Uitspraak
Film Europe B.V.
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
“het verschuldigde (…) per kalendermaand”waarover de boete wordt berekend.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 17 november 2017 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen [eiser], een verhuurder, en Film Europe B.V., de huurder. De procedure volgde op een huurovereenkomst voor kantoorruimte die op 1 februari 2016 inging. Film Europe heeft de huurovereenkomst opgezegd per 1 februari 2017 en de bedrijfsruimte ontruimd, maar heeft een huurachterstand van € 6.806,14 laten ontstaan over de maanden februari 2016 tot en met januari 2017. [eiser] vorderde betaling van de huurachterstand, boeterente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelde dat Film Europe in gebreke was gebleven met de huurbetalingen en dat de vordering tot betaling van de huurachterstand toewijsbaar was. De kantonrechter heeft de boete, die volgens [eiser] € 6.300,00 bedroeg, gematigd tot € 3.900,00, omdat de boete per kalendermaand over het totaal aan vervallen huurtermijnen berekend moest worden. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen tot het wettelijke tarief. Film Europe werd veroordeeld tot betaling van in totaal € 10.406,14, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.