ECLI:NL:RBGEL:2017:6962

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 juli 2017
Publicatiedatum
12 februari 2020
Zaaknummer
308558
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid opdrachtnemer voor schade door niet-functionerende beveiligingsinstallatie

In deze zaak vordert Stout Fashion B.V. schadevergoeding van [naam gedaagde] wegens een toerekenbare tekortkoming in de uitvoering van een opdracht tot het aanleggen van een beveiligingssysteem. Stout Fashion had een beveiligingsinstallatie laten aanleggen in een garagebox voor de tijdelijke opslag van haar winkelvoorraad, die noodzakelijk was vanwege een verbouwing. De installatie diende te worden aangemeld bij een meldkamer, maar [naam gedaagde] heeft dit niet gedaan. Op 8 januari 2016 werd vastgesteld dat er was ingebroken in de garagebox en dat de gehele voorraad kinderkleding was gestolen. Stout Fashion heeft contact opgenomen met [naam gedaagde] en de alarmcentrale, maar er bleek geen melding te zijn gedaan omdat de simkaart onvoldoende beltegoed had. De rechtbank oordeelt dat [naam gedaagde] tekort is geschoten in zijn verplichtingen door de installatie niet aan te melden, waardoor Stout Fashion geen dekking kreeg van haar verzekeraar. De rechtbank volgt de stelling van Stout Fashion dat er geen actieve aansluiting was met de meldkamer op het moment van de inbraak. De rechtbank houdt de verdere beslissing aan en verwijst de zaak naar de rol voor een akte van Stout Fashion.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/308558 / HA ZA 16-471
Vonnis van 19 juli 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STOUT FASHION B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
advocaat mr. B.M.E. Drykoningen te Utrecht,
tegen
[naam gedaagde]
wonende zaakdoendete [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. H. den Besten te Almere.
Partijen zullen hierna Stout Fashion en [naam gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 30 november 2016
  • het proces-verbaal van comparitie van 24 februari 2017.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[naam gedaagde] heeft in opdracht van Stout Fashion een beveiligingsinstallatie aangelegd in een door Stout Fashion gehuurde garagebox. Stout Fashion was de garagebox kort daarvoor gaan huren met het oog op de tijdelijke opslag van haar winkelvoorraad, welke opslag noodzakelijk was in verband met een grondige verbouwing van haar winkel. De verzekeraar van Stout Fashion stelde de voorwaarde dat de opslag zou worden beveiligd met een deugdelijke beveiligingsinstallatie met een aansluiting op een particuliere meldkamer, waarover Stout Fashion [naam gedaagde] in een e-mail van 28 oktober 2015 heeft geïnformeerd. De garagebox beschikte niet over een internetverbinding zodat de aansluiting op de meldkamer via een GSM-verbinding moest worden gerealiseerd.
2.2.
Op 10 december 2015 is [naam gedaagde] met de aanleg van het systeem begonnen en op 28 en 29 december 2015 heeft hij de aansluiting van het systeem op de meldkamer, een meldkamer van View Control B.V., getest. Daartoe heeft hij met een prepaid sim-card, die door Stout Fashion specifiek voor deze aansluiting was aangeschaft, op de genoemde data succesvol contact gemaakt met de meldkamer.
2.3.
Ten behoeve van een definitieve aansluiting op de meldkamer heeft
[naam gedaagde] Stout Fashion op 29 december 2015 een opdrachtformulier ‘
Alarmaansluiting ViewControl’ laten ondertekenen.
2.4.
Op 2 januari 2016 heeft Stout Fashion haar winkelvoorraad naar de garagebox gebracht.
2.5.
Op 8 januari 2016 heeft Stout Fashion vastgesteld dat er in haar garagebox was ingebroken en dat de gehele voorraad – het gaat om kinderkleding – was meegenomen. Naar aanleiding hiervan heeft Stout Fashion contact opgenomen met [naam gedaagde] om te vragen hoe het mogelijk is geweest dat zij niet door de alarmcentrale was gebeld.
[naam gedaagde] verklaarde dit door het feit dat, zoals door Stout Fashion was aangegeven, op de sim-card nog maar een beltegoed van € 0,18 stond. Dat zou volgens [naam gedaagde] te weinig zijn voor een alarmmelding aan de meldkamer waardoor zo’n melding niet is uitgegaan.
2.6.
