van voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft besloten dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de maatregel vereisen, en dat het verstandig is om eerst de verdere ontwikkeling van de betrokkene af te wachten voordat er een beslissing wordt genomen over voorwaardelijke beëindiging. De rechtbank heeft de beslissing genomen met inachtneming van de relevante wetsartikelen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/901087-07
Datum zitting : 29 december 2017
Datum uitspraak : 12 januari 2018
Beslissing van de meervoudige kamer naar aanleiding van de vordering tot verlenging van de TBS ingediend door

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

betreffende de terbeschikkinggestelde

naam: [betrokkene] , hierna: betrokkene,

geboren op : [geboortedag] 1958 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in het [verblijfplaats] , hierna: de kliniek.
Raadsvrouw : mr. D.N.A. Brouns, advocaat te Utrecht.

Procedure

Betrokkene is op 14 juni 2010 bij arrest van het Gerechtshof te Arnhem veroordeeld tot onder meer terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege ter zake van doodslag.
Bij beslissing van deze rechtbank van 23 december 2016 is de maatregel van terbeschikkingstelling verlengd met één jaar.
De vordering van de officier van justitie in dit arrondissement van 20 november 2017, ter griffie van deze rechtbank ingekomen op diezelfde datum, strekt tot verlenging van de opgelegde maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege met betrekking tot betrokkene voor de duur van één jaar.
De rechtbank heeft kennis genomen van de processtukken, waaronder het adviesrapport van de kliniek d.d. 16 oktober 2017 en een afschrift van de aantekeningen, beide als bedoeld in artikel 509o, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. In voornoemd adviesrapport wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege te verlengen met één jaar.
Ter zitting van 29 december 2017 zijn gehoord:
- betrokkene;
- zijn raadsvrouw, mr. D.N.A. Brouns;
- als deskundige mevr. [naam 1] , GZ-psycholoog;
- de officier van justitie, mr. A. Waterman.
De deskundige heeft het verlengingsadvies toegelicht.
De officier van justitie heeft ter zitting de vordering toegelicht en daarbij gepersisteerd.
De raadsvrouw van betrokkene heeft het woord gevoerd en gepleit voor een verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar. Ten aanzien van de beslissing met betrekking tot de dwangverpleging is verzocht deze beslissing aan te houden, zodat kan worden onderzocht of, en zo ja, onder welke voorwaarden de dwangverpleging van betrokkene voorwaardelijk kan worden beëindigd.
Ter toelichting heeft de raadsvrouw opgemerkt dat het met betrokkene erg goed gaat sinds hij ongeveer een half jaar geleden is begonnen met het gebruik van anti psychotische medicatie. Het rapport van de kliniek is een aantal maanden geleden opgemaakt en de risicotaxatie is al bijna een half jaar oud. Gelet op de huidige situatie en het verouderde rapport, vindt de verdediging het de moeite waard om de mogelijkheid tot voorwaardelijke beëindiging te onderzoeken.

Overwegingen

In bovengenoemd adviesrapport van de kliniek d.d. 16 oktober 2017 staat – onder meer – het volgende vermeld:

“B0X 2 (Delict )diagnostiek

2.1
Diagnostiek
Beschrijvende diagnose inclusief kernproblematiek, gedestilleerd uit het delictscenario.
Betrokkene is een man die functioneert op een gemiddeld intellectueel niveau. Hij is bekend met een waanstoornis van het gemengde type. Kenmerkend hierbij is dat het gaat om niet bizarre wanen. (…) De mate waarin betrokkene triviale zaken betrekt in zijn overtuigingen en de mate waarin er sprake is van overtuigingen en gevolgtrekkingen die het logische overschrijden, rechtvaardigt de diagnose waanstoornis.
(…) In descriptieve zin kan gesproken worden van een narcistische dynamiek in het gedrag van betrokkene. Betrokkene komt over als een zelfingenomen en trotse man die zichzelf presenteert als zeer overtuigd van zijn eigen kunnen. Hij maakt een krenkbare indruk, waarbij hij zich op momenten ook zeer devaluerend kan opstellen naar zijn sociale omgeving. Er is in zeer sterke mate sprake van een self-serving bias, waarbij positieve eigenschappen aan zichzelf worden toegeschreven en negatieve eigenschappen worden geloochend en geëxternaliseerd. Dit lijkt in belangrijke mate een mechanisme van betrokkene te zijn om een laag zelfbeeld te compenseren en negatieve affecten af te weren.
Daarnaast is er sprake van een afhankelijke component in betrokkenes persoonlijkheid. Hij is op zoek naar bevestiging en erkenning vanuit zijn omgeving. Ten aanzien van de
persoonlijkheidsstructuur kan worden gesteld dat er sprake is van een verhoogde psychische kwetsbaarheid, Betrokkene staat weinig in contact met zijn gevoel, waardoor hij spanning niet voldoende herkent en hanteert. (…)
Betrokkene neigt ernaar spanning te externaliseren. Betrokkene voldoet aan de criteria voor misbruik van alcohol, cannabis en cocaïne (onder toezicht in remissie).”

