Op 22 december 2017 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van doodslag op [slachtoffer] op 20 april 2017 in Wageningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op die dag, na een confrontatie met [slachtoffer], hem meermalen met een mes heeft gestoken, wat leidde tot de dood van [slachtoffer]. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en getuigen beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake was van voorbedachte raad, maar dat de verdachte in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling heeft gehandeld. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van moord, maar het subsidiair tenlastegelegde, doodslag, is wel bewezen verklaard. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat de verdachte niet in een noodweersituatie verkeerde, aangezien hij zelf naar buiten ging terwijl [slachtoffer] zich buiten bevond. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar, rekening houdend met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd. De rechtbank heeft ook de psychologische en sociale omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, maar heeft geconcludeerd dat hij volledig toerekeningsvatbaar was. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer in Zutphen.