ECLI:NL:RBGEL:2018:1053
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. Klep
- G. Noordraven
- F.M.A. ’t Hart
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van valsheid in geschrift in asbestinventarisatiezaak
Op 8 maart 2018 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van valsheid in geschrift. De zaak betrof het opmaken van asbestinventarisatierapporten die vermoedelijk valselijk waren opgemaakt door de verdachte. De officier van justitie stelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan valsheid in geschrift door rapporten te vervalsen en deze te voorzien van een digitale handtekening van een deskundige, zonder diens toestemming. De rechtbank heeft de zaak behandeld na eerdere zittingen op 6 juli 2017 en 22 februari 2018, en na verwijzing door de politierechter op 6 december 2016.
De verdediging pleitte voor vrijspraak en betoogde dat de verklaringen van de deskundige, die onder druk van de politie tot een andere verklaring was gekomen, niet betrouwbaar waren. De rechtbank heeft de verklaringen van de deskundige bij de rechter-commissaris als betrouwbaarder beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet bewezen kon worden dat hij de rapporten valselijk had opgemaakt, omdat de deskundige verklaarde dat hij de rapporten samen met de verdachte had opgesteld en dat zijn handtekening met toestemming was gebruikt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen van valsheid in geschrift. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 8 maart 2018.