ECLI:NL:RBGEL:2018:1007

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 februari 2018
Publicatiedatum
7 maart 2018
Zaaknummer
324381
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van de adoptie van een minderjarige in Nicaragua door Nederlandse echtgenoten

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 februari 2018 een beschikking gegeven inzake de erkenning van de adoptie van een minderjarige, geboren in Nicaragua, door twee Nederlandse echtgenoten. De verzoekers, beiden woonachtig in Nederland, hadden op 27 juni 2017 een verzoekschrift ingediend voor de erkenning van de adoptie, die in Nicaragua was uitgesproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie in Nicaragua op 2 juni 2016 door een bevoegde autoriteit is uitgesproken en dat de verzoekers de noodzakelijke toestemming van de Minister van Veiligheid en Justitie hadden verkregen voor de adoptie. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de minderjarige sinds 13 juli 2016 bij de verzoekers woont en dat de adoptie in het belang van het kind is. De rechtbank heeft de adoptie erkend en de naamgeving van de minderjarige vastgesteld, waarbij de geslachtsnaam en voornamen zijn gewijzigd conform de Nederlandse wetgeving. De rechtbank heeft de geboortegegevens van de minderjarige vastgesteld, ondanks dat de oorspronkelijke geboorteakte niet beschikbaar was. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: 324381 FZ RK 17/1966
beschikking van de enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken d.d. 21 februari 2018

[verzoeker 1] en [verzoeker 2] ,

echtgenoten, verder te noemen verzoekers,
beiden wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. P. Baur te Landgraaf.

Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 27 juni 2017;
  • de brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag van 15 augustus 2017;
  • het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Gelderland, Locatie Arnhem, van 25 september 2017;
  • het journaalbericht met bijlagen van mr. Baur van 28 december 2017;
  • het journaalbericht met bijlagen van mr. Baur van 25 januari 2018.

De feiten

Verzoekers zijn op [datum ] te [plaatsnaam] met elkaar gehuwd.
Blijkens het vonnis van de rechtbank voor Familiezaken te [plaatsnaam] , Departement [plaatsnaam] , Nicaragua , is op [datum ] te [plaatsnaam] , Nicaragua , geboren de minderjarige:
[naam minderjarige].
De identiteit van de biologische ouders is bij deze rechtbank niet bekend.
De minderjarige heeft de Nicaraguaanse nationaliteit.
De Minister van Veiligheid en Justitie heeft bij besluit van 10 februari 2016, nr. B.K.A. 20124/0024, aan verzoekers toestemming verleend voor het opnemen van voornoemde minderjarige ter adoptie.
Bij vonnis van de rechtbank voor Familiezaken te [plaatsnaam] , Departement [plaatsnaam] , Nicaragua , is naar het recht van Nicaragua de adoptie van de minderjarige door verzoekers tot stand gekomen.
De minderjarige heeft in verband met deze adoptie zijn geboorteland mogen verlaten.
De minderjarige staat sinds [datum ] ingeschreven op het adres van verzoekers.

Het verzoek

Verzoekers verzoeken dat de rechtbank bij beschikking:
- primair: de erkenning en voorzoveel nodig de omzetting zal uitspreken van de adoptie van de minderjarige en zal bepalen dat de minderjarige de voornamen [naam minderjarige] en de achternaam [naam minderjarige] zal dragen;
subsidiair, de adoptie naar Nederlands recht zal uitspreken van de minderjarige en zal bepalen dat de minderjarige de voornamen [naam minderjarige] en de achternaam [naam minderjarige] zal dragen;
- de geboortegegevens van de minderjarige zal vaststellen.