Op dezelfde dag heeft de heer [naam directeur eiseres] van Stout Fashion bij de politie aangifte gedaan van de diefstal. Uit het daarvan opgemaakte proces-verbaal wordt geciteerd:
Op woensdag 6 januari 2016, omstreeks 16:00 uur, ben ik voor het laatst in mijn garagebox geweest. Ik heb de garagebox afgesloten met het slot wat in de garagedeur is geplaatst, een cilinderslot. (…). In de garage heb ik een alarminstallatie. Ik moet deze installatie handmatig inschakelen met een code. Ik schakel het alarm uit als ik binnenkom en is schakel het in wanneer ik wegga. (…)
Op vrijdag 8 januari 2016, omstreeks 10.50 uur, was ik bij de garagebox. (…). Toen ik voor de deur stond zag ik dat de twee sloten (…) weg waren. (…) Toen ik de deur opende zag ik dat de garage nagenoeg leeg was. (…)
In de dozen en kratten zat allemaal kinderkleding van diverse merken als onder andere Super Trash, Gues, UGG en Armani Burberry. (…). De inkoopwaarde is ongeveer 137.00 euro. Ik lever een voorraadlijst bij de aangifte hiervan toe. Het gaat om ongeveer 3000 stuks kinderkleding.
Ik kan niet vertellen of het alarm af is gegaan. Ik denk dat dit wel is gebeurd omdat de sirene is stukgeslagen. Het alarmkastje staat doorgeschakeld met de meldkamer van het beveiligingsbedrijf Vieuw Control. Als er een melding komt bij het beveiligingsbedrijf wordt ik gebeld. Dit is niet gebeurd. (…)
2.7.
Met een e-mail van 8 januari 2016 heeft [naam gedaagde] aan View Control een door hem ingevuld digitaal formulier ‘
Viewcontrol Alarmaansluiting Formulier’ gezonden. Dat is een ander formulier dan het formulier als hiervoor onder 2.3 is vermeld. In het onderwerp van de e-mail is vermeld “
Alarmaansluitings formulier ingevuld + bevestigd via de viewcontrol website.
2.8.
Op 9 februari 2016 ontving Stout Fashion een e-mail van View Control met als bijlage een dienstverleningsovereenkomst met betrekking tot de aansluiting op de meldkamer. Als ingangsdatum is daarin 8 januari 2016 vermeld. Dezelfde dag heeft Stout Fashion daarop per e-mail gereageerd met de mededeling dat de ingangsdatum 29 december 2015 moest zijn omdat [naam gedaagde] haar op die dag zou hebben aangemeld. Op 10 februari 2016 heeft View Control daarop geantwoord dat zij pas op 8 januari 2016 de juiste gegevens had ontvangen en het systeem pas op die datum bij haar was geactiveerd. Uit die laatste e-mail van View Control wordt geciteerd:
(…) Bij ons is het systeem pas op 08-01-2016 goed geactiveerd en opgeleverd door [naam gedaagde] . Pas op 08-01-2016 hebben wij de juiste gegevens ontvangen.
2.9.
Uit een mutatieoverzicht – “
Historie klant”- van View Control van 12 januari 2016 blijkt dat na het testen van de aansluiting op 28 en 29 december 2015 er tot 8 januari 2016 geen meldingen door View Control zijn ontvangen.
2.10.
Stout Fashion heeft haar schade als gevolg van de diefstal gemeld bij haar verzekeraar, maar deze weigert uit te keren. In dit verband heeft de verzekeraar in een
e-mail zonder datum – de enkele vermelding is “
Vandaag 12:28” – het volgende geschreven:
U ontvangt geen uitkering. (…).
Het alarm is niet afgegaan.
Uit de alarmuitdraai blijkt dat ten tijde van de inbraak het alarm niet gefunctioneerd heeft. Na de aanleg van de alarminstallatie op 29 december zijn geen meldingen en/of testmeldingen geregistreerd door de alarmcentrale. Dit ondanks het feit dat u in de garagebox nog op 30 december, 2 januari en 6 januari bent geweest.
De beveiligingsinstallatie clausule staat op uw polis.
De verzekering geeft geen dekking als u niet voldoet aan één van de verplichtingen tenzij u kunt aantonen dat de schade niet daardoor is veroorzaakt of op geen enkele manier verband houdt met deze verplichtingen.
Er is niet voldaan aan de alarmeis.
(…)
2.11.
Stout Fashion heeft als gevolg van het ontbreken van voldoende financiële middelen geen nieuwe voorraad kunnen kopen. Als gevolg daarvan heeft zij haar winkel moeten sluiten.

3.Het geschil

3.1.
Stout Fashion vordert, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • te verklaren voor recht dat het niet aanmelden van de door [naam gedaagde] aangelegde beveiligingsinstallatie bij de meldkamer van View Control op 29 december 2015 een toerekenbare tekortkoming van [naam gedaagde] is;
  • te verklaren voor recht dat [naam gedaagde] aansprakelijk is voor de schade die
Stout Fashion als gevolg van deze toerekenbare tekortkoming lijdt en [naam gedaagde] te veroordelen tot vergoeding van deze schade, nader op te maken bij staat;
  • [naam gedaagde] te veroordelen om als voorschot op de schadevergoeding € 137.000,00 aan Stout Fashion te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 januari 2016 tot de dag van algehele voldoening;
  • [naam gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2.
Stout Fashion legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. [naam gedaagde] moest op grond van een daartoe gesloten mondelinge overeenkomst een beveiligingsinstallatie aanleggen met een aansluiting op de meldkamer van View Control. [naam gedaagde] heeft op 29 december 2015 het opdrachtformulier voor de aanmelding van de alarminstallatie op de meldkamer door Stout Fashion laten ondertekenen. Het systeem en de verbinding met View Control waren op dat moment getest en goed bevonden en klaar voor gebruik. Het enige dat nog moest gebeuren was het bevestigen van de aanmelding bij View Control door inzending van het door Stout Fashion ondertekende opdrachtformulier door [naam gedaagde] . [naam gedaagde] zou dat op dezelfde dag, op 29 december 2015, nog doen zodat het systeem vanaf die dag op de meldkamer zou zijn aangesloten.
[naam gedaagde] is dat kennelijk vergeten waardoor hij in die op hem rustende verbintenis is tekortgeschoten. [naam gedaagde] is voor de schade die Stout Fashion als gevolg daarvan heeft geleden aansprakelijk. De schade bestaat uit de haar, als gevolg van het ontbreken van een aansluiting op de meldkamer, geweigerde verzekeringsuitkering, waarbij het gaat om een bedrag van € 137.000,00, welk bedrag zij als voorschot op een haar toekomende schadevergoeding vordert. Verder stelt Stout Fashion schade te hebben geleden in de zin van gederfde winst omdat zij door de inbraak en de haar geweigerde verzekeringsuitkering haar winkel heeft moeten sluiten.
3.3.
[naam gedaagde] voert verweer. Hij stelt dat Stout Fashion niet heeft gezorgd voor een tijdige aanvulling van het beltegoed op de in het systeem geplaatste sim-card waardoor de inbraak niet aan de meldkamer is gemeld. Daarnaast is het systeem niet eerder dan op
8 januari 2016 opgeleverd en was hij voor die tijd niet voor het functioneren daarvan verantwoordelijk. Hij wist niet wat er voor 8 januari 2016 in de garagebox was opgeslagen. Had hij dat geweten, dan had hij Stout Fashion laten weten dat het systeem nog niet was opgeleverd. Verder stelt [naam gedaagde] dat ook als de aansluiting had gewerkt, de diefstal niet was voorkomen. Stout Fashion beschikte ook niet, zoals door de verzekeraar voorgeschreven, over een opleveringsrapport, een onderhoudscontract en een ‘VKRI-rapport’ zodat ook om die reden de verzekeraar dekking onder de verzekering zou hebben geweigerd. Bovendien was de waarde van de opgeslagen voorraad blijkens de door Stout Fashion overgelegde productie 13 € 193.000,00 waardoor volgens de voorwaarden van de verzekeraar een vaste lijnverbinding naar de meldkamer zou zijn voorgeschreven, en een GSM-verbinding dus niet voldoende zou zijn. Daarnaast vraagt [naam gedaagde] zich af of de directeur/eigenaar van Stout Fashion, de heer [naam directeur eiseres] , niet zelf de hand in deze diefstal heeft gehad. Tot slot heeft [naam gedaagde] aanvankelijk een beroep gedaan op een aansprakelijkheidsbeperking in de algemene voorwaarden maar heeft hij later, tijdens de comparitie, onderkend dat zijn algemene voorwaarden niet tussen partijen zijn overeengekomen, althans niet toepasselijk zijn.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen zijn het eens over het feit dat er op het moment van de inbraak in de garagebox geen werkende, althans geen actieve, aansluiting was met de meldkamer. Zij zijn echter verdeeld over de oorzaak daarvan. Stout Fashion stelt dat er überhaupt geen aansluiting was op de meldkamer omdat [naam gedaagde] haar daarvoor niet bij View Control had aangemeld. [naam gedaagde] stelt dat de aansluiting er wel was, maar dat deze tijdelijk niet werkte door het ontbreken van voldoende beltegoed op de in het systeem geplaatste sim-card.
4.2.
De rechtbank volgt de stelling van Stout Fashion dat er überhaupt geen aansluiting op de meldkamer was. De juistheid van die stelling volgt uit de onder 2.8 vermelde e-mail waarin namens View Control wordt bevestigd dat het systeem pas op 8 januari 2016 is aangemeld door [naam gedaagde] . Ook volgt dit uit het onder 2.9 vermelde mutatieoverzicht waaruit blijkt dat in de periode voorafgaand aan 8 januari 2016 ook niet, zoals Stout Fashion onbestreden heeft gesteld, de gebruikelijke en dagelijkse testmeldingen vanuit de meldkamer van View Control zijn gezonden.
4.3.
De volgende vraag is of het ontbreken van een aansluiting het gevolg is van een tekortschieten van [naam gedaagde] . Daarbij volgt de rechtbank Stout Fashion in haar stelling dat op [naam gedaagde] de verbintenis rustte het systeem op 29 december 2015 aan te melden bij View Control. Aan [naam gedaagde] kan worden toegegeven dat er op 29 december 2015 nog geen sprake was van een formele oplevering, maar partijen hebben geen afspraken gemaakt die in zo’n oplevering voorzien. Het systeem was op 29 december 2015 getest en goed bevonden zodat Stout Fashion ervan uit mocht gaan dat zij het systeem in gebruik kon nemen. Met het oog daarop zal zij, naar mag worden aangenomen, op die datum ook het opdrachtformulier voor aanmelding voor de meldkamer hebben ondertekend. Bovendien maakt [naam gedaagde] ook niet duidelijk waarom ten tijde van de aanmelding op 8 januari 2016, het systeem toen kennelijk wel als opgeleverd moest worden beschouwd. Immers van verdere werkzaamheden of testen tot die datum was geen sprake.
4.4.
[naam gedaagde] stelt dat hij, ondanks het door hem gestelde ontbreken van een daartoe op hem rustende verbintenis, het systeem op 29 december 2015 bij
View Control heeft aangemeld. De rechtbank acht dit niet aannemelijk nu een verzendbewijs – het formulier zou per e-mail naar View Control zijn gezonden – daarvan ontbreekt. [naam gedaagde] heeft tijdens de comparitie van partijen ook niet kunnen bevestigen nog over zo’n verzendbewijs te beschikken. Maar hoe het ook zij, [naam gedaagde] heeft niet bestreden dat hij geen bewijs van ontvangst en aanmelding heeft ontvangen wat volgens een voor installateurs toegankelijk gedeelte van de website van View Control, onderdeel is van de aanmeldprocedure, en wat [naam gedaagde] ook niet heeft bestreden. [naam gedaagde] had daarom naar aanleiding van het niet terugontvangen van een bevestiging van aanmelding actie moeten ondernemen. De conclusie is dan ook dat [naam gedaagde] jegens Stout Fashion is tekortgeschoten door hetzij het systeem niet aan te melden, hetzij na aanmelding geen actie te ondernemen naar aanleiding van het uitblijven van een bewijs van ontvangst daarvan.
4.5.
In het kader van deze beoordeling komt geen belang toe aan een mogelijk tekort aan beltegoed op de in het systeem geplaatste sim-card, zoals door [naam gedaagde] is gesteld. Indien hierdoor geen alarmmelding kon worden verzonden, zou een door View Control verzonden testmelding door View Control niet worden terugontvangen en zou, volgens de ook op dit punt niet door [naam gedaagde] bestreden procedure, View Control in het geval er sprake was van een op zich bestaande aansluiting, contact met [naam gedaagde] of Stout Fashion hebben opgenomen. Dit had Stout Fashion de mogelijkheid gegeven om het beltegoed aan te vullen en aldus de aansluiting weer te activeren. Of sprake was van een zodanig tekort aan beltegoed dat ook hierdoor geen alarmmelding kon uitgaan, kan voor de verdere beoordeling dan ook in het midden blijven.
