Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
of omstreeks2 augustus 2017 te Arnhem
, althans in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet meermalen
, althans éénmaalmet een mes in en
/of in de richting vande hals
en/of de rugen
/ofhet been
/de benenvan die [slachtoffer] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
- veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
- bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot 2 (twee) jaar,
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
maar niet langer dan een periode van 1,5 (anderhalf) jaar,zal laten opnemen in een door het DIZ te bepalen zorginstelling, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: het vleesmes, het plastic opbergzakje en papieren zakdoek onder bloed, zoals genoemd op pagina’s 32 en 33;
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten: inbeslaggenomen kleding, zoals genoemd op pagina’s 153 t/m 157, en het geldbiljet van € 50, genoemd op pagina 33;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van
€ 2.075,00(tweeduizend vijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst af de vorderingvan de officier van justitie van 6 november 2017, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter te Gelderland van 11 juli 2017 voorwaardelijk opgelegde geldboete.