In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 15 november 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eisers, wonende te [woonplaats], en de Gemeente Overbetuwe. De eisers vorderen schadevergoeding op te maken bij staat, nadat de bestuursrechter een aantal besluiten van de Gemeente heeft vernietigd. De Gemeente heeft echter ook besluiten genomen die niet zijn vernietigd en als rechtmatig worden aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat de eisers aannemelijk moeten maken dat zij schade hebben geleden als gevolg van de onrechtmatige besluiten van de Gemeente. Dit moet gebeuren in de voorafgaande aansprakelijkheidsprocedure, waarbij ook moet worden gereageerd op het beroep op verjaring door de Gemeente.
De procedure is complex, met een lange geschiedenis van bestuursrechtelijke procedures tussen de partijen. De eisers hebben een agrarisch bedrijf en zijn betrokken bij een geschil over een vergunning die in 2002 is verleend voor de verbouwing van een nabijgelegen agrarische woning tot burgerwoning. De Gemeente heeft in het verleden verschillende besluiten genomen die door de bestuursrechter zijn vernietigd, maar ook besluiten die zijn blijven staan. De rechtbank benadrukt dat de eisers nu moeten onderbouwen welke schade zij hebben geleden en welke besluiten daaraan ten grondslag liggen. De Gemeente heeft ook gewezen op verjaring en andere juridische beperkingen die van toepassing zijn op de vorderingen van de eisers.
De rechtbank heeft besloten dat de eisers de gelegenheid krijgen om een nadere conclusie te nemen, waarin zij kunnen ingaan op de aandachtspunten die zijn genoemd in de uitspraak. De Gemeente zal vervolgens de kans krijgen om hierop te reageren. De zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling.