ECLI:NL:RBGEL:2017:914

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 februari 2017
Publicatiedatum
23 februari 2017
Zaaknummer
05/860169-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over de aansprakelijkheid van een bestuurder van een verreiker na een dodelijk ongeval tijdens een evenement

Op 23 februari 2017 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 48-jarige bestuurder van een verreiker, die betrokken was bij een dodelijk ongeval tijdens een oldtimerevenement in Oosterwolde op 2 mei 2015. De bestuurder, die als machinist van de verreiker fungeerde, kreeg de maximale werkstraf van 240 uren opgelegd. Tijdens het evenement viel de verreiker om, waarbij dertien personen in de werkbak aanwezig waren. Eén persoon kwam om het leven en meerdere anderen raakten gewond. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zeer onvoorzichtig en onoplettend had gehandeld door de veiligheidsvoorschriften te negeren, waaronder het overschrijden van het toegestane gewicht in de werkbak en het gebruik van de verreiker in een onveilige overbruggingsstand. De rechtbank concludeerde dat er een causaal verband was tussen het handelen van de verdachte en de gevolgen van het ongeval, en dat de verdachte volledig toerekeningsvatbaar was, ondanks zijn beperkte intellectuele capaciteiten. De rechtbank legde een werkstraf op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van de gevolgen van het ongeval en de schuldbewustheid van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/860169-15
Datum uitspraak : 23 februari 2017
Tegenspraak
verkort vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats]
raadsman: mr. J.W. Soeteman, advocaat te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 28 november 2016 en 9 februari 2017.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 2 mei 2015, als bedienaar/machinist van een verreiker (merk Merlo) daarmede op een aan de [adres] gelegen terrein te Oosterwolde in de gemeente Oldebroek
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft
gehandeld, hierin bestaande dat verdachte,
niet conform het gestelde in hoofdstuk 7 “Bedieningen en instrumenten” van die
handleiding voor het gebruik van die verreiker (zie 1-2,blz.759 + 7-10, blz. 841),
respectievelijk inhoudende:
“Alle personen moeten buiten het werkbereik van de machine en van de lasten
blijven” en/of “Opgelet! Voordat u de machine gebruikt moet u de werkzone
duidelijk zichtbaar afbakenen om te vermijden dat mensen of voertuigen binnen het
werkbereik van de machine komen”,
heeft gezorgd, dat ter beveiliging van de op dat terrein aanwezig personen, een
(veiligheids) afzetting was aangebracht en/of een gemarkeerde veiligheidsafstand
rondom die verreiker was aangebracht en/of
terwijl hij, verdachte wist of redelijkerwijze kon weten dat de toen aldaar aan die
verreiker gemonteerde (werkbak) werkkooi, -met een (eigen) gewicht van ongeveer
580 kilogram, al dan niet tezamen met de zich in die bak bevindende dertien (13)
personen, met een gezamenlijk gewicht van ongeveer 702 kilogram(zie blz.530),
zijnde een totaal gewicht van ongeveer 1282 kilogram (zie blz. 727)-, een groter
(totaal) gewicht had, dan het in de lastvluchttabellen (zie blz. 1131 e.v.) van
voormelde handleiding en/of het zich op de werkbak van die verreiker bevindende
constructieplaatje voor gebruik van die verreiker, vermelde toegestane maximum
gewicht van die (bak) werkkooi, zijnde 300 kilogram (zie blz. 744+745+1131) terwijl het ingevolge die gebruikershandleiding verboden was lasten te verplaatsen met een gewicht dat hoger is dan wat de laadgrafiek van de machine aangeeft (blz.4-4, blz.799 ÷ 4-12, blz. 807 ÷8-2, blz.873 + 8-3,blz. 874) en/of
meer dan maximaal drie (3) personen, zoals aangegeven in die lastvluchttabellen
(1131), in die werkkooi te verplaatsen en/of
terwijl het ingevolge die gebruikershandleiding (uitdrukkelijk) verboden was
veiligheidsinrichtingen uit te schakelen (4-12, blz. 807), de sleutel van de beveiliging
in die verreiker heeft vastgezet met een spouwanker, althans met enig voorwerp,
zodat hij, verdachte buiten de beveiliging om, met die verreiker/machine in de
zogenaamde overbruggingsstand (bypass) kon werken (hijsen, tillen en/of heffen)
(zie blz.85 + blz. 726 + 727+734+ 735, 7-14, blz. 845) en/of
terwijl hij, verdachte wist, althans redelijkerwijs kon weten dat het werken met die
verreiker in die overbruggingsstand (bypass) risico’s ten aanzien van de stabiliteit
van die machine (Merlo) met zich mee kon brengen (blz. 87 + 88),
met die verreiker die groep van dertien (13) zich in die werkbak bevindende
personen, in strijd met voormelde lastvluchttabel (zie btz. 753 + 1132)naar een
hoogte van ongeveer 21 meter, in ieder geval een grotere hoogte dan ongeveer 18,5
meter heeft gebracht, gehesen, geheven of getild,
- waarbij, door gebruikmaking van die bypass (overbruggingstand), de giek van die
verreiker (veel) verder, ongeveer 21 meter, was uitgeschoven, zijnde een grotere
hoogte dan ongeveer 18,5 meter, die maximaal behaald kon worden, als geen
gebruik zou zijn gemaakt van die bijpass (overbruggingsstand )-, en/of
gedurende ongeveer vijf (5) minuten op die hoogte heeft gehouden en/of die
werkkooi/bak, vervolgens een aantal meters heeft laten zakken, waarbij hij,
verdachte bij het verrichten van die werkzaamheden/bewegingen de in de van
toepassing zijnde lastvluchttabellen van die verreiker/machine vermelde waarden,
ten aanzien van het maximale toelaatbare gewicht van die werkkooi, in combinatie
met werken met of brengen van die werkkooi tot op een hoogte/afstand van
ongeveer eenentwintig (21) meter, heeft overschreden en/of
die werkkooi en/of die verreiker/machine in een onstabiele positie heeft gebracht
en/of gehouden en/of
niet of in onvoldoende mate heeft gelet en/of is blijven letten op de op de display
van die verreiker (Merlo) aangegeven gegevens, zoals de index van de stabiliteit over
de lengteas en in de dwarsrichting (135), het gewicht van de opgetilde last (137),
en/of
niet of in onvoldoende mate heeft gelet en/of is blijven letten op de door de Last
Moment Beveiliging (LMB) van die verreiker weergegeven optische en/of
geluidssignalen
(zie blz.85+743+744÷8-24 blz. 895) en/of
niet of in onvoldoende mate, ingevolge de in voormelde handleiding weergegeven
instructies, op die weergegeven optische en/of geluidssignalen van die Last Moment
Beveiliging (LMB) heeft gereageerd en/of heeft gehandeld en/of
niet of niet tijdig die handelingen heeft verricht om die verreiker (werkkooi met
voormelde personen) (weer) in een stabiele positie te brengen en/of
ten gevolge waarvan de linker stabilisator (poot) van die verreiker schuin is
weggezakt en/of die verreiker is omgevallen of gekanteld en/of
die werkkooi/bak, waarin de personen ([slachtoffer 1], [slachtoffer 2],
[slachtoffer 3], [slachtoffer 4], [slachtoffer 5], [slachtoffer 6]. [slachtoffer 7]
[slachtoffer 8], [slachtoffer 9], [slachtoffer 10], [slachtoffer 11], [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13]
) zich bevonden, vanaf een hoogte van ongeveer twaalf (12) meter, althans vanaf grote hoogte, op de grond is gevallen en/of terecht is gekomen en/of
ten gevolge waarvan de in de nabijheid van die omvallende/kantelende
verreiker/machine zich bevindende persoon, te weten [slachtoffer 14] door die
omvallende en/of kantelende verreiker met werkbak/werkkooi is geraakt en/of
getroffen en/of
aldus handelende, het aan zijn, verdachtes schuld te wijten is dat:
- [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4], [slachtoffer 5]
, [slachtoffer 6]. J[slachtoffer 7], [slachtoffer 8], [slachtoffer 9], [slachtoffer 10]
, [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] zwaar lichamelijk letsel heeft/hebben
bekomen of zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in
de uitoefening van zijn/hun ambts- of beroepsbezigheden is ontstaan en/of
- [slachtoffer 14] werd gedood.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Alternatief scenario
Door de verdediging is een alternatief scenario geschetst. Volgens de verdediging is het mogelijk dat de verreiker niet is omgevallen door het handelen van verdachte, maar door een storing in het stabiliteitssysteem van de verreiker. De verdediging heeft daartoe verwezen naar een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Volgens de conclusie van dit rapport kan niet worden uitgesloten dat een storing in het stabiliteitssysteem van invloed is geweest op het omvallen van de verreiker. Aldus kan ook niet met (voldoende) zekerheid worden gezegd dat de verreiker alleen door het handelen van verdachte is gekanteld.