De beoordeling

Erkenning
Nicaragua is geen verdragsstaat van het Haags Adoptieverdrag 1993. Daarom is het bepaalde in de artikelen 10:108 tot en met 10:112 Titel 6, afdeling 3 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) van toepassing.
Op basis van de overgelegde uittreksels basisregistratie personen stelt de rechtbank vast dat verzoekers ten tijde van de indiening van het aan de Nicaraguaanse autoriteit gerichte verzoek tot adoptie en ten tijde van de buitenlandse adoptie beslissing in Nicaragua hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden. De minderjarige had zowel ten tijde van het verzoek als ten tijde van de uitspraak van de adoptie in Nicaragua zijn gewone verblijfplaats. De rechtbank is van oordeel dat de buitenlandse adoptie beslissing is gegeven door een ter plaatse bevoegde autoriteit van Nicaragua , hetgeen blijkt uit het vonnis van de rechtbank voor Familiezaken te [plaatsnaam] , Departement [plaatsnaam] , Nicaragua , van
2 juni 2016. Aan de vereisten van artikel 10:108 lid 1 BW is voldaan.
Ingevolge artikel 10:109, eerste lid onder a, b en c van het BW wordt een buitenlands gegeven beslissing waarbij een adoptie tot stand is gekomen en die is uitgesproken door een ter plaatse bevoegde autoriteit van de vreemde staat waar het kind zowel ten tijde van het verzoek tot adoptie als ten tijde van de uitspraak zijn gewone verblijfplaats had, terwijl de adoptiefouders hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden, erkend indien:
a. de bepalingen van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (nader te noemen: Wobka) in acht zijn genomen, en
b. de erkenning van de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, en
c. erkenning niet op een grond, bedoeld in artikel 10:108, lid 2 of lid 3 van dit boek, zou worden onthouden.
De erkenning van de adoptie wordt op grond van artikel 10:108, lid 2 of lid 3 van dit boek onthouden indien aan de beslissing houdende adoptie kennelijk geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan of de erkenning van die beslissing kennelijk in strijd met de openbare orde zou zijn, waarvan in ieder geval sprake is indien de beslissing kennelijk op een schijnhandeling betrekking heeft.
Nu de Minister van Veiligheid en Justitie op 10 februari 2016, nr. B.K.A. 20124/0024, de op grond van artikel 2 Wobka vereiste beginseltoestemming aan verzoekers heeft verleend, gaat de rechtbank ervan uit dat de bepalingen van de Wobka in acht zijn genomen.
Gelet op het vonnis van de rechtbank voor Familiezaken te [plaatsnaam] , Departement [plaatsnaam] , Nicaragua , van 2 juni 2016, waarbij de adoptie van de minderjarige naar Nicaraguaans recht is uitgesproken, de verleende beginseltoestemming aan verzoekers, welke niet dan na voorafgaand onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming wordt verleend, alsmede het feit dat de minderjarige sinds 13 juli 2016 bij verzoekers zijn gewone verblijfplaats heeft, is de rechtbank van oordeel dat de erkenning van de Nicaraguaanse adoptie in het belang van de minderjarige is.
Ook overigens zijn uit de stukken geen gronden naar voren gekomen voor het onthouden van de erkenning van de Nicaraguaanse beslissing als bedoeld in artikel 10:109 lid 1 onder a, b en c van het BW.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft blijkens zijn rapport van 25 september 2017 een positief advies uitgebracht met betrekking tot het onderhavige verzoek.
Gelet op de laatste zin van het tweede lid van artikel 10:109 BW is de procedure van artikel 1:26 BW toepasselijk en zal de rechtbank derhalve voor recht verklaren dat het vonnis van de rechtbank voor Familiezaken te [plaatsnaam] , Departement [plaatsnaam] , Nicaragua , van 2 juni 2016, vatbaar is voor inschrijving in het desbetreffende register van de burgerlijke stand.
Omzetting
Artikel 10:110 tweede lid van het BW bepaalt dat als de adoptie in de staat waar zij plaatsvond niet tot gevolg heeft dat voordien bestaande familierechtelijke betrekkingen worden verbroken, de adoptie dat gevolg ook in Nederland mist. De adoptie kan in die situatie worden omgezet naar een adoptie naar Nederlands recht.
Nu vaststaat dat de adoptie naar Nicaraguaans recht tot rechtsgevolg heeft dat de familierechtelijke betrekkingen tussen de minderjarige en zijn verwanten zijn verbroken, zal de rechtbank het verzoek hieromtrent afwijzen.
Voornamen en geslachtsnaam
Op grond van artikel 10:19 lid 1 BW worden de geslachtsnaam en de voornamen van een vreemdeling bepaald door het recht van de staat waarvan hij de nationaliteit heeft. Op grond van artikel 10:20 BW worden de geslachtsnaam en de voornamen van een persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit, ongeacht de vraag of hij nog een andere nationaliteit heeft, bepaald door het Nederlandse recht. Artikel 10:22 lid 1 BW bepaalt dat ingeval van verandering van nationaliteit het recht van de staat van de nieuwe nationaliteit van toepassing is, daaronder begrepen de regel van dat recht betreffende de gevolgen van de nationaliteitsverandering voor de naam.
De minderjarige bezit thans de Nicaraguaanse nationaliteit. Op het moment dat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, levert dit een grondslag op voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit. Het voorgaande brengt mee dat Nederlands recht dan van toepassing is op het verzoek dat betrekking heeft op de geslachtsnaam en de voornamen van de minderjarige.
