Uitspraak
[veroordeelde](hierna te noemen: veroordeelde),
1.De procedure
2.Vordering van de officier van justitie
3.Standpunt van de verdediging
4.De beoordeling van de vordering
5.De beslissing
.
.
Rechtbank Gelderland
Op 24 februari 2017 heeft de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, uitspraak gedaan in de zaak tegen een 62-jarige man uit Dronten, die als executeur van de nalatenschap van zijn tante, mevrouw [naam 1], werd beschuldigd van verduistering. De man had in 2009 geld uit de nalatenschap van zijn tante onrechtmatig verdeeld over zichzelf en zijn echtgenote, zonder de derde erfgenaam, [naam 3], op de hoogte te stellen. De rechtbank oordeelde dat de man geen groter bedrag had uitgekeerd aan zichzelf en zijn echtgenote dan waarop zij recht hadden volgens het testament. Hierdoor werd de ontnemingsmaatregel afgewezen, hoewel de rechtbank wel vaststelde dat de man het erfdeel te vroeg had uitgekeerd, aangezien de boedel nog niet was verdeeld.
De officier van justitie had gevorderd dat het wederrechtelijk verkregen voordeel, geschat op € 118.250, zou worden vastgesteld en dat de man verplicht zou worden dit bedrag aan de Staat te betalen. De verdediging pleitte voor vrijspraak en betwistte de vordering tot ontneming. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de man zich meer had toegeëigend dan waar hij recht op had. De rechtbank wees de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel af, en benadrukte dat de man als executeur zijn verantwoordelijkheden niet correct had nageleefd, maar dat dit niet leidde tot een ontnemingsmaatregel.