4.6.
Van geen belang in verband met de hiervoor besproken aansprakelijkheid van
[naam gedaagde] is zijn stelling dat hij niet wist wat er in de garagebox was opgeslagen. [naam gedaagde] licht niet toe in welke zin de onbekendheid van [naam gedaagde] daarmee, afdoet aan zijn aansprakelijkheid in dit verband. Echter, de wens van Stout Fashion om een alarmsysteem met een directe aansluiting op een meldkamer te hebben, zou [naam gedaagde] hebben moeten doen vermoeden dat het om de beveiliging van zaken van aanzienlijke waarde ging.
4.7.
Verder heeft [naam gedaagde] als verweer gesteld dat ook door het ontbreken van een opleveringsrapport, een onderhoudscontract en een VKRI-rapport de verzekeraar dekking zou hebben geweigerd. Die stelling wordt verworpen. Uit de onder 2.11. vermelde brief van de verzekeraar volgt dat de enige reden voor het weigeren van dekking, is gelegen in het ontbreken van een aansluiting op een meldkamer. Bovendien kan niet worden aangenomen, althans niet zonder nadere toelichting die [naam gedaagde] niet heeft gegeven, dat de verzekeraar de dekking had mogen weigeren op grond van het ontbreken van documenten die, in het geval van een deugdelijk systeem, mogelijk achteraf nog kunnen worden opgesteld en bij haar konden worden ingediend.
4.8.
Voorts voert [naam gedaagde] het verweer dat uit productie 13 blijkt dat de waarde van de opgeslagen goederen € 193.569,54 was waardoor volgens de voorwaarden van de verzekeraar een aansluiting met een vaste lijnverbinding zou zijn vereist, maar de polisvoorwaarden waarop hij zich beroept legt hij niet over en ook een verwijzing naar het betreffende clausulenummer ontbreekt. Reeds daarom wordt aan dit verweer voorbijgegaan als zijnde onvoldoende toegelicht. Bovendien stelt Stout Fashion dat in de garagebox voor
€ 137.000,00 aan goederen was opgeslagen en niet de € 193.569.54 zoals door [naam gedaagde] is aangevoerd, hetgeen nog onder de door [naam gedaagde] in dit verband gestelde grens van € 150.000,00 ligt.
4.9.
Het voorgaande laat onverlet dat het genoemde bedrag van € 193.569,54 wél in een door Stout Fashion vervaardigd overzicht als onderdeel van de genoemde productie 13 is vermeld. Niet duidelijk is hoe de in dit overzicht vermelde bedragen aansluiten op de daarachter, eveneens als onderdeel van productie 13, gevoegde inkoopfacturen. Stout Fashion zal, met het oog op het door haar gevorderde voorschot op vergoeding van haar schade, hierover duidelijkheid moeten geven. Het bedrag van € 137.000,00 moet zij verklaren, waarbij zij mogelijk ook de goederenlijst in het geding kan brengen die zij blijkens het hiervoor onder 2.6. vermelde proces-verbaal aan de politie heeft gegeven. Ook zal zij moeten toelichten hoe de bedragen in het overzicht zijn terug te voeren op de bedragen in de door haar overgelegde inkoopfacturen. Stout Fashion zal gelegenheid worden gegeven daartoe een akte te nemen. [naam gedaagde] zal een antwoordakte kunnen nemen.
4.10.
Tot slot heeft [naam gedaagde] zich tijdens de comparitie hardop afgevraagd of de heer [naam directeur eiseres] van Stout Fashion niet zelf de hand zou hebben gehad in de diefstal, in welk geval, zo begrijpt de rechtbank uit deze stelling, de vordering van Stout Fashion reeds daarom zou moeten worden afgewezen. De stelling, voor zover deze al als zodanig moet worden gekwalificeerd, is echter op geen enkele wijze onderbouwd, zodat daaraan wordt voorbij gegaan.
4.11.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van 9 augustus 2017 voor een akte zijdens Stout Fashion voor het hiervoor onder 4.9 vermelde doel,
5.2.
bepaalt dat [naam gedaagde] op een roldatum vier weken nadat Stout Fashion een akte als hiervoor bepaald zal hebben genomen, een antwoordakte kan nemen,
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2017.