ECLI:NL:RBGEL:2017:898

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 februari 2017
Publicatiedatum
22 februari 2017
Zaaknummer
05/720304-16 en 05/006585-15 (tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor woningoverval met geweld en bedreiging

Op 15 februari 2017 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een woningoverval. De overval vond plaats op 17 oktober 2016 in Tiel, waarbij de verdachte samen met anderen de woning binnendrongen met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal met geweld en afpersing. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vier jaar, maar de rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar op, met aftrek van voorarrest. De rechtbank hield rekening met de jonge leeftijd van de verdachte en het feit dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De rechtbank oordeelde dat de overval veel angst had veroorzaakt bij de slachtoffers, maar dat de verdachte niet professioneel had gehandeld, wat leidde tot een relatief geringe buit. De rechtbank legde ook een schadevergoeding op aan de benadeelde partij, die € 1.165,20 bedraagt, en bepaalde dat de verdachte dit bedrag aan de Staat moet betalen ten behoeve van de benadeelde partij. De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers : 05/720304-16 en 05/006585-15 (TUL)
Datum uitspraak : 15 februari 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1]
thans gedetineerd te P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid te Arnhem,
raadsvrouw: mr. H.J.R.M. Boersma, advocaat te Wadenoijen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 februari 2017.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Aan verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het samen met anderen dan wel alleen plegen van een woningoverval.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het gezamenlijk plegen van een diefstal met geweld en een afpersing.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich voor wat betreft de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Maar verdachte heeft ontkend dat hij met het balletjespistool heeft geslagen en dat hij aangever [aangever] bij de hals dan wel keel heeft vastgegrepen. Verder heeft hij ontkend het horloge en de telefoon te hebben meegenomen.
Beoordeling door de rechtbank
De overval
Aangever [aangever] heeft verklaard dat hij op 17 oktober 2016 samen met drie vrienden – waaronder [naam 1] (
de rechtbank begrijpt: [slachtoffer]) – in de woning aan de [adres 2] te Tiel was. Nadat om 21:00 uur twee vrienden vertrokken, werd vijf minuten later aangebeld. Op het moment dat aangever [aangever] de deur open deed, kwamen er direct twee jongens naar binnen. Een van de jongens pakte hem meteen bij zijn keel. Hij duwde aangever [aangever] naar achteren. De andere jongen had een zwart vuurwapen in zijn gestrekte hand en arm en stapte als tweede de gang binnen. Hij zei tegen aangever: “naar achteren, naar binnen” en drukte het vuurwapen tegen de linker bovenzijde van zijn hoofd. Daarna kwam er nog een derde persoon binnen. Ze droegen een capuchon over hun hoofd en een shawl voor hun gezicht. Vervolgens werd door de tweede jongen geroepen: “geld, geld”. Aangever werd in de richting van de woonkamer geduwd, waar ook [slachtoffer] was. [3]
Deze verklaring vindt steun in de verklaring van aangever [slachtoffer] die heeft verklaard dat hij ineens drie jongens met sjaals voor hun mond en neus naar binnen zag stormen die riepen dat hij op de grond moest gaan liggen. Hij herkende één van de stemmen als de stem van [voornaam] (
de rechtbank begrijpt: verdachte). Hij hoorde de jongens roepen dat ze hun telefoons moesten inleveren, dat was in de woonkamer. Toen hij op de grond lag, zag hij dat een van de twee jongens in de woonkamer een pistool in zijn handen had. De derde jongen zag hij niet. Hij voelde daarna wat hards op zijn achterhoofd gedrukt worden. Hij hoorde hen weer roepen: “geef geld en telefoon”. Hij had zijn telefoon – volgens [slachtoffer] een witte iPhone 5 met een oranje hoesje – aan de jongens gegeven. [4] Het is een feit van algemene bekendheid dat dit een telefoon is van het merk Apple.
Aangever [aangever] heeft hierover verklaard dat hij zag dat [slachtoffer] op de grond ging liggen en dat die jongens om de telefoon vroegen. Hij hoorde dat de tweede persoon riep: “telefoon nu”. Hij zag dat [slachtoffer] zijn telefoon gaf. Aangever [aangever] verklaart verder dat een van de jongens hun met het vuurwapen bedreigde. Hij zag op dat moment dat één van de jongens niet in de kamer was en hoorde iemand de trap oplopen. Vervolgens werd hij door een jongen van de bank getrokken en richting de keuken geduwd. [slachtoffer] werd door de andere jongen naar de keuken geduwd. Daar moesten zij op de grond, plat op hun buik, gaan liggen. Aangever [aangever] heeft verklaard dat hij zijn handen boven zijn hoofd moest doen, waarna deze met tape aan elkaar werden vastgebonden. [5]
Dit wordt ook bevestigd door aangever [slachtoffer] , die verder verklaarde dat op het moment dat [aangever] met tape werd vastgebonden, het wapen in zijn nek en vervolgens stevig op zijn hoofd werd gedrukt. Nadat hij getik van iets plastics hoorde en besefte dat het wapen nep was, ging hij met de daders vechten. Hij werd daarbij door een van de jongens met het wapen tegen zijn hoofd geslagen. [6]
Nadat de daders gevlucht waren, zag aangever [aangever] dat de kasten op de slaapkamer van zijn ouders open stonden, [7] wat naar het oordeel van de rechtbank duidt op een doorzoeking in die kamer naar geld en/of goederen. De moeder van aangever [aangever] , [naam 2] , heeft ten overstaan van de verbalisanten op 17 oktober 2016 verklaard dat haar dameshorloge (kleur: roségoud) van het merk IKKI, dat lag op het nachtkastje in de ouderslaapkamer, is weggenomen. [8]
Verdachte heeft verklaard dat hij samen met twee mannen op 17 oktober 2016 [aangever] en [slachtoffer] in de woning heeft overvallen. Nadat [aangever] de deur van de woning aan de [adres 2] in Tiel opende, duwde hij hem naar binnen. Verdachte had een balletjespistool bij zich en droeg een sjaal voor zijn gezicht. [9] Hij zei tegen [aangever] en [slachtoffer] dat ze op de grond moesten gaan liggen en dat er dan niks zou gebeuren. Hij richtte daarbij het balletjespistool op hen. [10] Bij de overval zijn verder de handen van [aangever] achter zijn rug met tape vastgebonden, aldus verdachte ter terechtzitting. [11]
Samenwerking
Verdachte heeft ter terechtzitting verder verklaard dat het plan voor de overval drie tot zes dagen voor het feit is ontstaan en gedurende enkele ontmoetingen steeds serieuzere vormen heeft aangenomen. Tijdens deze gesprekken is onder meer over een wapen en een voorverkenning dan wel een persoon op de uitkijk gesproken. Er zijn afspraken gemaakt over het adres en tijdstip. Verdachte heeft het balletjespistool enkele dagen voor de overval in zijn bezit gekregen.
Het was vanzelfsprekend dat ze verhullende kleding zouden dragen, aldus verdachte. [12] Bij de politie heeft verdachte tot slot verklaard dat hij de woning van aangever [aangever] heeft gekozen, omdat hij er eerder is geweest en daar waardevolle spullen heeft gezien. [13]
Het voorgaande duidt naar het oordeel van de rechtbank op een actieve voorbereiding met zowel uitdrukkelijke als stilzwijgende afspraken en een taakverdeling zowel voorafgaand – in de vorm van onder meer het regelen van een wapen – als tijdens de overval.
Conclusie
Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking van verdachte en zijn medeverdachten. Nu het gezamenlijke plan was gericht op het wegnemen of laten afgeven van geld en/of goederen en er ook daadwerkelijk goederen zijn meegenomen, kunnen naar het oordeel van de rechtbank – nog daargelaten wie welke handeling tijdens de overval heeft verricht – het gezamenlijk plegen van de diefstal van de horloge en de afpersing van de telefoon in vereniging door middel van het geweld en de bedreiging met geweld worden bewezen.
De rechtbank dient tot slot de vraag te beantwoorden of alle ten laste gelegde gewelds- en bedreigingshandelingen kunnen worden bewezen. De rechtbank is van oordeel dat deze vraag bevestigend dient te worden beantwoord. Zij overweegt daartoe dat de verklaringen van aangevers zoals voornoemd niet alleen onderling steun vinden, maar ook op essentiële onderdelen worden ondersteund door de verklaring van verdachte zelf. Gelet daarop en de omstandigheid dat de rechtbank geen enkele aanleiding ziet om aan de verklaringen van de aangevers te twijfelen, neemt zij deze verklaringen tot uitgangspunt en acht zij op grond van al het voorgaande ook het grijpen bij de keel en het slaan met het balletjespistool bewezen.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks17 oktober 2016 te Tiel tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een woning
(gelegen
aan de [adres 2]
)heeft weggenomen
- een mobiele telefoon (merk Apple, type i-Phone 5, kleur wit (met oranje hoes))
- een
(dames
)horloge (merk IKKI, kleur roségoud),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
[slachtoffer] en/of [aangever] en/of[naam 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] en
/ofdie [aangever] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s)
-heeft/hebben aangebeld en
/of (nadat de deur werd geopend
)met capuchons over het hoofd en
/ofmet (deels) bedekt gelaat bovengenoemde woning
is/zijn binnengedrongen en
/of
-(met kracht)die [aangever] bij de
hals/keel heeft
/hebbenvastgegrepen en
/of
geduwd en
/of
-op/aan die [aangever]
(met gestrekte arm
) een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft
/hebbengericht/getoond
/voorgehoudenen
/of
-
(daarbij
)heeft/hebben geroepen
/geschreeuwd (zakelijk weergegeven)"naar achteren, naar binnen" en
/of
-
een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen het (achter)hoofd en/of de nek van die [slachtoffer] en
/ofdie [aangever] heeft/hebben gedrukt/geduwd gehouden en
/ofdaarmee tegen het hoofd van die [slachtoffer] heeft/hebben geslagen en
/of
-tegen die [slachtoffer] en/of die [aangever]
(zakelijk weergegeven)heeft
/hebbengeroepen "geld, geld!"
en/of "telefoon, nu!"en
/of
-
een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp
(constant)op die [slachtoffer] en
/ofdie [aangever] heeft
/hebbengericht gehouden
(terwijl
de/een derde verdachte naar boven is gelopen en
/ofde bovenverdieping heeft doorzocht naar geld en/of enig(e) ander(e) goed(eren)
van zijn/hun gading)en
/of
-die [slachtoffer] en
/ofdie [aangever] (al dan niet bij de arm(en) gepakt en
/of) naar de keuken heeft/hebben geduwd
/getrokkenen
/of
-
(vervolgens
)tegen die [slachtoffer] en/of die [aangever] heeft/hebben geschreeuwd/geroepen dat
hij/zij
(zakelijk weergegeven) 'op de grond moest
(en
)gaan liggen
'en
/oftegen [aangever] dat hij
'de handen boven zijn
/hunhoofd moest
(en)doen
'en
/of
-
(vervolgens
)de handen van die [aangever] heeft
/hebbenvastgetaped;
en
/of
hij op
of omstreeks17 oktober 2016 te Tiel tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en
/ofbedreiging met geweld
[aangever] en/of[slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van
- een mobiele telefoon (merk Apple, type I-phone 5, kleur wit
(met oranje hoes
))
- een (dames)horloge, (merk IKKI, kleur rose/goud) ,
in elk geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
[aangever] en/of [naam 2] en/of[slachtoffer]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s) -heeft/hebben aangebeld en
/of (nadat de deur werd geopend
)met capuchons over het hoofd en
/ofmet (deels) bedekt gelaat bovengenoemde woning
is/zijn binnengedrongen en
/of
-(met kracht)die [aangever] bij de
hals/keel heeft
/hebbenvastgegrepen en
/of
geduwd en
/of
-op/aan die [aangever]
(met gestrekte arm
) een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft
/hebbengericht/getoond
/voorgehoudenen
/of
-
(daarbij
)heeft/hebben geroepen
/geschreeuwd (zakelijk weergegeven)"naar achteren, naar binnen" en
/of
-
een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen het
(achter)hoofd en/of de nek van die [slachtoffer] en
/ofdie [aangever] heeft/hebben
gedrukt/geduwd gehouden en
/ofdaarmee tegen het hoofd van die [slachtoffer] heeft/hebben geslagen en
/of
-tegen die [slachtoffer] en/of die [aangever]
(zakelijk weergegeven)heeft
/hebbengeroepen
"geld, geld!" en/of"telefoon, nu!"
en/of
-een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp (constant) op die [slachtoffer] en/of die [aangever] heeft/hebben gericht gehouden (terwijl de/een derde verdachte naar boven is gelopen en/of de bovenverdieping heeft doorzocht naar geld en/of enig(e) ander(e)goed(eren) van zijn/hun gading) en/of
-die [slachtoffer] en/of die [aangever] (al dan niet bij de arm(en) gepakt en/of) naar de keuken heeft/hebben geduwd/getrokken en/of
-(vervolgens) tegen die [slachtoffer] en/of die [aangever] heeft/hebben geschreeuwd/geroepen dat hij/zij (zakelijk weergegeven) 'op de grond moest(en) gaan liggen' en/of 'de handen boven zijn/hun hoofd moest(en) doen' en/of
-(vervolgens) de handen van die [aangever] heeft/hebben vastgetaped.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar met aftrek van het voorarrest, waarbij aan het voorwaardelijk deel een reclasseringstoezicht en een behandelverplichting dienen te worden verbonden. Daartoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat het gaat om een zeer ernstige feiten. Het gaat om een overval die verdachte samen met anderen heeft gepleegd en waarbij een vermomming en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp zijn gebruikt. Verder is aangevoerd dat het gaat om jonge slachtoffers die doelbewust zijn uitgekozen en bij de overval zijn vastgebonden met tape. In het nadeel van verdachte is tot slot opgemerkt dat verdachte een prominente rol bij de overval heeft gehad en geen volledige openheid over de feiten heeft gegeven. In het voordeel van verdachte is aangevoerd dat verdachte nog jong is en niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om aan verdachte een geheel onvoorwaardelijke straf op te leggen, zodat in het kader van een voorwaardelijke invrijheidsstelling voorwaarden voor verdachte kunnen worden geformuleerd die passen bij zijn situatie op dat moment. Daarmee zou rekening worden gehouden met zijn jeugdige leeftijd en de omstandigheid dat hij niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld. Verder is aangevoerd dat verdachte met uitzondering van de namen van zijn medeverdachten open is geweest met betrekking tot de overval en verdachte een kwetsbaar persoon is die loyaal is geweest aan de verkeerde personen.
Verdachte heeft verklaard dat hij met het gebruik van cannabis is gestopt en na zijn straf zijn leven op de rit wil krijgen door onder meer een opleiding te gaan volgen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 22 december 2016;
- voorlichtingsrapportages van de Reclassering Nederland, gedateerd 20 oktober 2016 en 20 januari 2017.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een woningoverval. Verdachte en zijn medeverdachten hebben in de dagen voor de overval plannen gemaakt, waarbij gelet op de vermeende aanwezigheid van waardevolle goederen doelbewust voor de woning in Tiel is gekozen. Tijdens de gesprekken met betrekking tot de overval is onder meer een wapen in het plan gekomen en is gesproken over een rolverdeling. Verdachte heeft daarmee op verschillende momenten de kans gehad om de voorbereidingen van de overval te staken, maar heeft er desondanks voor gekozen om het plan door te zetten.
Uiteindelijk zijn verdachte en zijn medeverdachten op een moment dat alleen [aangever] en [slachtoffer] in de woning waren met sjaals voor hun gezichten en voorzien van een balletjes-pistool - lijkend op een vuurwapen en daarmee voor afdreiging geschikt – naar binnen gegaan. In de woning hebben zij meermalen met dit pistool gedreigd en is er geweld in de vorm van onder meer vastgrijpen, duwen en slaan tegen de slachtoffers van zestien en zeventien jaar – die verdachte ook kende – gebruikt. Daarbij is aangever [aangever] ook nog eens met tape vastgebonden.
De rechtbank acht voor dergelijke overvallen een forse gevangenisstraf passend.
Het is algemeen bekend dat een dergelijke woningoverval, mede gelet op de ernst van de bedreiging en het toegepaste geweld veel angst bij slachtoffers doet ontstaan.
Aangever [slachtoffer] heeft echter na ontdekking van de ware aard van het wapen – zijnde een balletjespistool – vrij eenvoudig de overvallers kunnen overmeesteren en laten vluchten met een relatief geringe buit. Dit duidt ondanks de gemaakte plannen naar het oordeel van de rechtbank niet op een professionele werkwijze.
In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank verder mee dat verdachte niet eerder voor soortgelijke ernstige feiten is veroordeeld. Hij heeft bovendien zijn rol in het geheel erkend en de consequenties daarvan aanvaard.
Verder houdt de rechtbank – ondanks de omstandigheid dat er geen aanwijzingen zijn voor toepassing van het adolescentenstrafrecht – rekening met de jonge leeftijd van verdachte.
Uit de rapportages volgt dat diverse factoren aan het delictgedrag van verdachte hebben bijgedragen en elkaar hebben beïnvloed. Verdachte had schulden, geen zinvolle dagbesteding, ging om met de verkeerde vrienden en had problemen in de thuissituatie die hij ontvluchtte. Hij voelde zich onder druk staan, omdat hij mensen moest terugbetalen.
Daarnaast speelde het denkpatroon van verdachte – waarbij hij enkel
dacht aan het behalen van winst – en een zwakke besluitvorming een rol. De reclassering wenst hierin nader inzicht te verkrijgen.
De reclassering adviseert om door middel van begeleiding en behandeling van verdachte te werken aan gedragsverandering.
Daarbij ziet de reclassering onder meer een rol voor zichzelf om verdachte te begeleiden bij zelfstandig wonen en alle praktische zaken die daarmee samenhangen. Verder wordt een behandeling – naar de rechtbank begrijpt op het gebied van weerbaarheid en besluitvorming – nodig geacht. De reclassering schat het risico op herhaling door verdachte zonder hulp bij het oppakken van zijn leven na detentie en zonder behandeling hoog-gemiddeld in. Op grond van al deze omstandigheden wordt door de reclassering een gedeeltelijk voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en in het algemeen een behandelverplichting geadviseerd, welk advies door de officier van justitie in haar eis is gevolgd.
De rechtbank is echter met de verdediging van oordeel dat een traject – afgestemd op de situatie van verdachte na zijn detentie – meer aangewezen is.
Binnen het kader van een voorwaardelijke invrijheidsstelling kan dan vervolgens een op maat gemaakt en bij de huidige situatie passend traject worden samengesteld om verdachte bij de benodigde leefgebieden en problemen te begeleiden en/of te behandelen. Zij zal daarmee het voorstel van de verdediging volgen en een geheel onvoorwaardelijke straf aan verdachte opleggen.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van drie jaar met aftrek van de tijd die hij al in voorarrest heeft doorgebracht.
Ten aanzien van het beslag:
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave – voor zover nog niet plaatsgevonden – worden gelast van een mobiele telefoon van het merk Apple iPhone (goednummer PL0600-2016513522-1267495) aan de veroordeelde.
7a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de bewezenverklaarde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van € 1.965,20 aan materiële schade en smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Verder wordt een bedrag van € 25,14 aan proceskosten, bestaande uit reiskosten om de zitting bij te wonen, gevorderd.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 1.965,20 hoofdelijk kan worden toegewezen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De proceskosten komen naar de mening van de officier van justitie niet voor vergoeding in aanmerking.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de materiële schade niet is onderbouwd en heeft verzocht om het bedrag aan smartengeld te matigen tot een bedrag van € 1000,-, aangezien de benadeelde partij zich naar buiten toe niet angstig presenteert.
Beoordeling door de rechtbank
Materiële schade
Nu zowel de schadepost met betrekking tot het T-shirt (€ 50,00) als met betrekking tot de iPhone 5 (€ 115,20) naar het oordeel van de rechtbank voldoende zijn onderbouwd dan wel op basis van het dossier voldoende aannemelijk zijn geworden en redelijk voorkomen, kan de vordering ten aanzien van deze schadeposten worden toegewezen.