De rechtbank overweegt hierover als volgt. Weliswaar komt uit het NFI-rapport naar voren dat er tot ongeveer een kwartier vóór het omvallen van de verreiker een storing in het stabiliteitssysteem was, maar uit de registratie van het stabiliteitssysteem blijkt niet dat de storing ook nog bestond ten tijde van het omvallen. Voorts is door het NFI niet vastgesteld welke invloed een mogelijke storing zou kunnen hebben gehad op het omvallen. De rechtbank is van oordeel dat het door de verdediging geschetste alternatieve scenario geen steun vindt in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting en ook anderszins niet aannemelijk is geworden.
Naar het oordeel van de rechtbank is sprake geweest van een opeenstapeling van fouten aan de zijde van verdachte, die maken dat het ingetreden gevolg toe te rekenen is aan zijn handelen. De rechtbank acht dan ook causaal verband aanwezig tussen het handelen van verdachte en de dood onderscheidenlijk het (zwaar) lichamelijk letsel van de in de tenlastelegging genoemde slachtoffers. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gehandeld.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks2 mei 2015, als bedienaar/machinist van een verreiker (merk Merlo) daarmede op een aan de [adres] gelegen terrein te Oosterwolde in de gemeente Oldebroek
zeer,
althans aanmerkelijk,onvoorzichtig, onoplettend en
/ofonachtzaam heeft
gehandeld, hierin bestaande dat verdachte,
niet conform het gestelde in hoofdstuk 7 “Bedieningen en instrumenten” van die
handleiding voor het gebruik van die verreiker (zie 1-2,blz.759 + 7-10, blz. 841),
respectievelijk inhoudende:
“Alle personen moeten buiten het werkbereik van de machine en van de lasten
blijven” en
/of“Opgelet! Voordat u de machine gebruikt moet u de werkzone
duidelijk zichtbaar afbakenen om te vermijden dat mensen of voertuigen binnen het
werkbereik van de machine komen”,
heeft gezorgd, dat ter beveiliging van de op dat terrein aanwezig personen, een
(veiligheids) afzetting was aangebracht en
/ofeen gemarkeerde veiligheidsafstand
rondom die verreiker was aangebracht en
/of
terwijl hij, verdachte
wist ofredelijkerwijze kon weten dat de toen aldaar aan die
verreiker gemonteerde (werkbak) werkkooi, -met een (eigen) gewicht van ongeveer
580 kilogram, al dan niet tezamen met de zich in die bak bevindende dertien (13)
personen, met een gezamenlijk gewicht van ongeveer 702 kilogram(zie blz.530),
zijnde een totaal gewicht van ongeveer 1282 kilogram (zie blz. 727)-, een groter
(totaal) gewicht had, dan het in de lastvluchttabellen (zie blz. 1131 e.v.) van
voormelde handleiding en
/ofhet zich op de werkbak van die verreiker bevindende
constructieplaatje voor gebruik van die verreiker, vermelde toegestane maximum
gewicht van die (bak) werkkooi, zijnde 300 kilogram (zie blz. 744+745+1131) terwijl het ingevolge die gebruikershandleiding verboden was lasten te verplaatsen met een gewicht dat hoger is dan wat de laadgrafiek van de machine aangeeft (blz.4-4, blz.799 ÷ 4-12, blz. 807 ÷8-2, blz.873 + 8-3,blz. 874) en
/of
meer dan maximaal drie (3) personen, zoals aangegeven in die lastvluchttabellen
(1131), in die werkkooi te verplaatsen en
/of
terwijl het ingevolge die gebruikershandleiding (uitdrukkelijk) verboden was
veiligheidsinrichtingen uit te schakelen (4-12, blz. 807), de sleutel van de beveiliging
in die verreiker heeft vastgezet met een spouwanker,
althans met enig voorwerp,
zodat hij,verdachte buiten de beveiliging om, met die verreiker/machine in de
zogenaamde overbruggingsstand (bypass) kon werken (hijsen, tillen en/of heffen)
(zie blz.85 + blz. 726 + 727+734+ 735, 7-14, blz. 845) en
/of
terwijl hij, verdachte wist
, althans redelijkerwijs kon wetendat het werken met die
verreiker in die overbruggingsstand (bypass) risico’s ten aanzien van de stabiliteit
van die machine (Merlo) met zich mee kon brengen (blz. 87 + 88),
met die verreiker die groep van dertien (13) zich in die werkbak bevindende
personen, in strijd met voormelde lastvluchttabel (zie btz. 753 + 1132) naar een
hoogte van ongeveer 21 meter
, in ieder geval een grotere hoogte dan ongeveer 18,5
meterheeft gebracht, gehesen, geheven of getild,