Verzoekers hebben verzocht te verstaan dat de minderjarige de geslachtsnaam [naam minderjarige] zal dragen, evenals zijn (geadopteerde) zus. Gelet op het bepaalde in artikel 1:5 lid 8 BW zal de rechtbank verstaan dat de minderjarige de geslachtsnaam [naam minderjarige] zal hebben.
Wat betreft het verzoek tot voornaamswijziging bepaalt artikel 1:4 lid 4 BW dat deze door de rechtbank kan worden gelast. Dit verzoek zal worden toegewezen, aangezien van bezwaren daartegen niet is gebleken. De rechtbank zal derhalve wijziging van de voornamen van de minderjarige gelasten, opdat de voornamen van de minderjarige zullen luiden: [naam minderjarige] . Tevens zal inschrijving hiervan worden gelast.
Geboortegegevens
Bij de stukken bevindt zich een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door de daartoe bevoegde instantie opgemaakte akte van geboorte van de minderjarige, genummerd 633-57762. Het betreft hier een herregistratie (vervanging van de geboorteakte) in verband met de Nicaraguaanse adoptie die niet de oorspronkelijke geboortegegevens van de minderjarige bevat, maar de gegevens van verzoekers en een andere geboorteplaats van de minderjarige. Deze geboorteakte geeft daardoor niet de situatie weer zoals deze gold op het moment van geboorte van de minderjarige. Aangezien in de buitenlandse adoptiebeslissing ook geen persoonsgegevens van de oorspronkelijke ouders zijn vermeld en in die beslissing uitdrukkelijk is overwogen dat in de nog op te maken geboorteakte van de minderjarige niet mag worden vermeld dat hij geadopteerd is, omdat die vermelding ingevolge de Nicaraguaanse wet verboden is, gaat de rechtbank ervan uit dat verzoekers niet in staat zijn om de oorspronkelijke geboorteakte van de minderjarige, met daarin opgenomen de persoonsgegevens van de biologische ouders en zijn geboorteplaats, over te leggen. De rechtbank volgt daarom het standpunt van de ambtenaar van de burgerlijke stand dat inschrijving daarvan leidt tot een onjuiste en naar Nederlandse begrippen onbegrijpelijke geboorteakte. Met het oog hierop zal de rechtbank de geboortegegevens van de minderjarige vaststellen.
De rechtbank is van oordeel dat uit de in het geding gebrachte stukken, voldoende aanwijzingen zijn verkregen omtrent de omstandigheden waaronder en de datum waarop de geboorte van de minderjarige moet hebben plaatsgevonden. Daarbij is naar het oordeel van de rechtbank voldoende aangetoond dat de minderjarige in [plaatsnaam] , Nicaragua , is geboren en niet, zoals door verzoekers gesteld, in [plaatsnaam] , [plaatsnaam] , Nicaragua . Daarbij heeft de rechtbank zich gebaseerd op het navolgende:
  • de rechter voor Familiezaken te [plaatsnaam] , Nicaragua , heeft bij uitspraak van 19 oktober 2015 bepaald dat de minderjarige door zijn biologische ouders voorgoed werd verlaten en heeft het ouderlijk gezag van de biologische ouders beëindigd;
  • het e-mailbericht van de Nederlandse Adoptie Stichting van 27 december 2017;
  • blijkens het vonnis van de rechtbank voor Familiezaken te [plaatsnaam] , Departement [plaatsnaam] , Nicaragua , van 2 juni 2016 is er een geboorteakte van de minderjarige ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente [plaatsnaam] , department [plaatsnaam] , op bladzijde 323, folio 323, deel 0083, jaartal tweeduizend tien. Voormelde rechtbank heeft daarbij vastgesteld dat de naam van de minderjarige luidt: [naam minderjarige] ;
- de rechtbank voor Familiezaken te [plaatsnaam] , Nicaragua , heeft bij vonnis het hoofd van de bevolkingsregister van de gemeente [plaatsnaam] , department [plaatsnaam] , opdracht gegeven om deze oude geboorteakte van de minderjarige nietig te verklaren en opdracht gegeven om de rechter voor Familiezaken te [plaatsnaam] hiervan op de hoogte te stellen. Vervolgens is aan het hoofd van het bevolkingsregister van de gemeente [plaatsnaam] opdracht gegeven om de oude geboorteakte van de minderjarige ten gevolge van dit adoptievonnis te vervangen door een nieuwe geboorteakte, hetgeen ook is gebeurd.
Mede gelet op artikel 1:25c BW, beslist de rechtbank daarom als na te melden.

De beslissing

De rechtbank:
stelt de geboortegegevens van de minderjarige aldus vast, dat deze luiden:
naam: [naam minderjarige]
geslacht: mannelijk
plaats van geboorte: [plaatsnaam] , Nicaragua
dag van geboorte: [datum ] ;
gelast de inschrijving daarvan door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag;
stelt vast dat is voldaan aan de voorwaarden voor erkenning van de adoptie van voormelde minderjarige door verzoekers;
verklaart voor recht dat het vonnis van de rechtbank voor Familiezaken te [plaatsnaam] , Departement [plaatsnaam] , Nicaragua , van 2 juni 2016, voor inschrijving in de desbetreffende registers van de burgerlijke stand vatbaar is;
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank daartoe een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag zal zenden, zodra deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan;
gelast de wijziging van de voornamen van de minderjarige in de voornamen: [naam minderjarige] ;
verstaat dat de minderjarige de geslachtsnaam [naam minderjarige] zal dragen;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Kuypers, kinderrechter, en uitgesproken, in tegenwoordigheid van A. de Wijse-Hageman LL.B. als griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2018.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.