Smartengeld
Uit de toelichting bij de vordering volgt dat [slachtoffer] als gevolg van de klap met het balletjespistool een bult op zijn hoofd heeft opgelopen. Verder heeft hij sinds het incident moeite met slapen en heeft hij moeite met het vertrouwen van andere personen. Hij voelt zich erg onzeker sinds het incident en is angstig om alleen naar buiten te gaan. De overval heeft veel impact op [slachtoffer] gehad.
Gelet op deze toelichting zal de rechtbank in samenhang met vergoedingen die in vergelijkbare zaken worden toegekend en de omstandigheid dat de verdediging met betrekking tot dit bedrag het smartengeld niet heeft betwist, het toe te kennen smartengeld naar maatstaven van billijkheid begroten op een bedrag van € 1.000,00.
Conclusie met betrekking tot de vordering
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen tot € 1.165,20 schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen.
Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in zijn vordering, nu de behandeling van dat deel van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan de vordering voor wat betreft dit deel aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
De gevorderde en toegewezen rente/vergoeding voor proceskosten, zijn daar conform de landelijke oriëntatiepunten niet bij inbegrepen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 17 oktober 2016.
Nu de diefstal met geweld en de afpersing door drie verdachten zijn gepleegd, zal de rechtbank de vordering wat betreft het bovengenoemde bedrag hoofdelijk toewijzen.
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader(s) is voldaan.
Proceskosten
De benadeelde partij vordert tevens vergoeding van de kosten die zij heeft gemaakt ter verkrijging van schadevergoeding, bestaande uit reiskosten om bij de zitting aanwezig te zijn. Nu de benadeelde partij niet ter terechtzitting is verschenen, zal de rechtbank deze kosten tot op heden begroten op nihil.
7a. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf gevorderd, aangezien verdachte zich binnen zijn proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan geweldsfeiten.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Verdachte heeft verzocht om in geval van een tenuitvoerlegging de vervangende hechtenis uit te zitten.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke geldboete van € 500,00 subsidiair te vervangen door 10 dagen hechtenis, zoals aan verdachte d.d. 10 maart 2015 opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem (05/006585-15), dient te worden afgewezen. Gelet op wat zij heeft overwogen met betrekking tot de langdurige gevangenisstraf, acht de rechtbank een tenuitvoerlegging van deze geldboete niet langer opportuun.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 57, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Voor het beslag:
 gelast de
teruggave– voor zover nog niet plaatsgevonden – van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan veroordeelde, te weten:
o één mobiele telefoon van het merk Apple iPhone (goednummer PL0600-2016513522-1267495).
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van de feiten tot betaling van
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling (parketnummer 05/006585-15)

wijst af de vorderingvan de officier van justitie van 5 januari 2017, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter te rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, van 10 maart 2015 voorwaardelijk opgelegde geldboete van € 500,00 subsidiair tien dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Quak (voorzitter), mr. H.P.M. Kester-Bik en mr. J.J.H. van Laethem, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.T.P.J. Damen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 februari 2017.
BIJLAGE Ι
hij op of omstreeks 17 oktober 2016 te Tiel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen
aan de [adres 2] ) heeft weggenomen
-een mobiele telefoon, (merk Apple, type I-phone 5, kleur wit(met oranje hoes))
-een (dames)horloge, (merk IKKI, kleur rose/goud) ,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [aangever] en/of [naam 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] en/of die [aangever] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s)
-heeft/hebben aangebeld en/of (nadat de deur werd geopend) met capuchons over het hoofd en/of met (deels) bedekt gelaat bovengenoemde woning is/zijn binnengedrongen en/of
-(met kracht) die [aangever] bij de hals/keel heeft/hebben vastgegrepen en/of
geduwd en/of
-op/aan die [aangever] (met gestrekte arm) een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp heeft/hebben gericht/getoond/voorgehouden en/of
-(daarbij) heeft/hebben geroepen/geschreeuwd (zakelijk weergegeven) "naar achteren, naar binnen" en/of
-een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, op/tegen het (achter)hoofd en/of nek van die [slachtoffer] en/of die [aangever] heeft/hebben gedrukt/geduwd gehouden en/of daarmee tegen het hoofd van die [slachtoffer] heeft/hebben geslagen en/of
-tegen die [slachtoffer] en/of die [aangever] (zakelijk weergegeven) heeft/hebben geroepen "geld, geld!" en/of "telefoon, nu!" en/of
-een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp (constant) op die [slachtoffer] en/of die [aangever] heeft/hebben gericht gehouden (terwijl de/een derde verdachte naar boven is gelopen en/of de bovenverdieping heeft doorzocht naar geld en/of enig(e) ander(e)goed(eren) van zijn/hun gading) en/of
-die [slachtoffer] en/of die [aangever] (al dan niet bij de arm(en) gepakt en/of) naar de keuken heeft/hebben geduwd/getrokken en/of
-(vervolgens) tegen die [slachtoffer] en/of die [aangever] heeft/hebben geschreeuwd/geroepen dat hij/zij (zakelijk weergegeven) 'op de grond moest(en) gaan liggen' en/of 'de handen boven zijn/hun hoofd moest(en) doen' en/of
-(vervolgens) de handen van die [aangever] heeft/hebben vastgetaped;
en/of
hij op of omstreeks 17 oktober 2016 te Tiel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [aangever] en/of [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van
-een mobiele telefoon, (merk Apple, type I-phone 5, kleur wit(met oranje hoes))
-een (dames)horloge, (merk IKKI, kleur rose/goud) ,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever] en/of [naam 2] en/of [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s) -heeft/hebben aangebeld en/of (nadat de deur werd geopend) met capuchons over het hoofd en/of met (deels) bedekt gelaat bovengenoemde woning is/zijn binnengedrongen en/of
-(met kracht) die [aangever] bij de hals/keel heeft/hebben vastgegrepen en/of
geduwd en/of
-op/aan die [aangever] (met gestrekte arm) een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp heeft/hebben gericht/getoond/voorgehouden en/of
-(daarbij) heeft/hebben geroepen/geschreeuwd (zakelijk weergegeven) "naar achteren, naar binnen" en/of
-een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, op/tegen het
(achter)hoofd en/of nek van die [slachtoffer] en/of die [aangever] heeft/hebben
gedrukt/geduwd gehouden en/of en/of daarmee tegen het hoofd van die [slachtoffer] heeft/hebben geslagen en/of
-tegen die [slachtoffer] en/of die [aangever] (zakelijk weergegeven) heeft/hebben geroepen "geld, geld!" en/of "telefoon, nu!" en/of
-een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp (constant) op die [slachtoffer] en/of die [aangever] heeft/hebben gericht gehouden (terwijl de/een derde verdachte naar boven is gelopen en/of de bovenverdieping heeft doorzocht naar geld en/of enig(e) ander(e)goed(eren) van zijn/hun gading) en/of
-die [slachtoffer] en/of die [aangever] (al dan niet bij de arm(en) gepakt en/of) naar de keuken heeft/hebben geduwd/getrokken en/of
-(vervolgens) tegen die [slachtoffer] en/of die [aangever] heeft/hebben geschreeuwd/geroepen dat hij/zij (zakelijk weergegeven) 'op de grond moest(en) gaan liggen' en/of 'de handen boven zijn/hun hoofd moest(en) doen' en/of
-(vervolgens) de handen van die [aangever] heeft/hebben vastgetaped.

Voetnoten

1.De volledige tenlastelegging is in bijlage Ι te vinden.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 2016543288 (onderzoek: ON5R016059/Simpelveld), gesloten op 11 november 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het proces-verbaal van aangifte [aangever] , p. 11-12 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 16.
4.Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer] , p. 17-18 en het proces-verbaal nader verhoor [slachtoffer] , p. 23 (vierde alinea).
5.Het proces-verbaal van aangifte [aangever] , p. 12.
6.Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer] , p. 18 en het proces-verbaal nadere verhoor, p. 23 (laatste alinea).
7.Het proces-verbaal van aangifte [aangever] , p. 12.
8.Het proces-verbaal van aangifte [aangever] met bijlage, p. 13 en 15.
9.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 1 februari 2017.
10.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 112.
11.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 1 februari 2017.
12.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 1 februari 2017.
13.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 112.