Uitspraak
Dexia Nederland B.V.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, staat de schadeverdeling centraal in een effectenleasezaak tussen [Rechtspersoon A] en Dexia Nederland B.V. De procedure begon met een tussenvonnis op 11 oktober 2017, waarin werd vastgesteld dat Dexia verplicht is om het door [Rechtspersoon A] geleden nadeel te vergoeden. Dit is gebaseerd op eerdere arresten van de Hoge Raad, die de vergoedingsplicht van Dexia bevestigen, ongeacht een afwijkend standpunt van het gerechtshof te Amsterdam. De kantonrechter oordeelt dat schadeverdeling op basis van eigen schuld van [Rechtspersoon A] niet meer aan de orde is, en dat Dexia de inleg en restschuld moet terugbetalen, vermeerderd met wettelijke rente.
De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat het door [Rechtspersoon A] ontvangen dividend in mindering moet worden gebracht op het terug te betalen bedrag, evenals fiscaal voordeel dat door [Rechtspersoon A] is genoten. De vordering van [Rechtspersoon A] in conventie wordt grotendeels toegewezen, en Dexia wordt veroordeeld tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten. In reconventie wordt de vordering van Dexia afgewezen.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat Dexia moet betalen aan [Rechtspersoon A] voor de geleden schade, inclusief de wettelijke rente, en dat Dexia ook de proceskosten moet vergoeden. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat [Rechtspersoon A] direct recht heeft op de betaling, ongeacht een eventueel hoger beroep.