- waarbij, door gebruikmaking van die bypass (overbruggingstand), de giek van die
verreiker (veel) verder, ongeveer 21 meter, was uitgeschoven, zijnde een grotere
hoogte dan ongeveer 18,5 meter, die maximaal behaald kon worden, als geen
gebruik zou zijn gemaakt van die bypass (overbruggingsstand )-, en
/of
gedurende ongeveer vijf (5) minuten op die hoogte heeft gehouden en
/ofdie
werkkooi/bak, vervolgens een aantal meters heeft laten zakken, waarbij hij,
verdachte bij het verrichten van die werkzaamheden/bewegingen de in de van
toepassing zijnde lastvluchttabellen van die verreiker/machine vermelde waarden,
ten aanzien van het maximale toelaatbare gewicht van die werkkooi, in combinatie
met werken met of brengen van die werkkooi tot op een hoogte/afstand van
ongeveer eenentwintig (21) meter, heeft overschreden en
/of
die
werkkooi en/of dieverreiker/machine in een onstabiele positie heeft gebracht
en/of gehouden en
/of
niet of in onvoldoende mate heeft gelet en/of is blijven letten op de op de display
van die verreiker (Merlo) aangegeven gegevens, zoals de index van de stabiliteit over
de lengteas en in de dwarsrichting (135), het gewicht van de opgetilde last (137),
en
/of
niet of in onvoldoende mate heeft gelet en/of is blijven letten op de door de Last
Moment Beveiliging (LMB) van die verreiker weergegeven optische en
/of
geluidssignalen (zie blz.85+743+744÷8-24 blz. 895) en
/of
niet of in onvoldoende mate, ingevolge de in voormelde handleiding weergegeven
instructies, op die weergegeven optische en
/ofgeluidssignalen van die Last Moment
Beveiliging (LMB) heeft gereageerd en/of heeft gehandeld en
/of
niet of niet tijdig die handelingen heeft verricht om die verreiker (werkkooi met
voormelde personen) (weer) in een stabiele positie te brengen en
/of
ten gevolge waarvan de linker stabilisator (poot) van die verreiker schuin is
weggezakt en
/ofdie verreiker is omgevallen of gekanteld en
/of
die werkkooi/bak, waarin de personen ([slachtoffer 1], [slachtoffer 2],
[slachtoffer 3], [slachtoffer 4], [slachtoffer 5], [slachtoffer 6]. [slachtoffer 7]
[slachtoffer 8], [slachtoffer 9], [slachtoffer 10], [slachtoffer 11], [slachtoffer 12] en
/of[slachtoffer 13]
) zich bevonden, vanaf een hoogte van ongeveer twaalf (12) meter, althans vanaf grote hoogte, op de grond is gevallen en/of terecht is gekomen en
/of
ten gevolge waarvan de in de nabijheid van die omvallende/kantelende
verreiker/machine zich bevindende persoon, te weten [slachtoffer 14] door die
omvallende en/of kantelende verreiker met werkbak/werkkooi is geraakt en/of
getroffen en
/of
aldus handelende, het aan zijn, verdachtes schuld te wijten is dat:
- [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4], [slachtoffer 5]
, [slachtoffer 6]. J[slachtoffer 7], [slachtoffer 8], [slachtoffer 9], [slachtoffer 10]
, [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] zwaar lichamelijk letsel
heeft/hebben
bekomen of zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in
de uitoefening van
zijn/hun ambts- of beroepsbezigheden is ontstaan en
/of
- [slachtoffer 14] werd gedood.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
aan zijn schuld de dood van een ander te wijten zijn
en
aan zijn schuld te wijten zijn dat een ander zwaar lichamelijk letsel bekomt, meermalen gepleegd
en
aan zijn schuld te wijten zijn dat een ander zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van zijn ambts- of beroepsbezigheden ontstaat, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

In zijn psychologisch rapport Pro Justitia van 21 november 2016 heeft drs. R.A. Sterk, psycholoog, geconcludeerd dat verdachte, ondanks zijn beperkte intellectuele capaciteiten op zwakbegaafd niveau, volledig toerekeningsvatbaar is te achten. De rechtbank onderschrijft die conclusie. Verdachte is strafbaar, nu ook verder geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot het verrichten van 240 uren werkstraf, te vervangen door 120 dagen hechtenis, en tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 18 oktober 2016;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 25 november 2016;
- het psychologisch rapport Pro Justitia van 21 november 2016.