“Box 4 Risicotaxatie en risicomanagement

(…)

4.2
Weging en interpretatie van delictgerelateerde criminogene en actuele
beschermende factoren met het oog op ernstige recidive, schadekansen en risico op
ongeoorloofde afwezigheid
Bij de gepraktiseerde begeleide verloven houdt hij zich goed aan de gemaakte afspraken en in de huidige situatie is er geen sprake van een verhoogde kans op onttrekking (dit wordt onderschreven door de [naam 2] items) of ernstige recidive. Echter, gaandeweg het resocialisatietraject neemt de begeleidende structuur af en de draaglast toe, met toenemend kans op verstoringen van de balans. Bij oplopende stress bestaat er een reële mogelijkheid tot decompensatie met bijbehorende delictrisico's. (…) De inzet van een medicamenteuze behandeling en het stapsgewijs vormgeven van een resocialisatietraject waarbij de stappen nauwgezet gevolgd worden door het [verblijfplaats] om tijdig te kunnen ingrijpen, zijn dan ook belangrijke onderdelen van het risicomanagement.
(…)
4.3
Recidiverisico, inclusief schadekansen, en risico op ongeoorloofde afwezigheid
Recidiverisico in geval van voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging:
matig-hoog.
Recidiverisico in geval van beëindiging toezicht of maatregel: hoog.
Risico op ongeoorloofde afwezigheid: laag.”

“Box 9 Verlengingsadvies

(…)

9.2
Onderbouwende beschrijving van het verband tussen de aanwezigheid van de
stoornis, het gevaarscriterium, de gepleegde interventies en de genoemde koers en
prognose.
(…)
Het is de intentie om komende periode te starten met het resocialisatietraject, waarbij met een machtiging onbegeleid verlof betrokkene wordt overgeplaatst naar een uitstroomafdeling. Aldaar zal bekeken worden hoe het traject er verder uit zal zien. Zonder de huidige structuur en kaders, schat het [verblijfplaats] in dat er een hoge kans op een ernstig recidive is.
(…)
9.7
Advies verlenging TBS maatregel.
Wij adviseren de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met één jaar.”
Ter zitting heeft de deskundige het rapport aangevuld in die zin dat betrokkene een positieve gedragsverandering heeft doorgemaakt sinds hij is begonnen met het gebruik van anti psychotische medicatie. Momenteel krijgt hij in de kliniek steeds meer vrijheden en naar aanleiding van de bevindingen hierover kan het recidiverisico eventueel naar beneden worden bijgesteld. Ten tijde van het opmaken van het rapport was het nog te vroeg om hier conclusies over te trekken. Het komend jaar kan ook bekeken worden wat betrokkene nog voor behandeling nodig heeft. De verwachting is dat met vaart richting resocialisatie gewerkt kan worden.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van hetgeen hiervoor is overwogen en op grond van de omstandigheid dat de maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd terzake van een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer perso(o)n(en), de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen een verlenging van de maatregel vereist en wel met een periode van 1 (één) jaar.
Aan het verzoek van de raadsvrouw met betrekking tot het aanhouden van de beslissing over de dwangverpleging, gaat de rechtbank voorbij. De rechtbank acht de ontwikkeling van betrokkene sinds hij zijn medicatie gebruikt zeer positief. De rechtbank begrijpt ook dat hij in het traject naar resocialisatie met grote stappen vooruit gaat. Echter, nu deze ontwikkeling pas recentelijk is gestart, vindt de rechtbank het nog te vroeg om te beslissen dat de mogelijkheden voor voorwaardelijke beëindiging dienen te worden onderzocht. De rechtbank acht het verstandig om eerst te kijken of de ontwikkeling van betrokkene goed blijft gaan. Daarnaast is betrokkene nog maar net gestart met onbegeleid verlof. Het is goed om eerst nog te oefenen met meer vrijheden in de kliniek, voordat de grote stap van voorwaardelijke beëindiging wordt genomen. De rechtbank vertrouwt erop dat als over een jaar de tijd hiervoor rijp is, het Openbaar Ministerie zorg zal dragen dat een maatregelenrapport van de reclassering voor de zitting beschikbaar is. De rechtbank zal nu echter niet beslissen dat dit rapport vóór de volgende zitting moet worden opgemaakt.
De rechtbank zal beslissen als hierna te melden en neemt daarbij de toepasselijke wetsartikelen in aanmerking.

BESLISSING

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met
1 (één) jaar.
Aldus gegeven door mr. R.G.J. Welbergen, voorzitter, mr. M.A. Bijl en mr. J.H.D. van Onna, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Ruizendaal-van der Veen, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank op 12 januari 2018.