Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
allevragen aan een door een opsporingsambtenaar als verdachte aangemerkte persoon betreffende diens betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit. De hulpofficier van justitie is ook een opsporingsambtenaar. Het enkele feit dat de voorgeleiding mede een informatief karakter heeft, doet daaraan niet af. De rechtbank is daarom van oordeel dat geen ruimte bestaat onderscheid te maken tussen wel en niet ‘geoorloofde’ vragen.
- een ondiepe snijwond in duim en pink van ½ cm lengte;
- een blauwe plek en lichte zwelling op de linker handrug;
- een steekwond bij de rechteroksel van 1 cm met drukpijn rondom;
- een bloeduitstorting onder de steekwond;
- een buil rechts op het hoofd.
- verdachte heeft de afstand van Nieuwegein naar Arnhem afgelegd, volgens zijn verklaring in minder dan een uur;
- verdachte heeft gebruik gemaakt van de sleutel die hij van de woning van [slachtoffer] had om haar woning binnen te gaan;
- toen verdachte zag dat [slachtoffer] op het toilet zat, heeft hij nog een aantal minuten gewacht tot zij weer in bed lag;
- vervolgens is hij naar boven, naar de slaapkamer van [slachtoffer] gegaan en heeft hij haar daadwerkelijk met het mes in haar bovenlichaam proberen te steken.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks20 april 2016 te Arnhem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, meermalen, althans eenmaal, (een) stekende beweging(en) heeft gemaakt met een
(groot
)mes,
althans met een scherp en/of puntig voorwerp,in de richting van het
(boven
)lichaam van die [slachtoffer] , waarbij
/waardoorhaar bovenlichaam werd geraakt terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks20 april 2016 te Arnhem [slachtoffer] heeft mishandeld door met kracht
en gebalde vuistop het hoofd en
/ofhet (boven)lichaam van die [slachtoffer] te slaan en/of te stompen;
of omstreeks20 april 2016 te Arnhem in een woning, gelegen [adres 2] en in gebruik bij [slachtoffer] ,
althans bij een ander of anderen dan bij verdachte,wederrechtelijk is binnengedrongen, immers is hij zonder voorkennis van rechthebbende, zijnde die [slachtoffer] , en anders dan ten gevolge van een vergissing binnengekomen en aldaar
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.In beslag genomen voorwerp
€ 6,30
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
- beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- beveelt, bij wijze van vrijheidbeperkende
- beveelt, bij wijze van vrijheidbeperkende
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
- beveelt dat deze maatregelen
- beveelt de
- veroordeelt verdachte tot betaling van
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
mr. R.G.J. Welbergen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 februari 2017.