In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 december 2017 uitspraak gedaan over de oplegging van bestuurlijke boetes aan eiseres wegens overtredingen van de Geneesmiddelenwet (Gmw). De verweerder, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, had aan eiseres twee boetes opgelegd van in totaal € 10.500, omdat eiseres producten had verkocht en reclame had gemaakt voor deze producten zonder de vereiste handelsvergunning. Eiseres betwistte de kwalificatie van de producten als geneesmiddelen en voerde aan dat de producten, waaronder kruiden-, planten- en groentetheeën, geen medicijnen zijn, zoals vermeld op de etiketten en in de disclaimers op de website. De rechtbank oordeelde echter dat de producten zo gepresenteerd werden dat zij geschikt waren voor het genezen of voorkomen van ziekten, wat hen kwalificeert als geneesmiddelen onder de Gmw. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, maar vernietigde het bestreden besluit enkel voor wat betreft de hoogte van de boetes, omdat deze niet in overeenstemming waren met de beleidsregels. De rechtbank stelde de boetes vast op € 2.333,33 en € 5.833,33, in totaal € 8.166,66, en gelastte dat het griffierecht aan eiseres werd vergoed. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bedrijven om zich aan de regels van de Gmw te houden en de gevolgen van het niet beschikken over de juiste vergunningen voor de verkoop van producten die als geneesmiddelen worden gepresenteerd.