In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 22 december 2017, is het wrakingsverzoek van verzoeker, wonende te [woonplaats verzoeker], tegen rechter mr. J.D.A. den Tonkelaar behandeld. Het verzoek tot wraking is ingediend naar aanleiding van een zitting op 22 november 2017, waar verzoeker vorderingen had ingesteld tegen de Diaconie, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger 1 Diaconie] en [vertegenwoordiger 1 Diaconie]. Verzoeker vorderde onder andere een gebod om zijn eigendommen onaangetast te laten en schadevergoeding voor onrechtmatige snoeiwerkzaamheden door de Diaconie.
Het wrakingsverzoek is deels niet-ontvankelijk verklaard en voor het overige ongegrond. De rechtbank oordeelde dat de wrakingsgronden, die later naar voren zijn gebracht, niet voldoen aan de vereisten van artikel 37, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechtbank concludeerde dat de enkele lidmaatschap van de rechter bij de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en eerdere vonnissen in zaken waarin de PKN partij was, op zichzelf geen grond voor wraking opleveren.
De rechtbank benadrukte dat de rechter een regiefunctie heeft tijdens de zitting en dat het aan de rechter is om te bepalen welke informatie nodig is en hoe partijen het woord krijgen. De rechter heeft geen vooringenomenheid getoond en het verzoek tot wraking is afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.