Op 2 mei 2015 heeft zich een tragisch en noodlottig ongeval met een verreiker voorgedaan op het oldtimerevenement in Oosterwolde. Verdachte heeft de verreiker gebruikt om mensen op een hoogte van ongeveer twintig meter van het uitzicht te laten genieten. De verreiker is omgevallen, terwijl er dertien personen in de werkbak stonden. Bij het ongeval kwam één persoon om het leven en liepen acht kinderen en vier volwassenen deels ernstig letsel op.
Bij het gebruik van de verreiker heeft verdachte de veiligheidsregels overtreden. Verdachte heeft dertien personen in de werkbak toegelaten, terwijl volgens de handleiding maximaal drie personen toegestaan zijn. Daarmee heeft verdachte het maximum toelaatbare gewicht fors overschreden. Daarnaast heeft verdachte de verreiker gebruikt buiten de door de fabriek ingestelde beveiligingen om. Hij heeft de verreiker in de overbruggingsstand gebruikt, terwijl hij wist dat deze stand risico’s met zich bracht. De overbruggingsstand is een noodstand waarin de giek verder kan worden uitgeschoven. Die stand kan alleen worden gebruikt als de bestuurder in strijd met de gebruiksvoorschriften de schakelaar van de werkingsmodus (met een voorwerp) vastklemt of de sleutel van die schakelaar continue vasthoudt. Verdachte heeft de beveiliging omzeild door de schakelaar in de noodstand vast te zetten met een spouwanker. Tot slot heeft verdachte nagelaten om het werkgebied van de verreiker af te zetten of op een andere manier te voorkomen dat personen binnen het werkbereik van de verreiker konden komen. Door de veiligheidsregels te overtreden heeft verdachte zich zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam gedragen.
De gevolgen van het ongeval zijn zeer ingrijpend. Er is een mensenleven verloren gegaan, diverse personen hebben deels zwaar lichamelijk letsel opgelopen en/of zijn mentaal beschadigd. Het ongeval heeft veel leed veroorzaakt bij de getroffen gezinnen. De slachtoffers en zij die getuige zijn geweest van het ongeval zullen ongetwijfeld nog jarenlang met de gevolgen geconfronteerd worden. Voor de nabestaanden van het dodelijk slachtoffer zijn de gevolgen onomkeerbaar. Zij zullen met het gemis moeten omgaan. De rechtbank is zich ervan bewust dat geen enkele strafoplegging hun verdriet en het gemis kan compenseren.
Ter terechtzitting is gebleken dat verdachte zeer schuldbewust is. Verdachte heeft, toen hij de mensen omhoog bracht met de verreiker, geen verkeerde bedoelingen gehad. Verdachte heeft de gevolgen van zijn handelen niet gewild en is hierdoor de rest van zijn leven getekend.
De rechtbank is van oordeel dat een werkstraf zoals geëist een passende sanctie is. Verdachte heeft een blanco strafblad. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van recidivegevaar. De rechtbank acht daarom een voorwaardelijke gevangenisstraf zoals geëist door de officier van justitie niet aangewezen. Alle omstandigheden in aanmerking genomen, is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een werkstaf van 240 uren passend en geboden is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 57, 307 en 308 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
werkstrafgedurende
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen.
Dit verkort vonnis is gewezen door mr. D.S.M. Bak (voorzitter), mr. C. Kleinrensink en
mr. N.C. van Lookeren Campagne, rechters, in tegenwoordigheid van D. Waizy, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 februari 2017.
mr. D.S.M. Bak is buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.