Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[gedaagde 2 / eiser in vrijwaring],
[gedaagde 3 / eiser in vrijwaring],
[gedaagde 2 / eiser in vrijwaring],
[gedaagde 3 / eiser in vrijwaring],
1.[gedaagde in vrijwaring 1] ,
1.De procedure in de hoofdzaak
- het tussenvonnis van 7 september 2016,
- de akte overlegging producties tevens akte wijziging van eis in conventie,
2.De procedure in de vrijwaringszaak
- het tussenvonnis van 28 september 2016,
- het verkort proces-verbaal van comparitie van 18 oktober 2016.
3.De feiten in de hoofdzaak en in de vrijwaring
4.Het geschil in de hoofdzaak
in conventie
5.De beoordeling in de hoofdzaak
in conventie
Retour “Kleine Winst”en vervolgens een opsomming van zaken en een lijst met codes, op 19 april 2016 ondertekend door [gedaagde 2 / eiser in vrijwaring] . (productie 202). Zij stelt dat [gedaagde 2 / eiser in vrijwaring] . op die datum in tegenwoordigheid van de deurwaarder heeft bevestigd dat alles was geretourneerd en dat hij geen zin had om alles verder te controleren. Daarbij hebben [gedaagde 2 / eiser in vrijwaring] . en de deurwaarder afgesproken dat er naderhand niet meer over kan worden gediscussieerd. VbV meent daarom geen dwangsommen verschuldigd te zijn.