Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de (fax)brief van De Woonmensen van 22 februari 2018 met producties 1 t/m 16
- de (fax)brief van [eiser] van 23 februari 2018 met producties 5 t/m 6
- de e-mail van De Woonmensen van 26 februari 2018 met productie 17
- de e-mail van [eiser] van 26 februari 2018 met productie 7
- de mondelinge behandeling, ter gelegenheid waarvan is gebleken dat in verband met de spoedeisendheid mondeling een beslissing is gegeven en dat de motivering van deze beslissing later zal volgen
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van De Woonmensen.
van de desbetreffende maand betaald wordt.
3.Het geschil
4.De beoordeling
- de huurovereenkomst door het vonnis van 11 oktober 2017 was ontbonden;
- desondanks een laatste kans werd geboden;
- er geen nieuwe huurovereenkomst werd gesloten.
Kamerstuk 1999-2000, 26 089, nr. 6, p. 36).
2 januari 2018 zo hard geschreeuwd tegen medewerkster mevrouw [naam] dat er allerlei collega’s bij zijn gekomen. De teamleider van mevrouw [naam] moest [eiser] zien te kalmeren. [eiser] heeft erkend dat hij intimiderend kan zijn overgekomen, omdat hij een luide stem heeft, van slag is geraakt en verkeerde woorden heeft gebruikt. Daarmee is op voorhand aannemelijk dat [eiser] artikel 1.4 van de overeenkomst heeft geschonden. Op grond van deze bepaling behoorde [eiser] zich respectvol en acceptabel te gedragen naar medewerkers van De Woonmensen. Nu aannemelijk is dat [eiser] dat niet heeft gedaan, is de De Woonmensen gerechtigd om het ontruimingsvonnis van 11 oktober 2017 ten uitvoer te leggen.
816,00
5.De beslissing
11 oktober 2017 met zaakkenmerk 6373688 CV EXPL 17-5538 voor de duur van twee maanden, te rekenen vanaf de datum van dit vonnis,