In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 november 2017 uitspraak gedaan in een adoptieprocedure waarbij verzoekers, echtgenoten wonende in Nederland, de adoptie van een minderjarige uit Marokko hebben verzocht. De minderjarige was geboren op [datum] 2014 in Tanger, Marokko, en had de Marokkaanse nationaliteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in Marokko geen adoptie tot stand is gekomen, maar slechts een pleegzorgmaatregel (Kafala). De verzoekers hadden eerder toestemming gekregen van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie voor de adoptie van een buitenlands kind. De rechtbank heeft de relevante Nederlandse wetgeving, waaronder artikel 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek, toegepast om te beoordelen of aan de voorwaarden voor adoptie was voldaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige in het kennelijk belang van het kind is en dat aan de voorwaarden voor adoptie is voldaan, waaronder het feit dat de minderjarige niets meer van zijn moeder te verwachten heeft. De Raad voor de Kinderbescherming heeft een positief advies uitgebracht over het verzoek. De rechtbank heeft ook de geslachtsnaam van de minderjarige gewijzigd in die van de verzoekers, en de geboortegegevens van de minderjarige vastgesteld. De beschikking is openbaar uitgesproken en de kosten zijn gecompenseerd, waarbij ieder de eigen kosten draagt. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen.