ECLI:NL:RBGEL:2017:6618

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 december 2017
Publicatiedatum
20 december 2017
Zaaknummer
05/161916-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk geweld door supporters voorafgaand aan voetbalwedstrijd Vitesse-Southampton

Op 22 december 2017 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen zeven supporters van Vitesse, die veroordeeld zijn voor hun aandeel in openlijk geweld voorafgaand aan de voetbalwedstrijd Vitesse tegen Southampton op 6 augustus 2015. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten een significante bijdrage hebben geleverd aan het geweld, dat zich voordeed op de Korenmarkt in Arnhem. De feiten zijn vastgesteld op basis van camerabeelden en getuigenverklaringen, waaruit blijkt dat de supporters zich agressief hebben gedragen, onder andere door te duwen, te slaan en met bier te gooien. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de openbare orde meegewogen in de strafoplegging.

De officier van justitie had een werkstraf van 60 uren geëist, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een werkstraf van 40 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het tijdsverloop en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals zijn studie en spijt over zijn deelname aan het geweld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich niet heeft onttrokken aan het geweld en dat zijn bijdrage aan de openlijke geweldpleging voldoende was om hem schuldig te verklaren. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de supporters voor hun gedrag en de gevolgen daarvan voor de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/161916-16
Datum uitspraak : 22 december 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
raadsvrouw: mr. S. van Laar, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 maart 2017 (politierechter) en van 8 december 2017.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 6 augustus 2015, in de gemeente Arnhem, op of aan de openbare weg, de "Korenmarkt", althans in het centrum van Arnhem (voorafgaand aan de wedstrijd Vitesse - Southampton), in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen één (of meer) lid/leden van de Mobiele Eenheid en/of tegen een (of meer) supporters van voetbalclub Southampton, welk geweld bestond uit het meermalen, althans
eenmaal,
 maken van een (of meer) armgeba(a)r(en) in de richting van een (of meer) lid/leden van de mobiele eenheid en/of een (of meer) supporters van Southampton en/of
 aanvallen/uitdagen van en/of indringen op/tegen een (of meer) lid/leden van die mobiele eenheid (die in linie stonden) en/of de supporters van Southampton (die achter die linie stonden) en/of
 duwen/slaan en/of stompen tegen een (of meer) supporters van Southampton en/of een (of meer) omstander(s) en/of
 gooien van/met een bekertje bier (met inhoud) in de richting van een (of meer) supporter(s) van Southampton en/of andere omstanders.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 6 augustus 2015, voorafgaand aan de voetbalwedstrijd Vitesse tegen Southampton, heeft een massale vechtpartij op de Korenmarkt te Arnhem plaatsgevonden. Hierbij waren supporters van Vitesse en Southampton betrokken. Voorafgaand aan de vechtpartij liep een groep van ruim 50 Vitesse supporters van de Jansplaats naar de Korenmarkt. De eerste 10 tot 15 personen van de Vitesse supporters zochten direct de confrontatie met Southampton supporters die bij Aspen Valley op de Korenmarkt stonden. Er ontstond een vechtpartij waarbij diverse Vitesse supporters vuistslagen uitdeelden. Ook sloegen zij met barkrukken en stoelen. [2] Over en weer werd geslagen, aan elkaar getrokken en geduwd. Daarnaast werden er tijdens de onregelmatigheden armgebaren gemaakt door diverse Vitesse supporters. [3]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft verzocht om een gedeeltelijke bewezenverklaring. Volgens haar heeft verdachte niet geduwd, geslagen of gestompt zoals omschreven in de tenlastelegging. Daarnaast heeft de verdachte geen openlijk geweld ten aanzien van de Mobiele Eenheid gepleegd. Hiervan dient de verdachte volgens de raadsvrouw te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Van openlijke geweldpleging is sprake bij geweld, gepleegd in vereniging, dat voor derden zichtbaar was of had kunnen zijn en waardoor de openbare orde is verstoord. Geweld wordt in vereniging gepleegd als de dader nauw en bewust samenwerkt met één of meer anderen en daarbij zelf een significante of wezenlijke bijdrage aan de openlijke geweldpleging levert. Deze bijdrage kan onder andere bestaan uit het verrichten van één of meer gewelddadige handelingen.
Uit hetgeen ten aanzien van de feiten is overwogen stelt de rechtbank vast dat op 6 augustus 2015 op de Korenmarkt te Arnhem geweld heeft plaatsgevonden, dat kan worden gekwalificeerd als openlijke geweldpleging.
De vraag die de rechtbank vervolgens dient te beantwoorden is of verdachte daaraan een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd, zij het dat deze bijdrage niet zelf van gewelddadige aard behoeft te zijn. Daarna moet beoordeeld worden of de overige gebeurtenissen met de bijdrage van verdachte bijeen genomen ook een samenhangende geweldpleging opleveren.
De politie heeft de beelden bekeken die gemaakt zijn tijdens het ten laste gelegde en hiervan een beschrijving gegeven. Hieruit blijkt het volgende. Te zien is dat verdachte richting Aspen Valley liep waar op dat moment gevochten werd. Te zien is dat verdachte zich duwend en trekkend door de menigte bewoog. Daarna gooide verdachte een – plastic – glas met inhoud in de richting van de vechtende menigte voor Aspen Valley. Even later stond verdachte midden in de vechtende kluwen mensen midden op het plein wat heen en weer te duwen. [4]
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij op en neer is gelopen, duwende en trekkende bewegingen heeft gemaakt en dat hij een beker bier heeft gegooid. [5]
De rechtbank is op grond van de vaststaande feiten en het voorgaande van oordeel dat verdachte deel uitmaakte van een groep Vitesse supporters die de confrontatie met Southampton supporters heeft gezocht. De provocerende en gewelddadige handelingen die hierbij door diverse Vitesse supporters verricht zijn, kunnen ook aan verdachte worden toegerekend. Verdachte heeft daar immers een significante bijdrage aan geleverd door te duwen en te trekken en door met bier te gooien en heeft zich ook niet onttrokken aan het openlijk geweld. Dat verdachte wel moest duwen om bij de menigte vandaan te komen, zoals door de raadsvrouw van verdachte is betoogd, acht de rechtbank niet aannemelijk. Uit de beschrijving van de camerabeelden volgt immers niet dat verdachte zich heeft verwijderd uit de groep Vitesse supporters die op dat moment in gevecht was met supporters van Southampton of dat hij dat geprobeerd heeft. De rechtbank is dan ook van oordeel dat bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
De rechtbank is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat het openlijk geweld tegen de Mobiele Eenheid gericht was. De Mobiele Eenheid heeft wel supporters uit elkaar gejaagd, maar enige vorm van verzet tegen politiemensen heeft de rechtbank, noch in de beschrijvingen van de beelden, noch in de ter zitting getoonde beelden met betrekking tot de individuele verdachten kunnen bespeuren.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks6 augustus 2015, in de gemeente Arnhem, op of aan de openbare weg, de "Korenmarkt",
althanste
het centrum vanArnhem (voorafgaand aan de wedstrijd Vitesse - Southampton),
in elk geval op of aan een openbare weg,openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd
tegen één (of meer) lid/leden van de Mobiele Eenheid en/oftegen een (of meer) supporters van voetbalclub Southampton, welk geweld bestond uit het meermalen
, althans
eenmaal,:
 maken van
een (of meer)armgeba
(a)r
(en
)in de richting van
een (of meer) lid/leden van de mobiele eenheid en/ofeen (of meer) supporters van Southampton en
/of;
 aanvallen/uitdagen van en
/ofindringen op/tegen
een (of meer) lid/leden van die mobiele eenheid (die in linie stonden) en/ofde supporters van Southampton
(die achter die linie stonden)en
/of;
 duwen/slaan en
/ofstompen tegen
een (of meer)supporters van Southampton en/of een (of meer) omstander(s) en
/of;
 gooien
van/met een bekertje bier (met inhoud) in de richting van
een (of meer)supporter
(s
)van Southampton en/of andere omstanders.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot het verrichten van 60 uren werkstraf, bij niet-uitvoeren te vervangen door 30 dagen hechtenis. De officier van justitie heeft dit gemotiveerd aan de hand van de al afgeronde strafzaken tegen andere verdachten, waarbij de ondergrens een vordering tot 40 uren werkstraf was en de bovengrens werd gevormd door een veroordeling tot 140 uren werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft een strafmaatverweer gevoerd en heeft gewezen op de mogelijkheid van een voorwaardelijke straf. De raadsvrouw heeft in dit kader aandacht gevraagd voor het tijdsverloop in deze zaak, waardoor verdachte lange tijd in onzekerheid heeft verkeerd. Verdachte heeft ook een minimale bijdrage geleverd. Daarnaast is gewezen op de omstandigheden dat verdachte in het laatste jaar van zijn studie zit, open is geweest en spijt heeft van zijn deelname aan de openlijke geweldpleging.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 17 oktober 2017.
De rechtbank neemt bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking. Verdachte heeft zich samen met anderen op klaarlichte dag op de Korenmarkt te Arnhem schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging. Op dat moment zaten de terrassen op de Korenmarkt vol met mensen die van het mooie weer aan het genieten waren. Zij hadden door het geweld gewond kunnen raken. Het geweld dat zich heeft voorgedaan leidt niet alleen tot gevoelens van angst en onveiligheid bij hen. Het zorgt ook voor gevoelens van onrust in de samenleving. Door dit soort geweld ontstaat een gespannen en soms grimmige sfeer in de stad en is de inzet van heel veel politiemensen nodig terwijl diezelfde politiemensen elders moeten worden gemist. Bovendien bezorgt het de stad Arnhem als uitgaansstad, voetbalfans in het algemeen en die van Vitesse in het bijzonder, een slechte naam en reputatie. De daders van dit geweld bewijzen hun eigen club, die ze toch zeggen te steunen, zo juist een hele slechte dienst. Verdachte is hier mede verantwoordelijk voor.
Uit het uittreksel justitiële documentatie dat betrekking heeft op verdachte, volgt dat hij eerder te maken heeft gehad met voetbalgeweld en in augustus 2015 nog een stadionverbod had. Hij heeft zich hierdoor kennelijk niet laten weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan voetbalgeweld.
De rechtbank neemt in het voordeel van verdachte het tijdsverloop in deze zaak mee. Verder overweegt de rechtbank dat de aard van het feit waarvoor verdachte veroordeeld wordt op zichzelf niet van bijzondere zwaarte is. De totale omvang en aspecten van het dossier (waaronder de camerabeelden) en het onderlinge verband tussen de zaken van verdachte en zijn medeverdachten rechtvaardigen weliswaar dat de zaak van verdachte bij de meervoudige strafkamer is behandeld, maar de rechtbank is zich bewust van het feit dat dit een voor verdachte verzwarende omstandigheid is en zal hier rekening mee houden in de strafoplegging. Anders dan de raadsvrouw ziet de rechtbank geen toegevoegde waarde in de oplegging van een voorwaardelijke straf. Er is niet gebleken dat verdachte deze stok achter de deur nodig heeft, terwijl de oplegging van een geheel voorwaardelijke straf geen recht doet aan de ernst van de gedragingen van verdachte.
Gelet op het voorgaande en op de bijdrage van verdachte, acht de rechtbank een werkstraf voor de duur van 40 uren, te vervangen door 20 dagen hechtenis, passend en geboden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 63 en 141 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
werkstrafgedurende
40 (veertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 20 (twintig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.L.F. Prisse (voorzitter), mr. A. Tegelaar en mr. H.C. Leemreize, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Bril, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 december 2017.
Mr. A. Tegelaar en mr. H.C. Leemreize zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Midden, districtsrecherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL2016008001, onderzoek Wesp2, gesloten op 3 oktober 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 93-95.
3.Processen-verbaal van bevindingen, p. 512 en 699; processen-verbaal van verhoor meerderjarige verdachte, p. 474 en 709.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 285 en 286.
5.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 8 december 2017.