Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 maart 2017
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte wijziging van eis in conventie
- het proces-verbaal van comparitie van 29 juni 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
condicio sine qua nonverband bestaat tussen het verloren gaan van de hortensia’s en het opzeggen van de kredietovereenkomst door de ABN Amro. Echter, ook indien dat verband wel komt vast te staan, bestaat er onvoldoende causaal verband tussen de tekortkoming en de dientengevolge geleden schade. In het licht van de aard van de aansprakelijkheid (er is geen sprake van opzet), de aard van de schade (zuivere vermogensschade), de voorzienbaarheid van de schade voor [ged in conv/eis in reconv] en de verwijderdheid van het verband tussen de tekortkoming en de verhoogde financieringslasten ligt het niet voor de hand de verhoogde financieringslasten voor [eis in conv/verw in reconv] toe te rekenen aan de onjuiste instelling van de temperatuur van de koelinstallatie door [ged in conv/eis in reconv] .
5.De beslissing
23 augustus 2017voor het opgeven door [eis in conv/verw in reconv] van de getuigen en van hun respectieve verhinderdagen, alsmede de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op de donderdagen in de maanden september tot en met november 2017, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
maar alleen indien [eis in conv/verw in reconv] daarom op de onder 5.3 bedoelde roldatum heeft verzocht,naar de zesde rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor het nemen van een conclusie na niet gehouden getuigenverhoor aan de zijde van [eis in conv/verw in reconv] , waarbij deze desgewenst ook het bewijs schriftelijk kan leveren,